De vrijdag voorafgaand aan dit gesprek opende de nieuwe vestiging officieel haar deuren. ‘We bestaan 25 jaar’, vertelt Anja. ‘En het viel op dat er vrijdag veel trainers van het eerste uur waren. We werken vooral met native speakers. Met name hoogopgeleide vrouwen die de liefde in Nederland vonden en thuis in het bedrijfsleven gezeten hebben. Ze zijn daardoor meertalig in de ruimste zin des woords.’
Verhuizen
‘Ik werk al sinds 1998 voor ILC, als docent Nederlands. Dirk van de Pol, oprichter van het instituut, heeft het in 2000 verkocht en er heeft daarna nogmaals een overname plaatsgevonden. Met wisselend succes.’ In 2014 werd het te koop aangeboden en werd Anja eigenaar. ’De reacties van mijn collega’s en ook van Dirk, nog steeds een goede bekende, waren enthousiast. Na de boel goed op een rijtje gezet te hebben, was mijn eerste stap: verhuizen.’
Hotemetoten
‘Onze klantenkring bestaat voor 90% uit bedrijven. Van high potentials (lachend: ‘Teveel Engelse termen hè? Zeg maar hotemetoten.’) tot groepen Poolse productiearbeiders. Sinds de economische crisis heeft er een verschuiving plaatsgevonden. Wanneer er bezuinigd moet worden, krijgt het opleiden van werknemers niet de prioriteit. En omdat ondernemingen vaker willen dat onze trainers naar hen komen, was er minder lesruimte nodig. Het oude pand werd daarom te groot.’
Niet snel ‘dutzen’
‘We gaan hier warm met elkaar om, het is net een familie. Onze grote kracht is flexibiliteit. Zowel qua trainingslocatie, inhoud als planning. Naast de veel voorkomende vreemde talen, trainen wij in het Zweeds, Arabisch, Japans, you name it. Dat kan omdat we een enorm netwerk aan freelancers hebben. Daarin onderscheiden we ons van de nonnen in Vught, met wie we altijd vergeleken worden. Behalve taal leren wij mensen ook over cultuur, die vormt een rode draad door de trainingen. Ga in Duitsland niet zo snel tutoyeren en snuit in Japan nooit in het openbaar je neus!’
Tekst: Henrike Brouwer
Fotografie: Kees Bennema