EU-Roots bemiddelt in flexkrachten met een focus op logistiek, productie en de metaalbranche. Patricia startte het bedrijf vijf jaar geleden vanuit hun huiskamer. ‘We gaan niet met iedereen in zee’, zegt ze. ‘Onze kandidaten zijn betrouwbaar, zelfstandig en zelfredzaam. Waar andere bureaus alles regelen voor hun uitzendkrachten doen wij dat juist niet. We verwachten zelfstandigheid. Volgens Herman en Patricia is het belangrijk dat een uitzendkracht zich zo snel mogelijk thuis voelt. Dat begint met goede onboarding. Herman: ‘Onze visie is: behandel een uitzendkracht als een vaste medewerker. Daarom stappen wij er vrijwel direct tussenuit. We houden natuurlijk een vinger aan de pols, maar de dagelijkse zaken stemt de flexkracht af met zijn leidinggevende. Zo ontstaat er vanaf de eerste dag een connectie.’
Werkgever aan zet
Patricia: ‘Wij zorgen voor een goede match, daarna is de werkgever aan zet. Met onze klanten bespreken we wel hoe we het aan de voorkant aantrekkelijker kunnen maken.’ Herman: ‘Dat gaat over zaken als een betere kilometervergoeding of ‘tijdelijke’ toeslagen, maar daarmee ben je er niet. Bij Schiphol bieden ze nu veel tekengeld, maar de vraag is hoelang mensen er willen blijven werken.’ EU-Roots groeide in 2022 al met veertig procent. Onlangs werd het recruitersteam opnieuw uitgebreid. Inmiddels staat er zeventien man op de loonlijst. Patricia: ‘Toen we met z’n allen zijn gaan lunchen ter gelegenheid van ons vijfjarig bestaan, realiseerde ik me pas hoe groot we inmiddels zijn. Daarvoor heb ik iedereen persoonlijk bedankt. De tijd is voorbijgevlogen.’
Van binnen beginnen
‘Deze zomer willen we vijfhonderd krachten aan het werk hebben namens EURoots. Dat hebben we dan mooi opgebouwd’, zegt Herman. ‘Omdat we op een goede manier door willen blijven groeien hebben we een consultant in de arm genomen die samen met ons allemaal bekijkt hoe we EU-Roots nog beter kunnen structureren. Zoiets moet van binnenuit worden gedragen.’ Patricia glimlacht. ‘Wij worden zelf ook steeds beter in onboarding. Ook bij ons moeten ze in één keer happy zijn.’
Tekst: Raquel Mourik
Fotografie: Kees Bennema