Gebouw 88 in de Spoorzone is sinds kort de vestigingsplaats van het Midpoint Center for Social Innovation (MCSI). Innovatie zit niet in een gelikt kantoorpand, maar in de creativiteit van mensen en in het vermogen van ondernemers om innovatieve ideeën op
waarde te schatten en te stimuleren. En daarom debatteert men hier. Bert van Helvoirt (SHFT Smart Innovative Concepts) zorgde voor deze bijzondere debatlocatie. ‘Omdat ik meer met innovatie wilde doen, ben ik naast mijn hoveniersbedrijf SHFT gestart. Een van onze projecten is het MCSI. Hier werken zzp’ers die een flexibele werkplek huren, maar ook mkb’ers en medewerkers van grotere organisaties die elkaar hier ontmoeten om samen innovaties te ontwikkelen op maatschappelijk en economisch vlak. Binnen het MCSI draait het veelal om een slimme combinatie tussen maatschappelijke én economische waardecreatie. Ook over euro’s dus.’
Vernieuwen met resultaat
Gespreksleider Hanneke van Oirsouw (GroeiKwadraat) wil van de debaters weten wat zij onder innovatie verstaan. Bert van Helvoirt: ‘Je kunt innoveren binnen je productieproces, binnen je marktdomein met nieuwe product-marktcombinaties en door nieuwe verbindingen te maken tussen vakgebieden.’ Volgens hem zouden bedrijven op alle drie de niveaus bezig moeten zijn. Uit het debat blijkt dat de debaters allemaal op hun eigen manier met innovatie bezig zijn. Ben van de Wijgert (Datacenter Brabant en ParkNed) voegt aan Berts verhaal toe: ‘Innovatie is vernieuwen met een bepaald succes als resultaat.’
Openheid
In het bedrijf van Sander Schröder (Coenradie) vindt innovatie plaats door samenwerking tussen bedrijven en vakgebieden. Coenradie is een ingenieursbureau dat zich onder meer bezighoudt met landmeten en industrieel meten. ‘Wij werken samen met bouwkundig tekenaars. Wij missen het specialisme van bouwkundige modellen maken en zij kunnen niet zo specifiek meten als wij. Zo werken wij onder andere samen in het herbestemmen van bestaand vastgoed.’ Ruud van Leeuwen (Loket) geeft aan dat op een dergelijke manier samenwerken vaak ingewikkeld is, omdat er openheid voor nodig is. ‘Wij merken dat technische bedrijven soms zeer beschermend zijn ten aanzien van hun producten en dat maakt samenwerken lastig.’ Het doel van een samenwerking is volgens hem dat beide partijen er in gelijke mate van profiteren. Ook Bert van Helvoirt heeft een mooi voorbeeld van hoe uiteenlopende vakgebieden elkaar vooruit kunnen helpen. ‘Met 30 organisaties waaronder een tweetal gemeentes, Fuji, De Wever, enkele MKB-bedrijven en de Efteling hebben we bekeken welke maatschappelijke thema’s opkomend zijn en hoe
we die kunnen vertalen in nieuwe manieren om die, met onze bedrijven, aan en op te kunnen pakken. Dit was een enorme inspiratiebron en er zijn lijntjes ontstaan tussen de meest uiteenlopende partijen. Een zorgorganisatie en een attractiepark hebben meer overeenkomsten dan je zou denken, bijvoorbeeld op het gebied van beleving en hospitality.’
Vertrouwen
Naast openheid, is vertrouwen cruciaal voor het slagen van een samenwerking die innoveren als doel heeft. Marcel Houben (Thermaflex Isolatie): ‘Thermaflex is groot geworden door innovaties. We zijn gegroeid naar een professionele organisatie door medewerkers veel eigen verantwoordelijkheid te geven en later ook samen te werken met andere bedrijven. Ik adviseer om doelen goed vast te leggen en in de samenwerking elkaar iets te gunnen. Dit hebben wij in de praktijk gebracht door een event te organiseren waar
onze stakeholders met elkaar contact konden leggen en kunnen samenwerken met elkaar.
