BOB Debat: Kunststof heeft de toekomst

De vraag naar kunststof neemt nog steeds toe; het wordt steeds vaker als alternatieve grondstof gebruikt, vanwege zijn flexibele toepassingen en laag gewicht. Kunststof heeft echter niet alleen de toekomst maar ook een groot imagoprobleem. De Ellen MacArthur Foundation stelt dat er in 2050 meer plastic in zee is dan vis. Dit beeld blijft vaak beter hangen dan de goede eigenschappen van het materiaal. Oftewel: er is werk aan de winkel! Dat vraagt om een nauwe samenwerking binnen de kunststofbranche alsook een financiële mindshift. Welke businessmodellen maken deze transitie nou écht mogelijk? En wat levert het inzetten van de circulaire economie als marketingtool op? Gespreksleider Leonie de Groot vroeg het de twaalf deelnemers aan het BOB Debat.


Uitgave: Maart-April 2018
Thema’s: Debat Industrie Informatie Kunststoffen Ondernemen Internationaal zakendoen

Het BOB Debat vindt plaats in het nieuwe hoofdkantoor van Capi Europe, producent van design bloempotten voor binnen en buiten. Het gezelschap krijgt een korte rondleiding door de Tilburgse fabriek, waar 24/7 potten van kunststof worden geproduceerd, die haast niet van steen te onderscheiden zijn. Oprichter Toine van de Ven vertelt meer over de duurzame stappen die hij als ondernemer heeft gezet: ‘Voor onze Capi Tutch collectie gebruiken we uitsluitend recyclebaar materiaal. Daarnaast hebben wij wereldwijd een unieke wijze van rotatiegieten. Hiermee besparen we ruim 80 procent energie tijdens de productie.’ Voor de wereldwijde markt worden er circa een miljoen potten door Capi Europe geproduceerd, waarvan nu nog zo’n 60 procent in China. Deze productie haalt Toine stapsgewijs terug naar Nederland. ‘We hebben op deze nieuwe locatie onze productierobots verdubbeld naar twaalf en er is hier volop ruimte voor verdere groei. Zo gaan we steeds meer milieu-, arbeidsvriendelijk en toekomstgericht produceren.’

Plastic soep
Na de korte rondleiding neemt het gezelschap plaats in de arena. Omgeven door de oude - en dus hergebruikte - rode pluche stoelen van het voormalige MIDI-theater in debat over de toekomst van kunststof. Leonie de Groot, mede-eigenaar van trainingsbureau Interselling, is de nieuwe gespreksleider. Ze is benieuwd hoe de deelnemers hun rol als kunststofproducent of -verwerker zien in het ontstaan van de drijvende vuilnisbelt. Gastheer Toine van de Ven reageert: ‘Vooropgesteld is een zee vol plastic verschrikkelijk. Maar dit plastic springt niet uit zichzelf in het water; dit is een gevolg van het handelen van de gebruikers.’ Jan Willem Wieringa van Desch Plantpak stelt dat de ‘plastic soepmaffia’ veel imagoschade voor de branche heeft veroorzaakt. ‘Er wordt volop een anti-plastic campagne gevoerd. We zijn de bankier van een aantal jaar geleden; op een  verjaardagsfeestje durf je haast niet meer te zeggen dat je in de plasticindustrie werkt.’ Ad Broeckx van Broeckx Plastic Recycling beaamt dat: ‘Ik spreek eigenlijk liever over kunststof dan plastic; dat heeft vaak toch een nare bijsmaak.’ ‘Helaas maakt onbekend vaak onbemind’, stelt Martin Couvée van Colasit Holland. Daar is Marcel Verbeek van Pekago Covering Technology het mee eens. Volgens hem moet er dan ook meer aandacht komen voor de goede kanten van kunststof. ‘Door de inzet van plastic in auto’s zijn deze veel lichter en daardoor zuiniger, hetzelfde geldt voor vliegtuigen die minder kerosine verbruiken naarmate ze lichter worden door het gebruik van kunststof of neem bijvoorbeeld de plastic verpakkingen van verswaren. Daarmee wordt de houdbaarheidsdatum aanzienlijk verlengd, wat juist duurzaam is; het produceren en het transport van voedsel zijn immers grote bronnen van CO2-uitstoot.’ Toch ziet Toine van de Ven de plastic verpakkingen, waar 40 procent van alle kunststoffen worden ingezet, als een groot probleem. ‘Er moet geld voor vrij gemaakt worden om dit afval beter te scheiden, opnieuw te gebruiken of een alternatief model te ontwikkelen. Ik weet zeker dat dit kan, maar dan moeten mensen zich eerst kwaad gaan maken. En deze zijn eerder in het mkb te vinden dan in de Haagse politiek of bij grote bedrijven. Wij zijn sneller bereid om onze nek uit te steken.’

