BOB Debat: Mobiliteit 2020

Zelfrijdende auto’s, truck platooning, elektrische fietsen en drones. Technologische innovaties volgen elkaar in rap tempo op en zijn aanjagers voor een revolutie in de mobiliteitsmarkt. Door de overdaad aan mobiliteitsoplossingen missen we het overzicht; maatregelen worden uitgesteld of helemaal niet genomen. De ontwikkelingen voor smart mobility gaan razendsnel, maar leveren ook veel vragen op over aansprakelijkheid, cybersecurity, data, privacy en impact op de infrastructuur. Hoe ziet mobiliteit er in de toekomst uit? En wat kan of moet je als ondernemer met deze innovaties? Gespreksleider Bert Damen vraagt het de tien deelnemers aan het BOB Debat.


Uitgave: Sept-Okt 2017
Thema’s: Mobiliteit Transport & Logistiek Transport Transporteur Autobedrijf Dealerbedrijf Debat

Het BOB Debat over de toekomst van de mobiliteit vindt geheel toepasselijk plaats bij E-Milers.com / Segway Nederland in ‘s-Hertogenbosch, trendsetter op het gebied van innovatieve, elektrisch aangedreven personal transporters en vervoermiddelen. Voor het debat van start gaat mogen de deelnemers de producten uittesten. Op het parkeerterrein van E-Milers.com / Segway Nederland worden voorzichtig of juist vol bravoure de Segway, elektrische fiets of elektrische scooter uitgeprobeerd. De één stapt voor het eerst op deze moderne vervoermiddelen, voor de ander is het een hernieuwd weerzien. Onder de nodige aanmoediging worden de eerste rondjes gereden. ‘Staat deze scooter nu uit? Deze is zo stil; ik hoor het niet’, lacht Bram Hendrix van AutomotiveNL.

Trillende helm
Dan is het tijd om aan te schuiven aan de debattafel, die midden in de showroom staat. Na een voorstelronde trapt gespreksleider Bert het debat af met de vraag: ‘We hebben het vandaag over de toekomst van mobiliteit, waarin smart mobility een grote rol speelt. Maar wat wordt nu precies onder deze definitie verstaan?’ Bram reageert: ‘Dat is zeer breed: van niet-reizen tot aan zelfrijdende auto’s. Maar smart mobility impliceert ook dat we in het verleden ‘dom’ hebben gedaan. Dat is niet het geval. We hebben alleen meer technische mogelijkheden en meetinstrumenten om slimmere keuzes te maken op het gebied van mobiliteit.’ Frank Hermans, Ericsson Benelux, vult aan: ‘Connectivity gaat een steeds grotere rol spelen, ook in de automotive. Steeds meer apparaten zullen met elkaar in verbinding staan. Verkeersborden, stoplichten en rotondes worden straks overbodig, doordat auto’s en vervoermiddelen zelf met elkaar communiceren. Bij een fietser gaat bijvoorbeeld zijn helm trillen als er een auto van rechts komt.’ Bram stelt dat Nederland een koploper is op het gebied en in de toeleverketen van smart- en green mobility, en maakt zich met zijn clusterorganisatie hard om dat zo te houden. ‘In de Nederlandse automotive industrie, mobiliteitssector en het automotive onderwijs wordt met onze 170 leden samengewerkt aan de verdere uitbouw van deze sectoren. De Nederlandse automotive kan groeien en een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit.’

Zelf laten sturen
Ad Geerts, mede-eigenaar van Porsche Groep Zuid, heeft weinig affi niteit met zelfrijdende auto’s. ‘Voor mij en onze klanten/ fans is én blijft autorijden puur emotie. Als je het rijplezier afneemt door technologie, wat blijft er dan nog over?’ Toch staat fabrikant Porsche niet geheel stil op dat gebied. ‘Nieuwe technologie zal in de toekomst blijvend worden toegepast in onze modellen’. Hij geeft een voorbeeld: ‘Stel, je komt aan bij de bioscoop en de fi lm begint bijna, maar er is geen parkeerplaats. Dan kan de auto zelf naar een vrije plek toe rijden. Maar het devies van Porsche blijft om de autorijder zoveel mogelijk zélf te laten sturen.’ Raymond Vergouwe van Bender Benelux reageert: ‘Wellicht wordt er alleen nog Porsche gereden op een circuit om toch het rijplezier te ervaren. Wie weet waar het heengaat?’ De nieuwe generatie hecht minder waarde aan de beleving van het autorijden, voorspelt directeur van E-Milers.com / Segway Nederland, Piet Kruijt. ‘Jongeren willen vooral van A naar B worden vervoerd, hoe is minder relevant.’ Herwin Janssen, mede-eigenaar van Hezelaer, sluit zich daarbij aan: ‘De volgende generatie gaat bepalen. Het draait bij hen minder om bezit en meer om gebruik.’ Jan-Hein Alkemade, directeur van Renova Group, voegt daaraan toe: ‘Is emotie wel gekoppeld aan een auto of het merk? Niemand vraagt zich af in welk vliegtuig we zitten. Gaat het uiteindelijk niet om branding? Daar ligt een mooie taak voor ons allen. Of het vervoermiddel nu uiteindelijk twee, vier of acht wielen heeft of via de lucht gaat.’ 