Indien nodig zonder ons erbij! De positieve reacties van de aanwezigen waren een bevestiging dat de openheid gewaardeerd werd.’ Ook Sander Schröder is doordrongen van
de positieve uitstraling van innoveren. ‘Bij het binnenhalen van klanten werkt innoverendzijn als een prima PR-tool en dat geldt ook voor het binnenhalen van talentvolle
medewerkers. Maar wij moeten ook innoveren, want anders hebben we over vijf jaar geen business meer.’ Ruben Kolfschoten (Brabantse Ontwikkelings Maatschappij) merkt op: ‘De essentie is dat je op korte termijn je bedrijf draaiend moet houden, maar innovatie is noodzakelijk om je bedrijf ook in de toekomst te laten draaien.’ Ondernemers kunnen volgens de debaters nog veel stappen maken waar het innoverend vermogen betreft. Marcel Houben: ‘Als ik soms zie waar vertegenwoordigers van mogelijke leveranciers mee naar buiten gestuurd worden. Als wij partijen zoeken om iets mee te ontwikkelen, dan horen we regelmatig: ‘wij hebben dit product’. En als ik dan vraag: ‘ik zoek iets anders zou dat ook kunnen’, dan klinkt het weer: ‘Uh nee, wij hebben dit product’. Ik geef ze de mogelijkheid mee te werken aan iets moois wat uiteindelijk ook kan leiden tot omzet en innovatie voor de leverancier zelf en dan krijg je zo’n reactie! Bedrijven zouden naar dit soort gesprekken iemand mee moeten sturen die technisch is, niet alleen die vertegenwoordiger.’ Ook Bert van Helvoirt benadrukt dat het goed is anderen soms het grootste deel van de opbrengst te gunnen. Om teleurstellingen te voorkomen, legt hij afspraken vast in een Innovative Contract Design. Dit product is in ontwikkeling door Tilburg University in samenwerking met het MCSI. ‘Hierin staat hoe de samenwerking is opgebouwd. De stappen waarover je afspraken maakt zijn klein waardoor je snel kunt starten en duidelijke doelen hebt. Ook bevat het een conflict resolution voor als het misloopt. Bovendien kunnen ondernemers in deze constructie fouten maken, ervan leren en doorgaan, want ook dat is innovatie.’
Samenwerking stopzetten
Ruud van Leeuwen is benieuwd naar de ervaringen van de andere debaters rond het stopzetten van samenwerkingen. Van Leeuwens werkgever (Van Spaendonck) ontwikkelde
onder de naam Loket een innovatieve en complete SAAS-applicatie voor de personeels en salarisadministratie. ‘Van de tien innovaties die wij starten, stoppen we er acht voortijdig. Maar innoveren is voor ons geen speeltje, we moeten innoveren om te kunnen blijven bestaan. Ik geef weleens het volgende voorbeeld: Stel, wij hebben de illusie te leven van salarisstroken. De Belastingdienst komt met vooringevulde aangiften en kan dus ook met vooraf ingevulde salarisstroken komen. Waar verdienen wij over vijf jaar ons geld dan mee?’ Binnen zijn bedrijf krijgen medewerkers vier uur per maand de tijd om te innoveren. ‘Voor sommigen is dit lastig, die vragen me wat ze met die vier uur moeten doen. Ik adviseer hen altijd om eens te gaan praten met collega’s uit een totaal andere branche.’ De andere debaters zijn positief over deze manier van investeren in innoveren. Bert van Helvoirt adviseert: ‘Neem de tijd om te innoveren, bijvoorbeeld zoals met die vier uur per maand waar Ruud van Leeuwen over vertelde. Probeer dat eens zeven jaar uit.’ Binnen ieder bedrijf zijn medewerkers die creatief genoeg zijn om innovaties te ontwikkelen. Ralf Schellekens (Duobond International) schat in dat 20% van de mensen in een organisatie enthousiast zijn over innoveren en actief mee willen denken.
Innoveren in eigen huis
Als een bedrijf in eigen huis wil innoveren op productgebied, dan is het van belang dit goed in de processen in te passen. Marcel Houben: ‘Behalve dat wij aan ontwikkeling in de breedste zin doen, zijn we ook een productiebedrijf. Je zit met de uitdaging van produceren en het kunnen testen van innovaties op dezelfde productielijn. Als je dat niet goed met elkaar afstemt kunnen conflicten ontstaan tussen collega’s. Bij innovatie hoort testen. Dus alle betrokkenen hierin mee laten denken is essentieel. Een ander probleem dat kan ontstaan, is als je een innovatie niet gestructureerd naar de operationele afdelingen overdraagt. Hiervoor is het belangrijk dat alle partijen bij elkaar gaan zitten en innovaties stap voor stap worden opgenomen in het dagelijkse werkproces.’ Bert van Helvoirt herkent wat Houben vertelt. ‘Het kan lastig zijn om de dagelijkse gang van zaken en echte vernieuwing slim aan elkaar te knopen en ik betwijfel of het altijd handig is zaken binnen je eigen productieomgeving te testen.’ Ben van de Wijgert herkent Houbens verhaal juist totaal niet. Het ligt er blijkbaar aan in welke branche je zit en of je producten of diensten levert. Hij geeft ook aan dat niet iedere branche jaren de tijd kan nemen voor een innovatie. ‘Als een relatie van ons een bepaalde verbinding nodig heeft, moeten wij die zo snel mogelijk samen met andere partijen zien te realiseren.’