Gewoontedier
‘Maar waar ligt nu de verantwoordelijkheid voor het afvalprobleem? In de keten wijst iedereen naar elkaar’, stelt Leonie. Mark Lakwijk van Lakwijk Kunststoffen antwoordt: ‘Het imagoprobleem van onze branche dwingt ons om het probleem zelf op te lossen.’ Dat vindt ook Rob Geurtz van Aarts Plastics: ‘Als je wilt dat een ander verandert, moet je bij jezelf beginnen.’ Toine van de Ven voegt daaraan toe: ‘Maar ook de consument moet niet alleen met een vinger wijzen; men slaat massaal goedkope wegwerpartikelen in bij winkels, waarvan de helft rotzooi is.’ ‘Maar kopen jullie zelf bewust als consument?’, vraagt Leonie. Dan valt het even stil aan tafel. Willem Verstijnen van Askové Solutions antwoordt: ‘Deels. Ik heb een grote aversie tegen de vele plastic verpakkingen, die te pas en te onpas worden gebruikt. Deze probeer ik te mijden, maar dat lukt niet altijd; vaak ontbreekt een alternatief.’ Jan Willem vindt dat de oplossing met name moet worden gezocht in het gezamenlijk creëren van een grotere vraag naar gerecyclede plastics. ‘Als producent voor de tuinbouwsector nemen wij onze verantwoording: alle potten en trays die we produceren bestaan merendeels uit gerecycled materiaal. Het gebruik van gerecycled plastic is laag, doordat gebruik niet altijd toegestaan is door wetgeving en het is iets moeilijker om te verwerken. Daarnaast heeft de verpakkende industrie geen verplichting om dit te gebruiken.’ Mark vult aan: ‘Sterker nog; in de voedingsmiddelenindustrie is dat juist extra lastig in verband met wet- en regelgeving en hoge kwaliteitseisen. Daar zou de overheid zich soepeler in kunnen opstellen.’ Volgens Marcel zou het gebruik van gerecycled materiaal juist gestimuleerd moeten worden. ‘Bijvoorbeeld door de belasting te verlagen op producten die gemaakt zijn van hergebruikt materiaal. Of een verplichting voor bedrijven om een bepaald percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken. Vervolgens komt de vraag vanzelf op gang.’ Ook Martin pleit voor stimulerende maatregelen: ‘De mens is een gewoontedier. Doordat winkels door de overheid tegenwoordig verplicht zijn om geld te vragen voor plastic tasjes, neemt iedereen zijn eigen shopper mee naar de winkel. Daar is men in korte tijd aan gewend geraakt.’ 

Importverbod
Leonie stipt een ander actueel onderwerp aan: de importban door China. ‘Sinds 1 januari 2018 heeft China de afvalstroom aan banden gelegd: er is een importverbod ingevoerd voor 24 afvalsoorten, waaronder autobanden en kunststof. Voor Nederland, dat voorheen grote hoeveelheden afval exporteerde om in China te laten verwerken en recyclen, heeft dat grote gevolgen. Hoe kijken jullie hier tegenaan?’ Jan Willem noemt de maatregel een zegen. ‘Doordat de plastic stapel groeit, moeten we met z’n allen noodgedwongen naar duurzame oplossingen zoeken. Toch is het deels een verschuiving van het probleem; India of de Filipijnen nemen dit afval nog steeds in ontvangst.’ Ad vraagt zich af: ‘Maar wat is afval eigenlijk? Dat bestaat eigenlijk niet; vrijwel alles is recyclebaar. Wat voor de één restmateriaal is, kan voor de ander een waardevol bestanddeel zijn van een nieuw product.’ Toine van Dijk van Dijmex Europe ziet als kortetermijnoplossing het liefst dat het plastic overschot naar een kraker gaat: ‘De bergen plastic worden alsmaar groter. Totdat er voldoende oplossingen zijn gevonden, biedt het kraken van plastic tot olie uitkomst.’ Ad reageert: ‘Dat is dan wel een duur proces.’ Maar dat vindt Toine geen reden om het niet te doen. ‘Het draait niet altijd om geld. We hebben een groot probleem dat we met z’n allen moeten oplossen.’

