BOB Debat Energie: Doe het met de buren!

In 2050 moet de energievoorziening (bijna) volledig duurzaam zijn. De overstap naar duurzame energie gebeurt stapsgewijs. Dat vraagt om nieuwe ideeën. Om het loslaten van oude denkpatronen, zonder onverstandig te worden. Het is een lastige tijd voor wie daar moeilijk mee om kan gaan, maar een geweldige tijd voor slimme ondernemers. Welke kansen liggen er voor Brabantse ondernemers? Welke keuzes maak je en hoe richt je jouw organisatie daarop in?


Uitgave: Jan-Febr 2020
Thema’s: Duurzaamheid Debat Energie Innovatie

Het BOB Debat is bij Dongen Pallets in Dongen, een duurzame speler in houten pallets en verpakkingen. Het familiebedrijf begon in 1962 als producent van houten bier- en frisdrankkratjes en is uitgegroeid tot totaalleverancier vanuit drie business units: Production, Inspection & Repair en Packaging. Eigenaar Jurgen Kemps geeft een rondleiding door zijn fabriek, waarin duurzaamheid centraal staat. ‘Onze bedrijfsfilosofie is gericht op het beheer en de beheersing van het palletpark van afnemers met het oog op efficiency en duurzaamheid.’ Hij geeft uitleg over de productielijn, die twee jaar geleden geheel is vernieuwd. ‘De modernisering van het machinepark heeft zo’n 3 miljoen euro gekost en daarmee neemt de productiecapaciteit enorm toe: van 600 pallets per dag naar 500 pallets per uur.’

Biomassacentrale
Vervolgens neemt het gezelschap een kijkje bij de nieuwe biomassacentrale die onlangs in gebruik is genomen. Dankzij deze centrale produceert Dongen Pallets energieneutraal. Jurgen: ‘Het is een 5 megawatt installatie, waarmee 0,5 megawatt aan stroom wordt opgewekt. Deze energie verbruiken we deels zelf, onder meer voor de elektrische heftrucks die we binnenkort gaan inzetten. En indien er stroom overblijft, leveren we dit terug aan het net.’ De centrale verwerkt zo’n 11.000 ton per jaar aan resthout. ‘Bij ons verdwijnt er geen splinter in de afvalbak. Alle hout dat in slechte staat is, vernietigen en verbranden we’, zegt Jurgen. Het overschot aan warmte levert Dongen Pallets aan de naaste buren op het industrieterrein. Volgens Jurgen een win-win: ‘Zo kan onze fabriek haar warmte op de piekmomenten kwijt. Onze buren zijn geholpen met duurzame, lokale energie, waarmee hun gasrekening omlaag wordt gebracht.’

Winst te behalen
De deelnemers zijn onder de indruk van de rondleiding. Rob Kragt van vloerenproducent Tarkett noemt de aanpak van Jurgen erg inspirerend. ‘Wij leggen de focus op circulariteit van onze producten; we produceren volgens het cradle-to-cradle principe. Tarkett is een grote organisatie met wereldwijd 37 fabrieken, waardoor het lastiger is om hernieuwbare energie in te zetten. Maar als ik zie hoe Dongen Pallets het heeft geregeld met haar directe omgeving, dan denk ik dat er op samenwerkingsniveau nog winst voor ons binnen Europa te behalen is.’ René van Loon van Hopperbrouwers Techniek stelt: ‘Er moet niet meer in producten, maar in businessmodellen als deze worden gedacht.’ Marcel Willemsen, wethouder gemeente Oosterhout met onder andere Financiën Duurzaamheid (inclusief afval) en Energietransitie in de portefeuille, noemt de biomassacentrale een prachtig voorbeeld voor het Oosterhoutse bedrijfsleven. ‘Ik zie kansen voor bedrijventerrein Vijf Eiken, waar veel warmte wordt verbruikt en geproduceerd. Daar ligt wel een intentieovereenkomst om samen te werken, maar het gaat om het ook echt doen. De gemeente zou daar een regierol in moeten pakken.’

Hobbel
De gemeente Oosterhout werkt samen met vijftien andere gemeenten in West-Brabant in de Regionale Energie Strategie (RES) samen met provincie, netbeheerder, waterschap en bedrijven aan de energie-opgave. ‘Samen met bewoners, onderwijs, natuur-, milieu-, en energie-organisaties hebben we de opgave ruimtelijk in kaart gebracht, zijn gevolgen voor de energie-infrastructuur verkend, en is er naar kosten en baten gekeken.’ Volgens Marcel rest hen aan de energieopgave een zware taak, maar gebeurt er in de regio al heel veel. ‘Het concept voor de RES is nu af. Hieruit blijkt dat we meer doen dan het Rijk ons heeft toebedeeld. Dat betekent niet dat we achterover leunen. De gemeenteraden zijn nog aan zet.’