De klant en innovatie
Innovaties ontstaan dus ook als reactie op een vraag uit de markt. Dré Stevens (Gianotten Printed Media): ‘Begin 2000 kregen we een aanvraag uit Ierland en later uit Costa Rica voor een brochure voor een medisch product die echt foutloos moest zijn. Om dit te kunnen realiseren, hebben we veel gepraat met mensen buiten onze branche. Als je dit wilt doen, moet je anderen ook bij jou binnen laten kijken.’ Ralf Schellekens is positief over innovatie als reactie op een klantvraag. ‘Als een klant je vraagt een product te optimaliseren dan heb je gelijk een bedrijf waarin je het kunt testen.’ Ruud van Leeuwen reageert: ‘Echte innovaties lopen voor de behoefte van de klant uit. Als de klant ergens om vraagt, leidt dit tot procesoptimalisatie en dat is iets anders.’ Dré Stevens werpt tegen: ‘Er zijn meerdere soorten innovaties, zoals die van Apple, dat mijlenver vooroploopt op vragen van de klant. Maar door naar de klant te luisteren, ontstaan zeker ook innovaties.’
Naar buiten gericht
Zeker in economisch zware tijden, steken de meeste ondernemers liever geen tijd en geld in innovatieve zaken. Maar de debaters hier aan tafel vinden dat innovatie noodzakelijk is voor het voortbestaan van bedrijven. Bert van Helvoirt: ‘Ik merk bij mijn bedrijf in groenvoorzieningen het volgende: ik ben altijd met innovaties bezig, maar als de zaken goed gaan, heeft niemand er tijd voor. Zodra er kleine haarscheurtjes in de markt ontstaan, trekken ze de ideeën die er soms al drie jaar liggen van de plank en doen er iets mee.’ Het is zeker relevant te vragen hoe een bedrijf ingericht zou moeten zijn om succesvol te kunnen innoveren. Ruben Kolfschoten noemt twee belangrijke kenmerken: ‘Je moet flexibel en naar buiten gericht zijn.’ De debaters zijn het hiermee eens en geven aan dat een ondernemer zijn team ervan moet overtuigen ook te innoveren in goede tijden. In slechte tijden is er geen geld meer voor en ben je dus te laat. Ruben Kolfschoten constateert: ‘Wij zien maar weinig innovaties waarbij ICT geen rol speelt.’ Sander Schröder haalt The Internet of Things aan. ‘In The Internet of Things kan alles met alles communiceren. Als je als innovatieve denker een lijntje kunt leggen tussen alles wat je om je heen ziet, een lijntje dat een ander nog niet gelegd heeft, dan kun je in grote mate gebruik maken van alle data om ons heen. Een dergelijke innovatie hangt aan elkaar van zoveel samenwerkingen en ICT, dat kunnen we ons nu nog niet eens voorstellen.’
Het is goed zo
Vernieuwing op product- of procesgebied, geïnitieerd door klanten of juist door mensen in bedrijven; hoe dan ook: innovaties ontstaan uit de creativiteit van mensen. Ben van de Wijgert zegt: ‘Ik was bij een bedrijf dat kranen maakt voor schepen. Dan denkt ik meteen, waarom staan die kranen niet op vrachtwagens? Terwijl dat bedrijf denkt: het is goed zo, we hebben het al druk genoeg.’ Ruud van Leeuwen: ‘En dat is nu precies het soort idee dat je als ondernemer moet aanjagen. Als je tevreden bent met wat er is, komt er geen verandering.’
Adviezen van de deelnemers:
Bert van Helvoirt: ‘Leg afspraken rond samenwerkingen met innovatie als doel, duidelijk vast. Stel meerdere doelen vast die je met kleine stappen bereikt.’
Ruud van Leeuwen: ‘Ga eens praten met collega’s in een totaal andere branche.’
Dré Stevens: ‘Neem kleine stapjes, denk niet in termen van uitvindingen. Wij hebben onze medewerkers bijvoorbeeld getraind in SMART en LEAN. De kleine plannen die mensen van daaruit ontwikkeld hebben, bleken het meest succesvol.’
Sander Schröder: ‘Bij het binnenhalen van klanten werkt innoverend zijn als een prima PR-tool en dat geldt ook voor het binnenhalen van talentvolle medewerkers.’
Ruben Kolfschoten: ‘De communicatie binnen je bedrijf efficiënter maken, kan al een belangrijke innovatie zijn.’
Ralf Schellekens: ‘Bezoek eens een beurs van een branche die je totaal vreemd is, dat is erg leerzaam. Kijk wat je aanspreekt en doe daar iets mee in je eigen bedrijf.'
Ben van de Wijgert: ‘Creëer een omgeving waarin klanten je continu uitdagen om te vernieuwen. Stimuleer veeleisende klanten.’
Marcel Houben: ‘Zorg voor mensen in je team die innovaties in kunnen passen in de dagelijkse bedrijfsvoering.’
Het volgende BOB Debat vindt plaats op dinsdag 9 december. Het thema is dan Alternatieve financieringsvormen. Wilt u meepraten over dit onderwerp en in de volgende editie van Regio Business verschijnen? Meld u dan aan via het contactformulier op www.regiobusiness.nl. Een e-mail sturen kan natuurlijk ook: info@regio-business.nl.