Albert en mede-columnisten Maurits Berendschot en Jaap Broekman ontmoeten elkaar bij Van Iersel Luchtman Advocaten in ’s-Hertogenbosch. Het glas van de vergaderruimte biedt een indrukwekkend uitzicht op het voortrazende verkeer op de A2. Het bord van afslag 21 richting Veghel staat felblauw te stralen in het zonlicht op deze voorjaarsdag half april.
Met kinderlijke verbazing
Maurits is sinds drie jaar senior portfoliomanager bij CapitalatWork in Breda. Daarvoor werkte hij in het bankwezen. ‘Ik vind het mooi dat ik van mijn werkgever columns mag schrijven. Dat past bij de ondernemersmentaliteit die bij ons heerst.’ Bij CapitalatWork beleggen ze voor vermogende particulieren, veelal ondernemers. Dit doen ze met een eigen team van analisten. Jaap is advocaat en partner bij Van Iersel Luchtman Advocaten. Hij is specialist arbeidsrecht en ondernemingsrecht. ‘Ik ben met plezier columnist, omdat een column de mogelijkheid geeft om op afstand beschouwingen los te laten op de rechtstaat. Er gebeurt van alles; de scheiding der machten staat onder druk door corona en globalisering. Ik vind het leuk daarover te schrijven.’
Het matchte niet
Stijn van Oosten, manager marketing en communicatie bij Van Iersel Luchtman Advocaten koos er in eerste instantie voor om Jaap ook als ghostwriter namens een collega te publiceren. ‘Maar op een gegeven moment matchte Jaaps teksten niet meer met de vrouwelijke collega van eind twintig die bovendien een ander specialisme had. Daar zijn we dus snel mee gestopt.’ Albert is als registeraccountant gespecialiseerd in fusies en overnames. Hij is partner bij Van Luxemborg en De Kok accountants en belastingadviseurs in Tilburg. ‘In mijn columns kan ik met kinderlijke verbazing naar de wereld kijken en dat vind ik erg leuk. Als ik zie dat ondernemers zich druk maken over onderwerpen als duurzaamheid, resourcing en automatisering dan krijg ik inspiratie voor een tekst.’ Het publiceren van een column in een business-to-business magazine is voor bedrijven een manier om zich te profileren. Mariëlle Ploegmakers, eigenaar van Regio Business merkt op: ‘Jullie durven uitgesproken te zijn en stoppen humor in jullie teksten. Ik vind dit een slimme manier om je te onderscheiden. Als dienstverlener onderscheid je je met de mensen, met je bedrijfscultuur en in mindere mate met de diensten die je aanbiedt.’ Met hun humor en uitgesprokenheid sluiten deze schrijvers aan bij de kernwaarden van Regio Business. ‘De derde is diepgang en ook dat zie ik terug in jullie columns.’
Uitzonderlijke blik
Albert viert dit jaar zijn tienjarig jubileum als columnist. Jaap schrijft een jaar of acht mee en Maurits ruim twee jaar. Schrijven ze anders door de coronacrisis? ‘Een deel van mijn klanten gaat erg onder de gevolgen van corona gebukt’, stelt Albert. ‘Dus is het interessant voor een column. Maar iedereen is coronamoe dus ik benoem het niet elke keer.’ Jaap herkent dat. ‘Het is bij elke editie een afweging; schrijf ik wel of niet over corona.’ De advocaat vindt dat er te weinig aandacht is voor ondernemers die in de problemen komen door corona. Media berichten massaal over mensen in de zorg, dat is terecht. In mijn column pleitte ik voor meer balans. Ook ondernemers hebben schrijnende verhalen te vertellen.’ De crisis biedt een uitzonderlijke blik op onze rechtstaat. ‘We zijn ineens bezig met onderwerpen als de aantasting van grondrechten en de invoering van noodwetten.’ Maurits grijpt de invloed van de crisis op de beleggingswereld aan om kennis te delen. ‘De gemiddelde burger begrijpt niet waarom de beurzen op Wallstreet stijgen terwijl de werkloosheid toeneemt en de wereld in brand staat. Dat leg ik graag uit.’ De portfoliomanager schreef ook over reflatie en hoe om te gaan met bedreigingen voor de aandelenmarkt.
Vrij braaf
Wat er nodig is om een treffende column te schrijven? Albert: ‘Het is zoals met ondernemen. Je kunt prima links rijden, rechts rijden ook, maar in het midden krijg je een ongeluk. Je kunt dus maar beter een mening hebben.’ In zijn beginjaren als columnist was hij vrij braaf. ‘Tot ik ontdekte dat scherp zijn en het dicht bij jezelf houden makkelijker is.’ Een leuk voorval bij een van zijn klanten is vaak aanleiding voor een column. Zo schreef hij over samenwerking in de regio. ‘Dozenschuivers die alles uit China halen, zaten begin corona in grote problemen. Dan schrijf ik niet: heroverweeg je inkoopbeleid eens, maar: doe normaal, haal spullen bij je buurman, want die kun je bellen.’ Maurits probeert zijn lezers altijd wijzer te maken. ‘Ik leg ingewikkelde materie en vaktermen zoals reflatie helder uit zodat de lezer iets opsteekt.’
Appje van de wethouder
Op elke column krijgen de drie reacties. Albert: ‘Ik kreeg een keer een appje van de wethouder. Ik wist niet dat hij mijn column las.’ Via LinkedIn reageren lezers met opmerkingen als: dat roep ik al jaren. Jaap herkent wat Albert vertelt. ‘Prikkelend schrijven is leuker, voor de schrijver en de lezer.’ De advocaat toomt zichzelf wel in. ‘Ik let op geen politiek linkse of rechtse mening te geven. Ik schrijf ten behoeve van kantoor, in een businessblad en niet in De Telegraaf. Als ik vrijuit zou willen schieten, was ik wel een blog gestart.’ Voor Albert is de belangrijkste grens zijn klant. ‘Mijn klant is nooit herkenbaar. Ik schrijf vanuit ondernemersperspectief en dat doe ik zeer uitgesproken.’ Dus schreef hij dat ondernemers best medewerkers mogen ontslaan in crisistijd. ‘Ze runnen toch geen sociale werkplaats?’ Vooruitkijken is een vast onderdeel in Maurits columns en hij zorgt altijd voor wat positiviteit. ‘De beurzen gaan altijd weer omhoog.’ Of zoals Albert in zijn meest recente column schreef: er is licht aan het einde van de tunnel.
Tekst: Sara Terburg
Fotografie: Marloes Kemps