Slechts een klein percentage van de werkgevers houdt al rekening met de krapper wordende arbeidsmarkt. Gastheer van dit debat, Sander Buunk (SBA Euro) merkt op: 'Dat doet maar 15%! Dus 85% houdt er nog geen rekening mee.' Buunk is directeur Oost-Europa bij SBA Euro. 'Ik ben onder andere verantwoordelijk voor de werving en selectie van uitzendkrachten. Ik hoop dat het een goede discussie wordt en vind het leuk om te debatteren in onze bar.' En een heuse bar is het, compleet met krukken, gezellige tafeltjes en een dartbord, maar waarom er een poster met Pool Spelregels staat? Dit heeft niets te maken met de uitzendkrachten die SBA Euro bemiddelt, maar met de pooltafel! Voordat de aanwezigen de bar mogen uittesten, is het tijd voor een serieus gesprek.
Conjunctuurgevoelig
Havekes schetst kort de situatie in de provincie. Hij vertelt: 'Brabant is een van de meest conjunctuurgevoelige provincies van Nederland. Als de economie aantrekt of krimpt dan merken we dat hier als eerste. Inmiddels zien we de arbeidstekorten alweer verschijnen, dus de vraag hoe je arbeidskrachten terug kan halen, is zeer actueel. De dalende beroepsbevolking waar we nu door de vergrijzing mee te maken hebben, plaatst ons in een volledig nieuwe situatie. Het enige dat we tot nu toe kenden, was groei', merkt Havekes op. Vooral de techniek, logistiek & transport en ambachtelijke beroepen gaan de gevolgen hiervan merken. Volgens Havekes is een van de oplossingen het investeren in leeftijdsbewust personeelsbeleid om ouderen te behouden. Cijfers uit 2006 laten zien dat er in deze groep inderdaad nog winst te behalen valt; slechts 31% van de mannen en 14% van de vrouwen werkt tot het 65e levensjaar door (bron: Expertisecentrum Leeftijd). Geert-Jan Jaarsveld (De Testkamer) stelt dat ondernemers van alles doen om door jongeren als interessant gezien te worden, maar aan de binnenkant te weinig veranderen. 'Veel ondernemers hebben zich nog niet het kostuum aangemeten van een werkgever in wie werknemers zich herkennen, zich gewaardeerd voelen en willen blijven.' Ondernemer Geert-Jan Bosmans (G.J Bosmans Sanitaire Installatietechniek) is het hier niet mee eens en zegt: 'Ik neem P&O zeer serieus, de afgelopen jaren heb ik een ommezwaai in gang gezet in de aansturing van monteurs. We hebben functionerings- en beoordelingsgeprekken ingevoerd en de monteurs meer verantwoordelijkheid gegeven. We werken nu met urenbegrotingen voor projecten, iets wat vroeger nooit openbaar was. Ik pluk de vruchten van dit beleid!'
Imago
Bosmans ziet het behoud van oudere werknemers niet als een hoofddoel. 'Het
voordeel van oudere medewerkers is dat ze ervaring hebben, maar ze zijn ook minder productief, duurder en vaker ziek dan jongeren. Ik vraag me dus af of je hen met alle geweld binnen moet houden? Dit klinkt hard, maar ik concentreer me
dus liever op de jongeren', zegt hij. Geert-Jan Jaarsveld merkt op dat hij dan toch echt een probleem gaat krijgen. Bosmans reageert: 'Maar we hebben wel aanwas van jongeren. Jaarlijks blijven er een of twee bij ons na hun stage en/of via Installatiewerk Brabant.' Rob Swaans (Swaans Transporten) geeft aan dat het in zijn branche moeilijk blijft om jongeren te trekken. 'Binnen vijf tot tien jaar komen we met een enorm probleem te zitten. De branche heeft een imagoprobleem. Dat imago gaat niet verder dan diesel en rokende banden terwijl er zoveel meer gebeurt in een logistieke omgeving.' Kees Holleman (The Knowledge Groep) ziet een tweede oorzaak: 'Het komt volgens mij niet alleen door het imago, er is ook een mentaliteitsprobleem. The Knowledge is een uitzend- en detacheringsbedrijf dat tevens een re-integratie unit heeft, beiden gericht op de logistiek. Wij merken dat in de re-integratiemarkt het uitvalspercentage behoorlijk hoog is. Het UWV bijvoorbeeld, levert grote inspanningen om mensen geselecteerd te krijgen. Voor elke functie in een project die wij bieden, benadert het UWV drie mensen en komt er slechts eentje uit. Er vindt dus een voorselectie plaats waarin onder andere gekeken wordt naar vaardigheden en kennisniveau. De uitval komt mede door de mentaliteit van mensen en die kun je sturen. Je mag best wat harder dwingen. Als wij zelf een reintegratietraject begeleiden en uitzetten in de logistiek, dan nemen we de mensen ook een rijtest af in een gesimuleerde magazijnomgeving in een van onze opleidingscentra en als ze daarvoor niet slagen, sturen wij hen niet naar een werkgever in de logistiek. Maar als ze gemotiveerd zijn, leiden we ze wel op.'
