Tom heeft al achttien jaar een horecaonderneming. Hij heeft goede en mindere jaren gekend, maar nu is het anders. Om de effecten van de uitbraak van het coronavirus te remmen is Tom’s exploitatie op last van de overheid geheel tot stilstand gekomen. Hoewel zijn ontvangsten vrijwel nihil zijn, heeft Tom nog tal van uitgaven. Tom knoopt de eindjes aan elkaar om zijn horecabedrijf in leven te houden. Hij vraagt uitstel aan bij de Belastingdienst en vraagt ook zijn bank om de aflossing tijdelijk op te schorten. Het geld dat Tom in het verleden in zijn holding heeft kunnen sparen, leent hij uit aan zijn werkmaatschappij en hij ziet af van betaling van zijn managementfee. Met zijn holding speelt Tom zelf voor bank. Helaas blijken de buffers onvoldoende en heeft Tom het faillissement moeten aanvragen.
Achteraan in de rij
Net als Tom financiert vrijwel iedere ondernemer zijn bedrijf zodra het economisch minder gaat. Vaak wordt je als ondernemer, net als Tom, gedwongen om voor bank te spelen. Maar bij een faillissement worden bank, curator, belastingdienst en UWV als eerste betaald. Tom blijkt achteraan in de rij te staan. Er is niets meer te verhalen, waardoor er ook geen doorstart kan komen.
Doorstarten
Wat Tom niet wist, is dat hij, met onze hulp, dezelfde rechten had kunnen krijgen als zijn bank. Dan kon hij zijn vordering in faillissement verhalen direct na de bank maar vóór de curator, Belastingdienst en het UWV. Hij had dan kunnen doorstarten met betere gevolgen voor alle gezinnen die achter het personeel schuilgaan. Een gemiste kans dus! Onthoud: ‘Speel je voor bank? Regel het dan ook als bank!’
Wrang
Het vestigen van zakelijke zekerheden in de eigen BV-structuur is voor velen nog onbekend terrein. Dat is zo jammer, want het biedt enorme kansen op de momenten dat je het echt nodig hebt. Het wrange is dat wanneer je deze kansen onbenut laat, je ook aansprakelijk gesteld kunt worden. In mijn volgende column ga ik verder in op deze risico’s.