Woonlandschap de Leyhoeve in Tilburg is de uitgelezen locatie om te debatteren over de visie op bouwen 2020. Dit project is het resultaat van twaalf jaar hard werken aan een totaal nieuw concept. De Leyhoeve geeft vorm aan het nieuwe wonen voor de 55-plusser van vandaag de dag. Een respectvolle plek waar mensen voor zorg terecht kunnen, gerealiseerd vanuit de behoefte van de mens en niet vanuit de anonieme kille begroting. Een idee dat bij Hendrik Roozen (Roozen Van Hoppe) puur uit noodzaak is ontstaan, doordat zijn ouders te vroeg van elkaar gescheiden werden vanwege lichamelijke problemen van zijn vader. Dit zette Hendrik ertoe aan na te denken over hoe het scheiden van mensen op latere leeftijd in een cruciale fase van het leven vanwege lichamelijke of geestelijke klachten voorkomen kan worden.
Paniek op de markt
Hanneke opent het debat met de stelling: ‘Veel bedrijven zijn niet in staat tijdig de noodzakelijke kanteling te maken van traditioneel aanbod- naar vraaggericht.’ Koen van der Meijs (Somers Schildersbedrijf en totaal onderhoud) reageert direct: ‘Je moet wel de middelen hebben om de kanteling te maken. Als schildersbedrijf werken wij resultaatgericht, we komen uit een lastige tijd en moeten blijven investeren. De traditionele bouw is momenteel vaak gebaseerd op falen. Die faalkosten willen wij eruit halen door aan de voorkant goed te luisteren naar onze klant.’ Willem van Boxsel (Van Boxsel Engineering) vindt de stelling achterhaald. ‘Wij werken vraaggericht en moeten flexibel kunnen werken en ontwerpen. We hebben de afdeling engineering anders ingericht. Er is zoveel paniek op de markt; de actualiteit lijkt te sturen hoe er geacteerd wordt.’ ‘Aanbodgericht werken bestaat niet’, aldus Hendrik Roozen. ‘Je stelt naar aanleiding van het Programma van Eisen eerst een goed plan op en daarmee ga je aan de slag.’ Opdrachtgevers van CIER Architecten organiseren vaak klantenpanels. John Trommelen legt uit: ‘Eerst bevragen we de consument en dan gaan we pas ontwerpen en bouwen. Wat wil de markt? Momenteel worden veel conceptwoningen gebouwd, de rol van de architect beperkt zich daarbij tot het ontwerpen van de esthetische vormgeving van de woning.’ Roy Pellikaan (Pellikaan Bouwbedrijf) knikt instemmend. ‘De klant leren begrijpen en ervoor zorgen dat de klant jou begrijpt, dat is het allerbelangrijkste. Wij laten ons ook inspireren hoe andere branches in contact staan met hun gebruikers. Wij staan continu in verbinding met mensen, ook via social media. Wat vindt de klant, exploitant en eindgebruiker mooi, laat ze meepraten en ontwikkelen.’
Ordinair investeren
Bouwend Nederland krijgt van Hendrik Roozen een dringend advies: ‘Zet de klant centraal. De hele keten communiceert zonder de klant centraal te stellen.’ Laurens van Rij (De Leyhoeve): ‘De crisis is pas een jaar voorbij en de meeste bedrijven zijn nog niet klantgericht. Nu we wat meer vet op de botten hebben, moeten we juist daarin investeren.’ Volgens Hendrik moet iedere ondernemer risico durven lopen en dwars door die bouwkolom heen gaan. ‘Betrek de gehele keten’, adviseert hij. ‘Wij pakken alles aan van de koetjesgrond tot en met de eindoplevering; daar moet alles inzitten. Het is ordinair investeren in wat de klant wil.’ Hans van den Bersselaar vertelt dat hij binnen zijn bedrijf Jos van den Bersselaar Constructie druk gezet heeft op de kanteling naar vraaggericht werken. ‘We zitten tegenwoordig veel dichter bij de klant, zijn betrokken bij het voortraject waardoor we veel beter kunnen inspelen op de wensen van de klant. De organisatie is anders ingericht en we focussen ons meer op engineering.’ Ook Reijrink Staalconstructies heeft tijdens de crisis grote bezuinigingen doorgevoerd. ‘We zetten nog meer in op tekenen en engineering; iets wat we al meer dan vijftien jaar doen’, lacht Willem Reijrink. Corné Geerts (VVBHUSAN) ziet een spagaat ontstaan tussen commerciële bedrijven en semi-ambtelijke instellingen. ‘Als verfgroothandel adviseren wij onze commerciële klanten. Vanwege het wegvloeien van kennis bij hun opdrachtgevers, werken wij juist vaak aanbodgericht, naast het inspelen op de vraag.’
