BOB Maakindustrie: Zoek het dichter bij huis

De coronacrisis raakt de economie hard; er wordt een krimp van zo’n 7,5 procent voorspeld door het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Hoe gaan ondernemers in Brabant hiermee om? Hebben ze het drukker dan ooit of staan ze juist stil? Tegen welke problemen lopen ze aan en hoe wapenen ze zich ertegen? Maar ook: welke kansen biedt deze lastige tijd voor ondernemers? In dit artikel laten we verschillende ondernemers aan het woord, die je een inkijkje geven in hun bedrijf in crisistijd.


Vr 15 Mei 2020

In april stond de BOB Academy bij CZL Tilburg op de planning en in mei die bij Lightronics in Waalwijk. Ondernemers en directeuren uit branches zoals productie, industrie, techniek, bouw en logistiek (niet-zakelijke dienstverlening), met minimaal 10 personeelsleden zouden daar met gelijkgestemden in contact kunnen komen. Omdat we deze academies hebben moeten uitstellen naar later dit jaar, hebben we enkele ondernemers uit de maakindustrie benaderd, zodat zij nog steeds andere ondernemers kunnen inspireren en motiveren.

Voor de wind
Waar veel ondernemers hard geraakt zijn door de coronacrisis, gaat het sommigen juist voor de wind. We nemen eind april polshoogte bij een aantal Brabantse bedrijven in de maakindustrie. De Cromvoirtse merkt een omzetverlies van zo’n 20 procent door teruglopende orders. ‘Een aantal klanten heeft het drukker, maar het merendeel niet. Wellicht dat dit percentage nog licht stijgt, omdat bij sommige afnemers de klappen pas later vallen’, zegt Ronnie van den Hurk. Bij Lakwijk Kunststoffen lopen de orders nog redelijk goed door. ‘Hoe dat over een maand of over drie maanden  is, valt moeilijk te voorspellen. We hebben natuurlijk ook onze maatregelen getroffen om onze collega’s en klanten te beschermen. Eén van de maatregelen is dat we in teams werken die elkaar niet overlappen en dat mensen van kantoor beurtelings thuis werken. Dat heeft invloed op onze capaciteit, maar we doen het met z’n allen erg goed’, meent Mark Lakwijk. Ook bij Van Beek draait voorlopig de productie als voorheen. ‘Tot aan de zomer hebben we een volle orderportefeuille. Wel merken we dat projecten die in de pijpleiding zaten, worden uitgesteld’, vertelt Perry Verberne. Dat is ook de ervaring bij Aarts Plastics. ‘Nieuwe ontwikkelingen worden bevroren; men is voorzichtig met nieuwe opdrachten’, laat Rob Geurtz weten.

Uitdagingen
Bij Melis Gieterijen loopt de orderintake vooralsnog goed door. Daar speelt met name de vraag: hoe krijgen we de productie voor elkaar? Koen Melis vertelt: ‘We hebben uitval van personeel vanwege corona; zelf zijn deze medewerkers niet getroffen, maar (mogelijk) wel hun naasten, waardoor ze in thuisquarantaine zitten. Hierdoor missen we zes productiemedewerkers; dat is bijna de helft van onze capaciteit. Via Werk- Samen, een initiatief van verschillende ondernemersverenigingen en de gemeente Tilburg om tijdens de coronaperiode iedereen zo efficiënt mogelijk aan het werk te houden, proberen we hier oplossingen voor te vinden. Het ene bedrijf heeft personeel over, het andere bedrijf heeft een tekort. Zo kunnen we elkaar helpen.’ Aarts Plastics worstelt met dezelfde problematiek. ‘Doordat mensen zelf verkouden zijn of een kind met klachten thuis hebben, kunnen zij niet op het werk verschijnen. Gemiddeld missen we zo’n negen à tien medewerkers, terwijl het aantal orders vooralsnog maar licht afneemt’, zegt Rob. Voor De Cromvoirtse, waar vijftien van de totaal zeventig medewerkers vanuit Polen afkomstig is, is het een uitdaging om het personeel te wisselen. Ronnie: ‘Normaal gesproken werken deze medewerkers vier weken op en twee weken af. Dan gaan ze richting Polen. Maar aangezien ze van de Poolse regering twee weken in quarantaine moeten vanwege het verblijf in Nederland, zien veel van hen dit niet zitten. Dan blijven de meesten liever hier. Komend weekend gaan er twee voor het eerst richting huis; een goede testcase om te zien of dit lukt en ook terug te keren. Alle papieren, zoals een werkgeversverklaring, zijn in elk geval in orde gemaakt.’

