De charme van ondernemen zit ‘m voor Toine van de Ven (45) in de vrijheid en onafhankelijkheid. ‘Samen met je team het bedrijf naar een hoger plan tillen’, legt hij uit.

Zijn missie is helder: de bekendste pottenboer van de wereld worden. Niet per se de grootste, maar wel de bekendste. Dat concurrent Elho ook in Tilburg zit, maakt hem niet uit. ‘We prikkelen elkaar, houden elkaar scherp’, zegt Toine van de Ven. ‘We staan zij aan zij bij onze klanten. Geen probleem. Pepsi en Coca Cola staan ook naast elkaar in de schappen. De consument mag kiezen.’ Dit is de ondernemer ten voeten uit. Gedreven, iemand die staat voor wat hij doet en uitdagingen in de verste verte niet schuwt. ‘Ik heb voor ogen welke kant ik op wil, samen met mijn team’, licht hij toe. ‘Dat scheelt. We geloven in onze missie en streven ernaar om de dingen goed te doen.’

Back to the roots
Capi Europe, met een personeelsbestand van 45 mensen, produceert grote, luxe potten met een extreem licht gewicht. Het product wordt in 63 landen verkocht en werd voorheen grotendeels in China geproduceerd. ‘Een aantal jaren geleden hebben we ervoor gekozen om de productie voor een deel terug te halen naar Nederland’, legt Van de Ven uit. ‘China ontwikkelt zich met zo’n grote snelheid dat de productiekosten steeds hoger worden. Dit is onomkeerbaar. Dus back to the roots. Dat betekent in ons eigen land aan de slag met onze mensen in combinatie met machines of robots.’ Deze keuze is voor hem niet alleen een geldkwestie. Ook afstand en cultuurverschillen spelen mee. Dichter bij huis produceren zou meer moeten kunnen opleveren. ‘Maar dat is nog niet bewezen’, benadrukt hij. ‘Tot nu toe kost het ons alleen maar geld.’

Omvattend
Al achttien jaar is Toine van de Ven actief sponsor van goede doelen en lid van het Ondernemersakkoord ondernemer. En het ondernemen wordt er niet makkelijker op, vindt hij. ‘Door allerlei regels en wetgevingen nemen je verantwoordelijkheden toe’, merkt hij. ‘Een bedrijf runnen wordt steeds meer omvattend. Het is een uitdaging én een klus om zoveel mogelijk goede mensen om je heen te verzamelen over wie je die druk kunt verdelen. Ik sprak laatst Wil Versteijnen, in mijn ogen de grootste ondernemer van Tilburg. ‘Lig je wel eens wakker?’ vroeg hij mij. Ik antwoordde: zelden. Nou, hij nooit. Dat is belangrijk. Niet blijven hangen in successen, maar ook niet in tegenslagen. Het ondernemerschap heeft mij geleerd om te relativeren. Morgen kan weer heel anders zijn. Met deze flexibiliteit kun je de juiste keuzes blijven maken voor je bedrijf en voor je mensen.’ 

Bizar
Een behoorlijke dwarsligger bij het ondernemen vindt Toine de overheid, een instituut dat in zijn ogen ver van de realiteit af staat. ‘Met wat mijn bedrijf de laatste jaren verdiend heeft, heb ik een nieuwe fabriek gebouwd’, zegt hij. ‘Om vervolgens voor subsidiemogelijkheden in aanmerking te kunnen komen, moest ik informatie aanleveren. Maar degene die mij moest beoordelen werkte tegelijkertijd ook voor mijn concurrenten. Dat kan niet bestaan. Bizar gewoon. Net als de behandeling van mensen met een beperking. In Nederland worden zij buiten het reguliere onderwijs gehouden. Vanaf hun achttiende mogen ze lampen indraaien en plantsoenen schoffelen en nu moeten ze drastisch geïntegreerd worden in bedrijven. Nogal geforceerd zo. Met integratie moet je veel eerder beginnen. Daarin neemt Capi Europe het voortouw. Samen met Diamant Groep hebben we een project opgezet om deze mensen langzaam te laten integreren in het arbeidsproces. Onze ervaringen zijn zeer positief.’

Investeerders
Een andere kritische noot van Toine: ‘De overheid zou buitenlandse investeerders moeten omarmen. Laat ze hier bouwen als ze daarmee veel nieuwe arbeidsplaatsen creëren. Geef ze de grond eventueel gratis. Nu liggen hele bedrijfsterreinen braak. Zonde toch?’

Tekst: Jeanette van Haasen
Fotografie: Kees Bennema