Vraagverandering
Sinds anderhalf jaar is Gerard te Boekhorst directeur van Van Wijlen Duurzame Installatietechniek. ‘Onze branche kantelt van bezit naar gebruik. We gaan dus licht en warmte/koude opslag leveren. We zullen anders moeten gaan werken; geen laagste prijs, maar een langere levensduur.’ Koninklijke Martens is toeleverancier van kunststof, beton en prefabbeton. John Martens vertelt: ‘Wij zijn vaak initiator, bieden onze producten aan en kennen niet veel vraagverandering. Als ik naar 2020 kijk, zie ik dynamiek in de sector. De toeleveranciers jagen elkaar momenteel op met procesinnovatie en procesoptimalisatie. Er moet nog veel gebeuren, maar dit is een stapje in de goede richting.’
Overcapaciteit
De crisis is te snel opgehouden in de bouw. Daarover is iedereen het aan tafel eens. ‘De sector kampt nog steeds met overcapaciteit. De grote bouwondernemingen kennen te lage rendementen. Ik zie betere kansen voor middelgrote regionale bouwers, mits zij sterke strategische samenwerkingsverbanden kunnen vormen’, voorspelt Hans van den Bersselaar. ‘Als het dan weer een beetje gaat, doen we weer wat we altijd deden: traditioneel bouwen.’ ‘Waarom is de bouw dan nog altijd zo traditioneel?’, vraagt Hanneke. Hans: ‘Omdat we geen serieproductie doen, maar steeds een uniek project bouwen. En dat doen we niet in een geconditioneerde fabriek, maar op een bouwplaats waar geïmproviseerd moet worden. We staan letterlijk in de modder, regen en kou. Ons kantoor waaruit het hele proces moet worden gestuurd is een bouwkeet met beperkte voorzieningen. Dit maakt dat vaak wordt teruggegrepen op bestaande technieken en dat komt bij de buitenwereld over als ‘traditioneel’. Niet geheel terecht, want in de bouwsector vinden wel degelijk volop innovaties plaats.’ Willem Smetsers (Van Dijnsen Installatiewerken & Beveiligingen) lacht bij de herinnering aan een oplossing die hij twintig jaar geleden moest aandragen. Recent kwam hij exact hetzelfde probleem tegen. In die twintig jaar dat hij in de bouw werkt, is er wat dat betreft niets veranderd.
Loyaliteit
Volgens Willem van Boxsel moet er in de keten veel meer samengewerkt worden. Integraal ontwerpen is volgens John Trommelen dé oplossing. Henrik Roozen geeft aan dat dat maar op één manier kan: ‘Ons bouwteam; elkaar scherp houden in goede en slechte tijden. Het is een kwestie van vertrouwen, maar vooral van loyaliteit! Het is niet erg om elkaar ‘wijs’ te maken, dat mag best. Het bouwteam moet gezamenlijk zijn schouders onder een project zetten.’ Volgens Laurens van Rij begint het met de plaatjes. ‘Als we allemaal transparant zijn, is de hele keten transparant!’ Gerard te Boekhorst: ‘Als zestien installateurs hun prijs sturen naar één aannemer, dan worden de partijen tegen elkaar uitgespeeld. De laagste prijs zet alles onder spanning en levert de grootste zorgen op.’ Voor Hans van den Bersselaar is dit herkenbaar en dagelijkse kost. ‘Prijs blijft het belangrijkste keuzecriterium, dan pas komen andere zaken als kwaliteit, leverbetrouwbaarheid, loyaliteit, garanties, etc.’ Gerard te Boekhorst wijst de deelnemers erop ook naar de levensduur en energievolume garantie te kijken. ‘Dat klinkt mooi’, zegt Hendrik Roozen. ‘Maar wie geeft deze garantie? De bouwer, installateur of conceptontwikkelaar? Wie zijn ‘wij’ over 25 jaar?’ Hendrik adviseert de termijn korter te maken en garanties op de beurs of bij verzekeringsmaatschappijen te verzekeren, zodat klanten weten dat er een echte garantie bestaat.