Kip-ei probleem
Gespreksleider Bert legt de eerste stelling van het debat voor aan de deelnemers. ‘Zonne-energie, windenergie, restwarmte, waterstof, biobrandstof, wat gaat de toekomst worden en waar moet je als ondernemer op anticiperen en investeren?’ Paul Smits van H2point is ervan overtuigd dat waterstof dé toekomst heeft. ‘Ik ben altijd actief geweest in de olie en heb diverse benzinestations geëxploiteerd. Na het klimaatakkoord van Parijs wilde ik me niet meer op fossiele brandstoffen richten. Liever lever ik een bijdrage om de opwarming van de aarde onder controle te houden en de gebrekkige luchtkwaliteit in stedelijke gebieden te verbeteren. Het gebruik van waterstof kan daar zeker een rol in spelen.’ Toch is de transitie naar duurzame waterstofmobiliteit niet eenvoudig. ‘Hier speelt een ‘kip-ei’ probleem: voor auto’s op waterstof-elektrisch zijn voldoende tankstations nodig, maar er zullen pas tankstations komen als er voldoende auto’s zijn’, zegt Paul. Met name in Brabant is er volgens hem een achterstand. ‘Onze gedeputeerde Anne-marie Spierings steekt te weinig haar hand op in Den Haag. Ze richt zich meer op batterijen en elektrisch rijden. Waterstof is echter een uitstekend alternatief. Zeker waar het gaat om zwaarder transport.’

Groot probleem
Geert-Jan van Ierland van ABC Olie helpt leveranciers en klanten keuzes te maken in de nieuwe brandstoffenmarkt. ‘De overheid wil naar elektrificatie dus dat zal moeten gebeuren, of het nu waterstof of batterij is. Waar moet je in deze tussenperiode in investeren? Dat maakt het ingewikkeld. Want er moet wel geld worden verdiend, anders kunnen we helemaal niets meer financieren.’ Gespreksleider Bert vraagt hem: ‘Maar heb je dan binnenkort geen bedrijf meer?’ Geert-Jan lacht: ‘Dat is de vraag die ik op iedere verjaardag krijg voorgelegd. De wereldwijde vraag naar olie zal echter tot 2050 verdubbelen. Maar ik vind dat we alle mogelijkheden moeten aanpakken om de energietransitie zo snel mogelijk vorm te geven. Ik ga mede-investeren in elektrisch en op de weg daar naartoe probeer ik geld te verdienen met de mogelijkheden die er nu zijn. Maar het is mijn streven om de olie uiteindelijk uit mijn bedrijfsnaam te krijgen; deze naam dekt de lading straks niet meer.’ Geert-Jan is van mening dat de overheid een consistenter en duidelijker beleid moet voeren. ‘Hierdoor kunnen ondernemers makkelijker investeren. Zes jaar geleden werd in de brandstoffenvisie gezegd dat LNG, biogas en synthetische diesel sterk in opkomst zijn, maar daar wordt in de nieuwe brandstoffenvisie niet eens meer over gesproken. En indien je als ondernemer daarin hebt geïnvesteerd, heb je een groot probleem.’ Paul: ‘Het blijft lastig om in de toekomst te kijken. Elektrisch rijden was vroeger alleen voor golfkarretjes weggelegd. Dankzij Tesla heeft het elektrisch rijden echter een enorme vlucht genomen.’

Waardevol advies
Ook Bert van Loon van Weedcontrol, producent van elektrische voertuigen, houdt de ontwikkelingen op waterstofgebied goed in de gaten. ‘We verbruiken per persoon 250 keer meer energie dan 100 jaar geleden; er moet op deze sterk groeiende energiebehoefte slim worden ingespeeld. Biedt de overheid geen financiële middelen om doorontwikkeling van waterstof- en accutechnologieën te stimuleren, dan zal de innovatie niet snel genoeg gaan.’ Hij pleit dan ook voor het verstrekken van subsidies aan de voorkant in plaats van de achterkant. ‘Er zijn genoeg ondernemers die hier iets mee willen. Door in de maakindustrie te investeren kunnen er sneller stappen worden gemaakt.’ Jurgen heeft dankbaar gebruikgemaakt van deze subsidies. ‘Dankzij de SDE+ ontvangen we de komende twaalf jaar een behoorlijke subsidie voor onze biomassacentrale. Zonder deze bijdrage konden we onze businesscase niet rondkrijgen bij de bank; onze aanvraag is vier keer afgewezen.’ Hij adviseert ondernemers om open te zijn over hun duurzame plannen: ‘Uit vreemde hoeken kun je soms zeer waardevol advies krijgen. En schakel daarnaast een extern adviesbureau in; dat betaalt zich terug.’

