BOB Debat: Hoe kom ik aan geld?

Brussel biedt ondernemers ongekende kansen, dat klinkt fantastisch, maar waar liggen die kansen dan? In aanbestedingen en subsidies? En zijn die ook binnen te halen door de kleine en middelgrote ondernemer? Met de opmerking ‘Ik ben niet van de subsidies’ zet Jan Melis (Melis Gieterijen Tilburg) de toon van dit debat dat geleid wordt door Hanneke van Oirsouw (GROEIkwadraat). Andere ondernemers zijn het met hem eens en snappen bijvoorbeeld niet waarom ze subsidie kunnen krijgen voor een innovatie die ze sowieso moeten doen. Ook blijkt dat ze veel subsidies en organisaties die zich hiermee bezighouden, niet kennen.


Uitgave: Mei-Juni 2015
Thema’s: Ondernemen Businessevent Netwerken Subsidie

Bij Melis Gieterijen gieten ze metaal, brons en aluminium. Het bedrijf bestaat ruim 60 jaar. ‘Ik vind dat je uit moet gaan van eigen kracht. Subsidies kunnen zeker ondersteunend werken, maar er zit ook concurrentievervalsing in. Voor grote bedrijven is het eenvoudiger om subsidies binnen te halen dan voor kleine bedrijven’, gaat Jan Melis verder. Remco Dieperink (LOA Lak) is het roerend met hem eens. ‘In de basis ben ik tegen subsidies.’

Voeten in de aarde
LOA Lak in Tilburg coat en lakt diverse metalen oppervlakten, vooral voor de autoindustrie. ‘Wij lakken onderdelen voor vrijwel alle automerken die in Europa geproduceerd worden.’ Twee jaar geleden dwong Europese regelgeving hen een lakbad om te zetten om te voldoen aan de REACH richtlijnen. ‘Dat had nogal wat voeten in de aarde, omdat onze klanten allerlei producten opnieuw vrij moesten geven.’ Bovendien kostte het zijn bedrijf een hoop geld. ‘Ik ben net als een aantal andere ondernemers hier aan tafel niet voor subsidies. Aan de ene kant ben je gek als je er niet aan meedoet, maar als klein bedrijf weet je niet welke potjes er zijn en heb je continu het idee van alles mis te lopen.’ Josha Ober (Midpoint Brabant) reageert: ‘En precies daarom wil ik vanmiddag een aantal criteria benoemen waardoor in het vervolg bij jou de antennes omhoog schieten als jij iets met je bedrijf gaat doen waarvoor mogelijk subsidies beschikbaar zijn.’ Midpoint Brabant is een triple helix organisatie waarin overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken. Bedrijven uit de regio Midden-Brabant kunnen er terecht voor advies en begeleiding bij onder andere subsidietrajecten en andere financieringsvraagstukken. Erik de Ridder, de Tilburgse wethouder voor onder andere Economische Zaken, Financiën, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt geeft aan dat ook overheden profiteren van de kennis van een organisatie als Midpoint Brabant.