Wat is duurzaam?
Op alle websites van de deelnemers van dit BOB Debat komt het woord duurzaam voor. Als we inhoudelijk kijken naar duurzaamheid, noemt Koen van der Meijs bijvoorbeeld bio-based verf als duurzaam product binnen zijn bedrijf. Ook Roy Pellikaan heeft meerdere duurzame technologieën in eigen exploitatiekeuken getest, die ze met veel overtuiging aan hun klanten verkopen. Wat is duurzaam? De discussie laait op. Laurens van Rij geeft zonnecellen als voorbeeld. ‘Dat is het meest onpraktische wat je kunt installeren als je kijkt naar duurzame afkomst. Een juist voorbeeld is het beton in de Leyhoeve dat cradle-to-cradle is.’ ‘Hebben jullie er weleens over nagedacht wat accu’s voor milieuvervuiling opleveren op lange termijn’, haakt Hendrik in. ‘De accu’s van Tesla zijn veel meer belastend voor het milieu dan een V12 motor van een BMW. Duurzaamheid moet je altijd terug kunnen koppelen naar gebruikersvriendelijkheid. Bijvoorbeeld warmte/koude opslag. De gebruikersvriendelijkheid is perfect, het werkt en is een stuk goedkoper in gebruik.’ Van Wijlen Duurzame installatietechniek wil in ontwikkeling vooroplopen door een energieneutraal pand neer te zetten, waarbij helemaal geen fossiele brandstof meer gebruikt wordt. Koninklijke Martens is het enige bedrijf in Nederland dat op eigen initiatief kunststofbuizen maakt met windenergie. Willem Reijrink vertelt dat zijn staalproducten 100% recyclebaar zijn. ‘Daar kan niemand tegenop; wij kunnen ons staal altijd blijven omsmelten.’ Hans knikt: ‘Of de stalen balken ter plekke weer hergebruiken, daar moet economisch voordeel mee te behalen zijn. De finetuning in de staalbranche is duurzaamheid. Dat blijft nog even toekomstmuziek, maar we zijn altijd bezig met innovatie.’
Overleven
Hanneke van Oirsouw legt de laatste stelling op tafel: ‘Zonder nieuwe vormen van financiering is het succes van de bouwsector in 2020 twijfelachtig.’ Hendrik Roozen is er heilig van overtuigd dat je zelf een belangrijke rol speelt. De Leyhoeve is een gebouw en dat is het resultaat van het concept. ‘Zoals ik al eerder aangaf: doorbreek de keten en trek het project door in fi nancieringsland. Problemen zijn er om opgelost te worden. Zoek partijen die bijvoorbeeld die 30% vullen, die de bank niet wil investeren. Wanneer de bank niet met nieuwe financieringsvormen komt, heft zij zichzelf op termijn op.’ Corné is een voorstander van leaseconstructies: zelf in bezit houden en zelf in de markt zetten. Willem Smetsers geeft Duitsland als voorbeeld waar crowdfunding voor hypotheken een groot succes is. ‘In de zorgsector is de zorginstelling zelf verantwoordelijk voor het vastgoed. Overheidsgerelateerd geld werkt niet meer. De Leyhoeve is daarvan het bewijs’, aldus Hendrik Roozen. Willem van Boxsel vindt dat de geldstromen sinds de crisis uit een ander potje komen. ‘Dat heeft even tijd gekost voordat iedereen die nieuwe werkelijkheid kende.’ Hij verwijst naar de tijd voor de crisis: ‘Toen was het een loterij zonder nieten.’ ‘Ach, de opportunisten van 2008. De bubbel groeit weer op dit moment’, verzucht Hendrik. Corné Geerts: ‘Je overleeft alleen als je kunt anticiperen. Je onderscheiden en je concurrenten net een stap voorblijven. Oog voor ontwikkelingen en veranderingen, dat geldt voor iedereen.’ Maar visionairs zijn geen ondernemers, volgens Laurens: ‘Je moet de trends volgen en de demografie in de gaten houden. Als je weet dat het huidige aantal senioren de komende jaren van 1,8 naar 4 miljoen gaat groeien, dan gaat er iets veranderen. Daar moet je op anticiperen in plaats van door te gaan in de waan van de dag. Don’t go with the flow.’
Tekst: Ingrid Roets
Fotografie: Raldo Neven