Talent
Roberto Palland (Advance training & coaching) benadrukt dat werkgevers meer uit de talenten van zowel hun jonge als oudere werknemers kunnen halen. 'Als je oprecht en serieus de talenten van je mensen zoekt en ze verantwoordelijkheid geeft, dan is leeftijd geen issue meer.' Ook Geert-Jan Jaarsveld is deze mening toegedaan, hij zegt: 'De gemiddelde ondernemer doet P&O zelf, terwijl hij wel iemand in dienst heeft voor de boekhouding en voor IT. Ondernemers kennen hun werknemers en talenten niet goed genoeg.' Gian Ploegmakers (uitgever Regio Business) illustreert: 'Iemand die in het bestuur van een voetbalclub zit en daar de financiën doet, mag op kantoor bij wijze van spreken nog niet eens voor 1 euro iets bestellen!' Palland bevestigt: 'Inderdaad, ik vroeg laatst aan een ondernemer: wanneer krijgt een chauffeur de verantwoordelijkheid om een eigen vrachtwagen te kopen? Ik breng het wat gechargeerd, maar thuis beslist hij alles, heeft hij een hypotheek, terwijl hij zich in een organisatie aan allerlei regels moet houden en wordt afgeschermd. Als je de talenten van je medewerkers benut, vinden ze het uitdagend om binnen je organisatie te werken.' Hij wil hiermee niet alleen de transportbranche aanspreken, maar gebruikt het als voorbeeld om te illustreren dat ondernemers best creatiever mogen worden en niet hoeven blijven vast te houden aan de manier waarop ze al jaren werken. Rob Swaans nuanceert: 'Dat is makkelijk gezegd, maar in de praktijk moeilijk te realiseren. Een reden waarom er weinig jeugdige aanwas is in onze branche, is het onregelmatige leven van chauffeurs. En dan wordt van buitenaf makkelijk gezegd: ‘doe hier iets aan’. Maar ten eerste maak je in onze sector geen hoge marges en je kunt chauffeurs niet zomaar acht uur per dag laten rijden en laten rouleren. En aan de andere kant, de jongens die chauffeur willen worden, hebben ouders die chauffeur zijn en die nog op de oude manier gewerkt hebben. Dus denken die jongeren alleen maar aan het maken van extra uren om meer te verdienen en dat mag niet meer.'
Boterham
Carl Govers (ROC Tilburg) stelt dat het bij jongeren ontbreekt aan een correct beeld van de maatschappij. 'We moeten hen duidelijk maken dat het normaal is om je in te spannen om een boterham te verdienen.' Govers heeft ook een oplossing voor het imagoprobleem, namelijk: ‘maak het beeldend’. Hij vertelt: 'Ook de werkcoaches van het UWV hebben niet altijd een juist beeld van de logistiek. Daarom nodigen wij hen uit op open dagen om te laten zien wat het beroep echt inhoudt.' Geert-Jan Jaarsveld kaart nog een oorzaak aan: 'In het basisonderwijs staan vooral vrouwen voor de klas waarvan een groot deel weinig affiniteit heeft met bijvoorbeeld het vak van loodgieter. Voorafgaand aan de keuze voor een vervolgopleiding komen jongeren op school dus vrijwel niet in aanraking met technische beroepen. Daarnaast is het in een groot deel van de maatschappij zo, dat als je zoon zegt: ‘ik wil elektricien worden’, je als vader zegt: ‘kijk eens wat er nog meer te koop is in de wereld’.' Roberto Palland reageert: 'En jongeren hebben steeds meer beroepen om tussen te kiezen en zien hun ouders switchen van baan. Hierdoor is er ook minder ambachtelijke opvolging.'
Twitter
De installatie- en de transport- en logistiekbranche werken nauw samen met de beroepsopleidingen. Dit is ook een manier om aan nieuwe medewerkers te komen. Carl Govers vertelt: 'We organiseren regelmatig beurzen waar veel bedrijven zich presenteren en er zijn natuurlijk de BBL-trajecten waarin jongeren één dag per week naar school gaan en er vier werken. In de onderwijsbranche krijgen we overigens hetzelfde probleem: een groot aantal docenten stroomt de komende jaren uit, dus wij zoeken naar manieren om eigen leerlingen enthousiast te maken voor het vak van docent. Zo onderzoeken we de mogelijkheid om hiervoor LinkedIn en Twitter in te zetten.' Tot zover het debat over jongeren en ouderen. Hoe zit het met arbeiders uit andere landen? Veel Polen waren toch bereid om in Nederland aan de slag te gaan? Ligt daar dan niet de oplossing? 'Niet volledig', antwoordt Sander Buunk. 'De Poolse economie is een van de hardst groeiende van Europa, dus de trek van Polen aan de Polen wordt heviger. Wij moeten steeds meer inspanning leveren om aan de vraag te voldoen. We moeten zeer creatief zijn, een deel van de oplossing ligt in samenwerking tussen organisaties. Zo werken wij bijvoorbeeld samen met de Sociale Werkvoorziening Atlant Groep in Helmond, in plaats van elkaar als concurrent te beschouwen.' Het is ook niet zo dat veel Polen bereid zijn een bestaan op te bouwen in Nederland. Buunk schat: 'Wel is het percentage gestegen van twee naar circa acht procent. Zij volgen een vakopleiding, leren meer Nederlands en hebben een hypotheek.' Maar wij zijn toch een gastvrij land? Of valt dat tegen? Han Havekes: 'Gastvrijer worden, dat is de uitdaging voor Nederland.' Sander Buunk is het met Havekes eens. 'Ik kan echt geen vijftien buitenlandse timmerlieden leveren die perfect Nederlands praten', merkt hij op. Werkgevers zullen hun eisen dus bij moeten stellen en zich gastvrijer op moeten stellen. Roberto Palland vult aan: 'Ik snap dat SBA Euro zegt: leer een paar mensen Duits zodat ze kunnen communiceren met de Polen die wij kunnen inzetten. We moeten nog meer internationaliseren en Europeaan worden.' Han Havekes concludeert tot besluit: 'De wal zal het schip uiteindelijk keren. Geleidelijk zullen er oplossingen komen om met de krimp om te gaan.' En hij waarschuwt: 'De concurrentie tussen ondernemers zal groter worden, omdat ze allemaal in die kleiner wordende vijver van arbeidskrachten vissen.'