Rethink, reduce & redesign
De kunststofsector is volop met innovaties bezig; nieuwe typen materialen die in kringlopen kunnen blijven rondgaan zonder te degraderen alsook nieuwe productiemethoden zoals 3D-printen en nieuwe technieken van sortering en recycling. Leonie is benieuwd of de debatdeelnemers zelf ook concrete ideeën hebben of stappen hebben gezet om te verduurzamen. Dijmex Europe gaat een geheel nieuwe circulaire fabriek opzetten, vertelt Toine van Dijk: ‘We gaan modulaire pallets vanuit kunststof recyclestromen produceren, welke momenteel niet gerecycleerd worden. Deze producten worden biobased en CO2 gereduceerd.’ Ook Eward Heijmans van Gideon Duurzaam reageert: ‘Ik adviseer en ondersteun ondernemers bij het waarmaken van hun duurzaamheidsambities. Daarbij probeer ik werk te maken van een duurzame, circulaire economie, waarin naar alternatieven wordt gezocht voor het gebruik van fossiele grondstoffen en brandstoffen. In Boxtel is hij kwartiermaker van het binnenkort te starten GreenTech Park Brabant, waar waardevolle grondstoffen optimaal worden ingezet en hernieuwbare grondstoffen worden ontwikkeld, zoals biobased. Volgens Eward is daar een brede kijk en aanpak voor nodig. ‘Niet alleen vanuit innovatieve technieken, maar ook vanuit nieuwe businessmodellen, design, participatie en nieuwe samenwerkingsvormen. En dan het liefst dwars door bestaande ketens en sectoren heen.’ Jan Willem pleit voor een rethink, reduce & redesign-aanpak. ‘In het ontwerpproces kan vaak al veel meer rekening worden gehouden met welk afval er uiteindelijk overblijft van het product.’ Eward zet de deelnemers aan het denken: ‘Als je je eigen product na gebruik terugkrijgt, heb je dan een probleem of ben je er juist blij mee?’ Toine van de Ven reageert: ‘Wij gaan op korte termijn statiegeld heffen op onze potten, zodat deze terug kunnen en het materiaal kan worden hergebruikt. Dat kunnen veel meer producenten doen.’ Volgens Willem is het belangrijk om als branche regelmatig om tafel te gaan en te sparren. ‘Als ondernemer neem je nou eenmaal risico’s. Je hebt echter wel inzichten in trends nodig, waarop je jouw bedrijfsvisie kan baseren. Dankzij een betere feeling met de markt en kennis over de laatste ontwikkelingen, groeit ook de bereidheid om te investeren.’ De businesscase van circulaire proposities is niet makkelijk, zo blijkt uit de ervaringen van de debatdeelnemers. ‘Ik ben bereid te investeren in recycle-oplossingen en in samenwerkingsvormen. Mijn vraag is: zijn er ook voldoende afnemers? De afzet is uiteindelijk leading’, stelt Cees van den Noort van Van den Noort Recycling.

Marketingtool
Inmiddels heeft een groeiend aantal bedrijven de commerciële kracht van circulariteit ontdekt. Leonie is benieuwd welke ervaringen de debatdeelnemers hiermee hebben. Volgens Toine van de Ven zijn er twee type duurzame ondernemers: ‘Gedreven vanuit het hart of vanuit de marketinggedachte.’ Rob ondervindt dat steeds meer bedrijven ontdekken dat er meer ‘winst’ is te behalen op het gebied van verduurzaming. ‘Het toepassen van gerecycled materiaal was jarenlang ‘not done’. Een grote Nederlandse drogisterijketen vraagt nu zelf om shampoodoppen van gerecycled materiaal. Maar helaas willen veel inkopers duurzaam en groen zijn, totdat het meer geld kost.’ Eric Huyding van HMI Moulds haakt hierop in: ‘Naarmate de vraag naar gerecyclede materialen toeneemt, zal uiteindelijk ook de prijs zakken. Daarom ligt er een mooie uitdaging in het overtuigen van de voordelen en de kwaliteit van dit materiaal.’ Rob beaamt dat: ‘Er is gebrek aan kennis bij zowel de overheid als de branche zelf, daarom speelt men vaak liever op safe en wordt er helaas eerder voor virgin gekozen.’ Jan Willem voorspelt een grote toekomst voor gerecycled plastic. ‘De eindmarkt gaat dit steeds meer eisen. Gerecycled plastic wordt hip, net als de kromkommer. De eventuele imperfecties kunnen het groene karakter van het product juist benadrukken.’ Rob concludeert: ‘De plastic soep, het klimaatakkoord van Parijs en de groeiende afvalbergen brengen ons niet alleen een grote uitdaging, maar ook meer bewustwording. En dat is het begin van de uiteindelijke oplossing.’

Tekst: Linda Groothuijse
Fotografie: Linn de Kort

< Alle thema's