Virtuele communicatie
Zo’n 85 procent van de medewerkers van Faes Group is werkzaam vanuit huis. ‘Dat was technisch een uitdaging met de zware tekenprogramma’s die wij toepassen, maar het is gelukt. Alleen de medewerkers uit de fabriek en het magazijn werken nog op locatie’, vertelt Johan. Ook bij Van Beek werkt circa 65 procent van de kantoormedewerkers vanuit huis. ‘Binnen anderhalve dag zijn we overgestapt op het werken met Microsoft Teams. Dit werkt ontzettend goed. Sterker nog: we hebben nog nooit zoveel onderling gecommuniceerd als nu. Er wordt heel wat afgebeld en geappt’, stelt Perry. De productie draait wel met de volledige bezetting. ‘Dit is goed mogelijk, omdat er een ruime afstand is tussen de werknemers. We hebben in de productiehal een groot videoscherm opgehangen, zodat er kan worden gevideobeld met de thuiswerkende engineer.’ Ook het inmeten op locatie gebeurt op afstand. ‘Normaal bezoeken we de desbetreffende fabriek voor het inmeten van de apparatuur. Dit doen we door te videobellen met de opdrachtgever en meetinstructies te geven.’ Perry verwacht dat er na de crisis vaker virtueel gecommuniceerd gaat worden. ‘Nu we eenmaal gewend zijn om virtueel te vergaderen zal dit in de toekomst vaker gebeuren. Hiermee bespaar je tijd en het is bovendien veel duurzamer.’ Dat denkt ook Koen: ‘Wij hebben twee jaar geleden sterk ingezet op digitalisering. De mensen die eerst weerstand voelden voor nieuwe technieken en nu dit noodgedwongen moeten doen, zijn inmiddels om.’

Lessen uit het verleden
De crisis van ruim tien jaar geleden staat veel ondernemers nog vers in het geheugen. Heeft de bankencrisis ondernemers lessen geleerd, waaraan ze nu iets hebben? Volgens Mark is dit niet het geval. ‘Niemand die nu leeft, heeft dit ooit meegemaakt. Gezond verstand gebruiken lijkt me een wijze raad.’ Ronnie heeft wel bruikbare ervaringen opgedaan. ‘We hebben sneller geleerd te schakelen en te anticiperen. Dankzij prognoses kunnen we beter aan de knoppen draaien van onze financiële planning. Zo rekenen we omzetverwachting en gevolgen daarvan op onze bedrijfsvoering goed door.’ Directe kansen uit de huidige crisis ziet Johan niet voor zijn onderneming. ‘We houden marktontwikkelingen nauwlettend in de gaten; bijvoorbeeld of beademingsapparatuur in onze verpakkingen vervoerd kan worden. Maar dat is nu nog geen concrete optie.’ Lakwijk Kunststoffen heeft wel extra orders dankzij de crisis. ‘We leveren onder meer glashelder plaatmateriaal of producten in glasheldere kunststoffen zoals schermen, kappen en dergelijke. In de vraag naar die materialen zien we nu juist een enorme stijging, omdat – bijvoorbeeld in supermarkten - tussen mensen glasheldere schermen geplaatst moeten worden’, analyseert Mark. Ook Melis Gieterij merkt een stijgende vraag bij hun startup Castlab, die Spareparts as a Service biedt. Koen: ‘De markt wil een digitale supply chain, digital warehousing en duurzaam produceren. Er is nu een nog grote behoefte aan on demand productie en een snelle levering.’

