Afkoop kan om meerdere redenen interessant zijn. Veel mensen vinden het bijvoorbeeld een vervelende gedachte dat ze bij een ‘reguliere’ partneralimentatie, waarbij maandelijks een bedrag wordt betaald, steeds met elkaar geconfronteerd worden. Ook speelt onzekerheid een rol: tenzij daarover andere afspraken kunnen worden gemaakt, kan namelijk iedere relevante wijziging van omstandigheden aanleiding vormen om de alimentatie te wijzigen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een inkomensdaling als gevolg van ziekte of werkloosheid, of aan de geboorte van een kind met een nieuwe partner. Het idee dat in dat soort situaties steeds weer overleg moet plaatsvinden over een aanpassing van het alimentatiebedrag, levert vaak stress op. Vandaar dat sommige mensen zich willen oriënteren op de mogelijkheid van afkoop van de partneralimentatieverplichting.
Afkoop kan verschillende voordelen hebben:
Afkoop kent ook nadelen:
Om het nadeel van de belastingheffing bij de alimentatiegerechtigde te beperken, kan met de afkoopsom een lijfrente worden aangekocht. Het bedrag wordt dan niet ineens aan de alimentatiegerechtigde uitbetaald, maar in termijnen. Daardoor wordt de belastingdruk gespreid. In het grootste gedeelte van de gevallen heeft dit als gevolg dat de alimentatiegerechtigde minder belasting betaalt, omdat hij/zij in een lagere schijf valt. Van deze mogelijkheid wordt dan ook regelmatig gebruikgemaakt. Een van de voorwaarden voor deze optie is dat de afkoopsom aan een professionele verzekeringsmaatschappij wordt betaald.
Bankspaarproduct
Wat niet iedereen zich realiseert, is dat in het geval van de aankoop van een lijfrente het recht op de nog niet gedane uitkeringen niet aan de erfgenamen van de alimentatiegerechtigde toekomt op het moment dat deze laatste komt te overlijden. Dit vloeit namelijk terug in de kas van de verzekeraar.
Sinds mei 2019 is hiervoor een oplossing beschikbaar. De staatssecretaris van Financiën heeft namelijk een besluit genomen waaruit voortvloeit dat de afkoopsom ook mag worden gestort in een bankspaarproduct. Een van de voorwaarden luidt dat bij overlijden van de alimentatiegerechtigde het recht op de nog niet gedane uitkeringen over moet gaan op diens erfgenamen. Partijen hoeven dus niet bang te zijn dat de bank ‘profiteert’ van het voortijdig overlijden van de alimentatiegerechtigde.
Let op: de staatssecretaris heeft wel een voorbehoud gemaakt. Als het parlement niet akkoord zou gaan met een desbetreffende wetswijziging, komt de goedkeuring van de staatssecretaris te vervallen. Tussentijds afgesloten contracten worden wel geëerbiedigd. Het is raadzaam om, als je gebruik wil maken van de mogelijkheid die het besluit biedt, daarover vooroverleg met de Belastingdienst te voeren.