Samenwerken
Gastheer van dit debat is Mark Zaal. Sinds twee jaar is hij directeur van CZL in Tilburg, een bedrijf dat zich bezighoudt met oppervlaktebehandeling en het finishen van metalen onderdelen. Op dit moment zit hij midden in een Europese subsidieaanvraag bij Interreg. ‘Het verbod op chroom 6, een stof waar wij veel mee werken, dwingt ons een alternatief te ontwikkelen en dus om innovatief te zijn’, vertelt hij. Een consortium tracht het verbod genuanceerd te krijgen, zodat Chroom 6 gebruikt mag blijven worden. CZL werkt samen met een onderzoeksbureau aan een alternatief proces. Hij vertelt: ‘Het aanvragen van een Interregsubsidie is zo complex, dat een succesvolle aanvrager in ieder geval 30.000 euro subsidie ontvangt.’ Tijdens een rondleiding na het debat toont Mark Zaal zijn bedrijf, het staat vol met voor de leek indrukwekkende machines. Ook de chroombaden laat hij zien. ‘Hierin verchromen we onder andere gereedschapsonderdelen en delen van matrijzen.’ Josha Ober vertelt waarom zijn subsidieaanvraag een reële kans van slagen heeft. ‘Chroom 6 wordt verboden om de volksgezondheid te beschermen. Europa gaat in haar programmering sterk uit van maatschappelijke uitdagingen zoals gezondheid, vergrijzing en het klimaat. Hieraan is bijvoorbeeld het Europese Horizon 2020 programma voor een groot deel opgehangen. Met subsidies probeert de EU ondernemers te inspireren om met oplossingen te komen voor deze vraagstukken. Dus heel positief gesteld leggen ze ondernemers beperkingen op, maar helpen hen ook door subsidies te verstrekken om met innovatieve oplossingen te komen. Jouw aanvraag heeft echt een grote plus, je werkt samen, er gaat kennis naar Europa en je levert een oplossing voor een maatschappelijk vraagstuk.’

Een vuist maken in Brussel
Wethouder Erik de Ridder debatteert ook mee namens BrabantStad, het bestuurlijk netwerk van vijf Brabantse steden en de provincie. De organisatie streeft ernaar bij de top vijf te blijven horen van Europese regio’s van kennis en innovatie. Gezamenlijk zetten de gemeenten en provincie in op versterking van het economische en innovatieve vermogen van de gehele provincie. Hij vertelt dat bedrijven zelf met ideeën naar subsidieverstrekkers moeten komen. ‘Het is niet zo dat geld het goede doel zoekt, maar goede ideeën verdienen wel ondersteuning.’ Als nadeel van Europa noemt hij dat regels opgelegd worden, terwijl je naar subsidies moet zoeken. ‘Het zou eigenlijk andersom moeten zijn. Neem het chroom 6-verbod: dat wordt ons opgelegd, terwijl de subsidiemogelijkheden voor de meeste ondernemers ondoorgrondelijk zijn.’ Ook de wethouder ervaart dat hij verder komt als hij samenwerkt. ‘Als BrabantStad kunnen we een vuist maken in Brussel. We hebben een eigen lobbyist in Brussel en eentje in Den Haag. Neem de verbreding van de A58, daar profiteren veel steden van en dus trekken we samen op. Van onze samenwerking in BrabantStad profiteren ondernemers in de provincie ook, bijvoorbeeld doordat we verbindingen maken met Nord-Rhein Westfalen en Vlaanderen.’

Smart Industry en fieldlabs
Janwillem Verschuuren is ook kritisch op subsidies, al is hij wel van mening dat subsidies op ontwikkeling van innovaties de terugverdientijd en dus de risico’s omlaag brengen. ‘Waar ik voor ben, is Smart Industry. Alles wat ik onder die paraplu ontwikkel moet ik openbaar maken en de extra kosten die daarbij komen kijken, krijg ik gesubsidieerd.’ Hij is mede-eigenaar van De Cromvoirtse. Dit Oisterwijkse bedrijf levert al meer dan 30 jaar metalen platen en metaal op maat in diverse vormen zoals balken, kokers, buizen en hoeken. ‘Voorheen vooral in Brabant, maar sinds enkele jaren door heel Nederland. We hebben een systeem ontwikkeld waarmee klanten online eigen producten kunnen laten berekenen en die wij automatisch 24 uur per dag produceren.’ Over zijn link met het onderwerp van dit debat zegt hij: ‘Als Brabantpartner ben ik in Brussel geweest. De groep bestond vooral uit onderwijs, overheid en helaas slechts enkele ondernemers.’ Hoewel hij niet erg doordrongen was van het nut van de expeditie, leverde het hem wel iets op. ‘Ik kwam in contact met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en dat resulteerde in het predicaat Smart Industry. Ook zit ik in één van de fieldlabs van minister Kamp. Maar ik vraag me wel af: hoe kom ik aan geld, want dat geeft Smart Industry niet.’ Josha Ober reageert: ‘Die fieldlabs zijn in ieder geval heel kansrijk.’ En dat geldt volgens haar ook voor innovatieve productontwikkeling waar Nederlandse bedrijven zich, al dan niet samen met partners in Europa, mee bezighouden.