Groen hart
Rudy van de Water van Quadrant4 is juist wars van subsidies. ‘Er gebeurt nu weinig écht groen gedreven. Pas als de subsidies volgend jaar wegvallen, valt duurzaamheid onder de businesscase van een ondernemer en kan er écht aan de klimaatdoelstellingen worden gewerkt.’ Toch draait volgens Rudy iedere pitch tegenwoordig om duurzaamheid, maar dan gedreven vanuit bedrijfseconomische motieven. ‘Je mag niks moois meer maken; het draait bij bedrijven vooral om het halen van hun duurzaamheidsambitie.’ Paul beaamt dit: ‘Is het niet groen, dan wordt het niet gefinancierd. Dan krijgen bedrijven bijvoorbeeld geen vergunning of subsidie.’ Rob reageert: ‘Desso, inmiddels onderdeel van Tarkett, is door het cradle-to-cradle principe sterk gegroeid. Zonder enkele vorm van subsidie, maar dankzij de visie van een groene ondernemer. Het kan dus wel.’ Bart van Wijlen van Aannemersbedrijf Van Wijlen vertelt dat hij wel vanuit een groen hart opereert. ‘Duurzaamheid zie ik als het bestaansrecht van mijn bedrijf. Onlangs hebben we zes waterstofauto’s besteld. Dat past binnen onze ambitie om in 2023 geheel klimaatneutraal te zijn.’ Geert-Jan voegt daaraan toe: ‘Bart was de eerste ondernemer die openlijk heeft uitgesproken dat hij er geen probleem mee heeft om meer te betalen voor onze schonere diesel.’ Henk Krols van BMD Advies Zuid-Nederland stelt: ‘Energie-inkopers letten meestal enkel op prijs en kostenbesparing. Daar valt nog veel winst te behalen.’

Stikstofcrisis
Bart vertelt dat hij als ondernemer eerst werd uitgelachen vanwege zijn betrokkenheid bij de milieuproblematiek. ‘Aanvankelijk werd ik genegeerd, maar tegenwoordig wordt er echt naar me geluisterd. Zeker sinds de stikstofkwestie, die raakt de bouw enorm. Nu kan ik vertellen dat wij de milieukostenindicators (mki’s) al lang in onze rekenmodellen meenemen.’ Volgens hem hebben te veel aannemersbedrijven achterover geleund. ‘Dit is deels door onzekerheid, onwetendheid of een gebrek aan lef. Door te investeren in een duurzame toekomst verwacht ik juist dat ik over vijftien jaar mijn schaapjes op het droge heb.’ Volgens René zijn ondernemers die zich bezighouden met duurzaamheid bovendien veel aantrekkelijker voor werknemers. ‘Bedrijven die zich niet met sociale vraagstukken bezighouden hebben grotere problemen om aan personeel te komen. Want wil de nieuwe generatie nog wel werken voor een niet-groen bedrijf?’ Freek Gielen van TCC Spares, de jongste deelnemer aan het debat, reageert: ‘Jonge medewerkers kiezen eerder voor een groen bedrijf. Bij ondernemers van mijn generatie bespeur ik echter vooral de drive om geld te verdienen.’ Mariëlle Ploegmakers van Regio Business: ‘Dat hoort wellicht ook bij the circle of life van een ondernemer. Eerst wil je geld verdienen om de boel op de rit te krijgen. Pas daarna heb je qua tijd en geld meer ruimte voor duurzaamheidsvraagstukken.’

Smoelenboek
Tot slot is Bert benieuwd welke oplossing de ondernemers aandragen om minder energie te gaan gebruiken. Daarover zijn de deelnemers het eens: een betere samenwerking tussen bedrijven, zodat industrieterreinen selfsupporting kunnen worden. Rudy stelt: ‘Iedereen wil duurzame energie opwekken. Daarvoor heb je maar één ding nodig: warmte of koude. Daarom heb je eigenlijk een buurman nodig met een tegenovergesteld proces. Deze kennis zou verplicht moeten worden opengesteld, maar dat is in verband met de privacy niet mogelijk.’ Ook Henk is van mening dat deze kennisdeling essentieel is. ‘De Groene Pluim zet bedrijven die vooroplopen in duurzaam ondernemen, in het zonnetje zodat ze een netwerk vormen om kennis te delen met de bedrijven in het peloton. Hiermee kan een stroomversnelling plaatsvinden.’ Jurgen oppert tot slot: ‘Ieder industrieterrein zou eigenlijk een smoelenboek moeten hebben, zodat iedereen weet welke behoeften er zijn en wie juist warmte of koude over heeft. Ga daarom knuffelen met je buren en doe het samen!’

Tekst: Linda Groothuijse
Fotografie: Peter van Vugt

< Alle thema's