Regionalisering
Bedrijven worden door de crisis gedwongen om meer regionaal zaken te doen. Verwacht Johan dat deze ontwikkeling blijft aanhouden? ‘Nee, eigenlijk niet. ASML werkt momenteel meer samen met partijen uit de regio. Maar of dit zo blijft is maar zeer de vraag. De beste optie is doorslaggevend, niet zozeer de prijs of waar het bedrijf is gevestigd. Het is bovendien naïef om te denken dat we alles in de regio kunnen oplossen; in deze wereldeconomie hebben we elkaar nodig.’ Mark is er wel van overtuigd dat de crisis regionalisering verder in de hand werkt. ‘Overheden en grote bedrijven zullen minder afhankelijk willen zijn van toelevering vanuit een ander deel van de wereld en gaan de productie en eindgebruiker bij elkaar brengen. Voor regio’s die overcapaciteit hebben en al ver geïndustrialiseerd zijn, is dit nadelig. Voor regio’s met meer regionale groeicapaciteit is dat voordelig. Voor Europa lijkt dat dus minder gunstig. Voor MKB Nederland, waar wij toe behoren, is dat zeker relevant. Voor Nederland betekent dat vooral dat we uniek moeten blijven of unieker moeten worden en voorop moeten blijven lopen met onze producten.’ Aarts Plastics besteedt bewust niet uit buiten Europa. Rob: ‘Wij willen niet afhankelijk zijn van Azië. We doen alleen zaken binnen Europa en als het binnen de eigen regio kan, geniet dat onze voorkeur. Daar plukken we nu zeker de vruchten van; we komen niet in de problemen met onze toeleveranciers.’

Winst uit de crisis
Veel ondernemers zien de toekomst redelijk positief in. ‘Na regen komt zonneschijn. En op dit moment voelen we slechts een enkel spatje. Belangrijk is dat we onze liquiditeit goed blijven aansturen; dan slaan we ons er goed doorheen’, verwacht Rob. Ook de stemming bij Faes Group is onderling uitstekend. ‘Iedereen is bereid om elkaar te helpen waar nodig. En iedere vrijdagmiddag organiseren we een virtuele vrijdagmiddagborrel; zo houden we de spirit erin’, vertelt Johan. Perry zet eveneens in op het contact met zijn medewerkers: ‘Het is ook voor hen een onzekere tijd; tot aan de zomer hebben we voldoende orders. Maar hoe zal het daarna zijn? Wekelijks spreek ik de medewerkers virtueel toe; zo weten zij waar we staan en neem ik hen mee in de ontwikkelingen binnen ons bedrijf. Hierdoor voelen de medewerkers zich - en hun zorgen - serieus genomen.’ Volgens Mark levert de crisis ook zeker iets positiefs op. ‘Door het zoeken naar oplossingen in het kader van corona, wordt ook een nieuw beroep op je creativiteit gedaan. Nu blijkt bijvoorbeeld dat je bepaalde administratieve handelingen ook vrij eenvoudig vanaf huis kunt verrichten of dat we in de interne logistiek de wandeltijd nog meer kunnen verminderen. En ga je alles wat je eerder deed en nu tijdelijk niet doet, straks opnieuw weer wel doen of blijkt het eigenlijk onnodig? Dergelijke ‘winst’ neem je mee uit deze crisis.’