Innovatie als sleutelwoord
‘Zowel bij Europese als bij nationale subsidieprogramma’s, zijn innovatie en verduurzamen de sleutelwoorden. De Europese fondsen zijn verdeeld in enerzijds de Structuur- en Investeringsfondsen en anderzijds de thematische/sectorale fondsen die direct vanuit Brussel worden beheerd. Ondernemers in Midden-Brabant komen in aanmerking voor OPZuid-middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Voor samenwerking met partners uit andere Europese lidstaten zijn programma’s als Interreg VA Vlaanderen- Nederland, Interreg Noordwest-Europa en natuurlijk Horizon2020 interessant. Stimulus, gevestigd in Eindhoven, beheert het geld van de Europese fondsen voor heel Zuid-Nederland in het OPZuid-programma. Deze organisatie kun je gewoon bellen.’ Ze waarschuwt wel dat je als ondernemer exact volgens Europese regeltjes moet werken. De meeste ondernemers aan tafel geven aan nog nooit van Stimulus gehoord te hebben.  Servaas Dankers (ATS All Tape Supplies) merkt op: ‘En van Midpoint Brabant ook niet.’ En zo is er meer onwetendheid. Jan Melis bijvoorbeeld laat een bureau jaarlijks voor hem regelen dat hij een energiesubsidie krijgt. Janwillem Verschuuren heeft nog nooit van deze subsidie gehoord terwijl hij in een aanverwante branche werkt. Hij vraagt: ‘Waarom krijgen we die subsidie niet automatisch?’

Argwanend
Gian Ploegmakers, eigenaar van Regio Business wil ook graag weten waarom het systeem van subsidies nog steeds zo ingewikkeld is. ‘Waarom kennen ondernemers de instanties niet die ze hierbij kunnen helpen?’ Remco Dieperink merkt op: ‘Ik vind inderdaad de subsidiepotjes niet, maar de bureautjes die aan mij willen verdienen, vinden mij wel.’ En dat zijn nou net de partijen waar veel ondernemers argwanend tegenover staan. Maar er bestaan dus ook neutrale partijen. Josha Ober en Erik de Ridder geven aan dat zowel Midpoint Brabant als de gemeente hard werken aan meer zichtbaarheid. De Ridder: ‘We gaan een Ondernemershuis starten dat het wegvallen van de KvK moet opvangen en voor alle ondernemers de bron moet worden voor dit soort informatie. Het wordt een neutrale, niet-commerciële organisatie, net zoals Midpoint.’

OPZuid
Het doel van het overgrote deel van zowel de Europese als de Rijkssubsidies is stimuleren dat ondernemers meer samenwerken en daardoor innovatiever worden. Servaas Dankers is bij dit debat aanwezig als niet-benutter van subsidies. ‘Wij maken producten van zelfklevende tape op maat en leveren vooral aan het buitenland zoals de VS, Mexico en het Midden-Oosten. Slechts 12% gaat naar Nederlandse klanten. We doen wel iets met subsidies, maar dat is alleen nationaal. Ik denk dat we veel kansen laten liggen.’ Hij maakt wel gebruik van een nationale innovatiesubsidie. ‘Wij hebben hiermee bij een Duits bedrijf een nieuw soort folie laten ontwikkelen. Meerdere klanten vroegen hierom en omdat ik zelf alleen een verwerkings- en geen productielocatie heb, had ik hier een partner bij nodig.’ Janwillem Verschuuren loopt vast in een project dat ook erg innovatief is. Hij vertelt: ‘Ik wil de productie van kleine aantallen interessant maken door de productietijd te verlagen. Dit door inzet van snel programmeerbare robots. Ik weet zelf onvoldoende van robots dus heb samenwerkingspartners gezocht. Technische Universiteiten willen wel meedoen, maar alleen als ik voor het geld zorg.’ ‘Dit is nou typisch een project dat past bij OPZuid, ik word enorm enthousiast van Janwillems verhaal’, reageert Alexander Hermanns, directeur Innovatie bij INDICIA. Hij zegt: ‘Wij maken zelf gebruik van subsidies en helpen andere ondernemers bij OPZuidaanvragen.’

