Deel 2
Leidinggeven valt het soms écht niet mee. In een vorige column gaf ik dat al aan. Vooral als je je goed hebt voorbereid, maar de dingen lopen niet zoals je verwacht. Herkenbaar? Zo was ik een paar maanden geleden betrokken bij een omvangrijk verandertraject van een ambitieuze organisatie (meerdere locaties met een twintigtal kleinere teams). De verandering die moest gaan plaatsvinden, betrof het ontwikkelen en uitrollen van een vooruitstrevend onderwijsconcept. Ik ving reacties op zoals ‘doen we het niet goed?’, ‘dat gaat niets worden!’ en ‘dan moet er op ICT-gebied nog heel wat gebeuren!’ begrijpelijke reacties wellicht, maar die soms ook alle energie opslurpen. De moed zakt dan in je schoenen. Maar ja, als leidinggevende moet je dan op zoek naar wegen om toch de voortgang en het tempo erin te houden.
De directie ervoer dit zelf ook en hun irritatie was zichtbaar. Men kwam met het voorstel om een dagje te stoeien over de vraag hoe ruimte te kunnen geven aan creativiteit en innovatie. Een cruciale vraag, want ze waren doorgeschoten in het vasthouden van controle. Het was bekend: alles wordt formeel vastgelegd, vaste formats en zonder handtekening geen besluit. Voor de directie een keiharde confrontatie: hun kracht bleek in dit veranderproces meteen hun zwakte! Ik was blij met deze suggestie te willen veranderen. Nog teveel managers blijven maar doorploeteren en vasthouden aan bestaande methodes, terwijl de huidige wereld vooral veel vraagt van ‘agility’ van een bedrijf, oftewel de capaciteit om snel te reageren op veranderingen. Dit vraagt creativiteit en loslaten, voor velen vaak tegennatuurlijk gedrag (overigens zit je met een nog groter probleem als de directie denkt: ‘het zal wel loslopen’).
Deze spagaat ‘creativiteit versus controle houden’ stond die dag centraal; meningen, gevoelens en ideeën werden gedeeld en geleidelijk vond men de juiste balans. Men werd meer bewust van het probleem en vanaf dat moment werd het ook veel makkelijker bespreekbaar. De irritatie verdween. Er kwamen diverse suggesties om minder strak vast te houden aan het masterplan, goed in te spelen op de lopende processen, signalen van medewerkers serieus te nemen en regelmatig de voortgang te bewaken. Voor mij werd ook weer meteen duidelijk dat de volgende spreuk staat als een huis: ‘Er lopen geen oude wegen naar nieuwe bestemmingen’.