Pittige discussie
Koen is van mening dat er voor de regio een lange termijnplan en een duidelijke visie op de maakindustrie moet komen. ‘De meeste mkb’ers hebben een buffer, maar lang niet zo groot als die van grotere bedrijven. De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij, lokale banken en andere financiële partners moeten om tafel: hoe moet Brabant worden aangevlogen na deze crisis, hoe realiseer je een succesvolle transitie naar de nieuwe realiteit? Daar zal ongetwijfeld een pittige discussie over ontstaan.’ Johan concludeert dat economie emotie is, waardoor je je niet altijd moet laten leiden. ‘Tot voor kort had de wereldwijde economie de wind in de zeilen. Nu is iedereen voorzichtig. Het zijn onzekere tijden; niemand weet wat de schade en effecten zijn van deze crisis.’ Hij hoopt dat wanneer alles weer ‘normaal’ is, mensen blijven investeren. ‘Als we te voorzichtig blijven, belanden we in de schuilkelder. En dat is een worstcasescenario; daarmee helpen we massaal de economie om zeep. Daarom heb ik tegen mijn medewerkers gezegd: ‘Ga als deze crisis achter de rug is niet met je hand op de knip zitten; ga vooral consumeren!’

Perry Verberne (Van Beek)
Branche: Transportschroeven en machines
Aantal medewerkers: 50
‘We worden door de coronacrisis met z’n allen weer met onze neus op de feiten gedrukt. Als ondernemer moet je op zoek gaan naar hoe je je bedrijf robuuster kunt maken. Hiervoor moet je goed kijken naar je aanvoerlijnen; welke alternatieven zijn er? En hoe kun je nog duurzamer en meer regionaal samenwerken met leveranciers?’

Ronnie van den Hurk (De Cromvoirtse)
Branche: Metaal
Aantal medewerkers: 70
‘Naar de zorg voor gezondheid, hoe belangrijk ook, moet niet alleen op korte termijn worden gekeken. Grote economische schade brengt ook onzekerheid, werkloosheid en veel stress met zich mee en dus ook gezondheidsklachten. Er moet een juiste balans tussen de economie en onze gezondheid worden gevonden.’

Johan Faes (Faes Group)
Branche: Industriële verpakkingen
Aantal medewerkers: 80
‘Nieuwe investeringen worden momenteel niet gedaan, maar dat betekent niet dat er wordt stilgezeten. Integendeel. Zoals Churchill zei: ‘Never waste a good crisis’. Oude plannen worden afgestoft en er is bijvoorbeeld meer tijd voor strategisch overleg. Je merkt dat er creatieve oplossingen worden gezocht en de innovatiekracht van medewerkers nog sterker komt bovendrijven.’

Mark Lakwijk (Lakwijk Kunststoffen)
Branche: Kunststof
Aantal medewerkers: 29
‘Ik merk in ons bedrijf wat je op grotere schaal in Nederland ook wel ziet; mensen begrijpen wat er nodig is, stellen zich meewerkend op, houden zich aan afspraken. Ook het gevoel dat we hier op een goede manier samen doorheen moeten komen voel ik nadrukkelijk. Daar ben ik trots op.’

Koen Melis (Melis Gieterijen)
Branche: Gieterij
Aantal medewerkers: 25
‘Laat je niet leiden door de waan van de dag; je wordt nu eenmaal niet vrolijk van alle nieuwsberichten. Zet daarom een punt op de horizon. Dat biedt perspectief, voor je medewerkers, partners en toeleveranciers.’

Rob Geurtz (Aarts Plastics)
Branche: Kunststofverpakkingen
Aantal medewerkers: 65
‘Doordat nieuwe opdrachtgevers het dichter bij huis moeten zoeken, merken we een stijgend aantal offerte-aanvragen. Het ontwikkelen en opstarten van een nieuwe productielijn kost zo’n vier tot zes maanden; daarom hebben we daar dus pas op de  lange termijn iets aan. Ik verwacht dat deze trend zich ook na deze crisis voortzet; daar kan ons bedrijf op meeliften.’

Tekst: Linda Groothuijse
Fotografie: Peter van Vugt

< Alle nieuwsberichten