De weg weten
Een ander onderwerp dat tijdens dit debat voorbij komt, is aanbestedingen. Profiteert iedereen van Europese aanbestedingen of zijn regionale ondernemingen hierin kansloos? Gespreksleider Hanneke van Oirsouw vraagt: ‘Wie heeft hier ervaring mee?’ Jan Melis heeft er vooral minder goede ervaringen mee. ‘Vaak zijn de criteria onhaalbaar voor het MKB’, stelt hij. ‘Op de bonnefooi naar Brussel rijden en hopen dat je op een zak geld stuit, heeft in ieder geval geen zin’, reageert Erik de Ridder. ‘Je hebt iemand nodig die de weg weet.’ Dat geldt zowel bij aanbestedingen als subsidies. De debatsleider vraagt: ‘Is de bureaucratie te groot voor het MKB?’ Janwillem Verschuuren meent van wel. ‘Ik ben vier uur bezig geweest met mijn OPZuid aanvraag en ben nog niet halverwege de achttien pagina’s, omdat ik steeds van alles moest opzoeken. In die tijd had ik heel wat extra omzet kunnen draaien, terwijl ik straks slechts 4% kans heb om die OPZuid binnen te halen.’ Josha Ober en Erik de Ridder geven aan dat ondernemers moeten zorgen voor een kansrijke aanvraag. ‘Toets dus voor je een aanvraag indient of je voldoet aan de criteria, dus is het plan innovatief en heb je de juiste ketenpartners?’ schetst de adviseur van Midpoint Brabant. Ook bij deze instelling kunnen ondernemers hun kansrijkheid toetsen. Janwillem Verschuuren geeft aan dat dit soort triple helix organisaties meer zichtbaar moeten zijn en duidelijk moet zijn dat ze geen provisie krijgen. ‘Want vooral MKB’ers hebben een gezond wantrouwen, die vragen zich altijd af: hoe word jij er beter van? En: je doet dit vast niet voor niets?’ Het is ook van belang de juiste taal te gebruiken in een aanvraag. Alexander Hermanns: ‘Met INDICIA zijn we vaak tweede geworden bij aanbestedingen. Wij hebben geleerd dat het belangrijk is om de taal van de beoordelaar te spreken.’ Jan Melis reageert: ‘Inderdaad, zorg dat je de taal van de ambtenaren spreekt die jouw aanvraag beoordelen.’

Adviezen van de deelnemers:
Josha Ober: ‘Doe iets unieks en werk samen met partijen in de keten.’
Alexander Hermanns: ‘Spreek de taal van de beoordelaar.’
Erik de Ridder: ‘Goede ideeën verdienen ondersteuning.’
Jan Melis: ‘Innoveren en aandacht voor duurzaamheid horen impliciet bij het ondernemerschap.’
Mark Zaal: ‘Een verbod vanuit Europa kan bedrijven dwingen om innovatief te zijn.’
Janwillem Verschuuren: ‘Subsidie stimuleert het eerder nemen van risico’s.’
Servaas Dankers: ‘Innoveer met behulp van een partner.’
Remco Dieperink: ‘Organisaties als Midpoint Brabant moeten zichtbaarder zijn.’

< Alle thema's