Autoloos?
Dat roept bij Bert de volgende vraag op: ‘Rijden we eigenlijk nog wel auto in 2030?’ Rob Gielens, algemeen directeur van Riemersma Leasing, denkt van wel. ‘De auto blijft het slimste vervoersalternatief: het openbaar vervoer zal ook in de toekomst niet toereikend zijn. Probeer nu maar van Uden naar Den Bosch te komen met het openbaar vervoer; daar kun je rustig twee uur voor uittrekken. Wel voorzie ik dat het vervoer per auto veel slimmer en effi ciënter wordt ingericht: minder ongelukken, CO2- uitstoot en files.’ Dat er in korte tijd veel gaat veranderen staat volgens alle debatdeelnemers vast. Wat zien zij als de belangrijkste ontwikkelingen, wil Bert weten. Frank reageert: ‘Aan de ene kant wint E-commerce flink terrein. Maar dat confl icteert met steeds meer autoluwe binnensteden; de pakketjes moeten immers wel worden bezorgd. Innovaties in mobiliteit zijn succesvol als pijnpunten worden opgelost, zoals slimme oplossingen voor veiligheid, beter benutten van infrastructuur en bijvoorbeeld zelfrijdende alternatieven voor pakket- en/of personenvervoer.’ ‘Over vijf jaar is brandstof zo goed als gratis beschikbaar. Nu wordt brandstof gebruikt om elektriciteit op te wekken, dan juist andersom, zo voorspelt Carlo van de Weijer van TU Eindhoven’, weet Ad te vertellen, die onlangs een lezing van de automotive expert heeft bijgewoond. Hoe ziet Geert-Jan van Ierland, eigenaar van ABC Olie, deze ontwikkelingen van het elektrisch rijden, vraagt Bert. ‘Voor mijn business betekent dit concreet dat ik mij meer op B2B ben gaan richten: op de industrie en zwaarder transport. Het zal echter nog wel een tijdje duren, in Nederland rijden er inmiddels wel zo’n 95.000 elektrische auto’s rond, maar dat is nog maar een heel klein percentage.’ Bert is benieuwd: is elektrisch rijden een hype of heeft het daadwerkelijk de toekomst? Volgens Rob is het elektrisch rijden vooral ‘taxdriven’: ‘Nu de hoogte van de bijtelling geen voordeel meer oplevert voor de automobilist, wordt er minder naar CO2-uitstoot gekeken.’ Geert-Jan sluit zich daarbij aan: ‘De staatssecretaris bepaalt in welke auto je rijdt.’ Hij pleit ervoor om vooral uitstoot in zijn geheel te meten: ‘Je moet het breder bekijken dan het soort voertuig of brandstof met betrekking tot CO2. Fijnstof en Nox kunnen immers meer schade veroorzaken.’

Ingewikkelder
Bert is benieuwd welke invloed de innovaties hebben op de businessmodellen van de andere ondernemers: ‘Wordt de boterham groter, kleiner of anders belegd?’ Ad reageert: ‘We zijn veel flexibeler geworden. De grootste verandering vindt op het gebied van aftersales plaats. We gaan steeds meer diensten aanbieden, bijvoorbeeld dat ook een Porsche op je wacht nabij het vliegveld in het buitenland.’ Bas van Gestel, eigenaar van Schadenet Van Gestel, antwoordt: ‘Er wordt veel minder schade gereden dan tien jaar geleden. Toen de parkeersensoren werden ontwikkeld, stond onze branche op zijn achterste benen.’ Volgens Bas komen er door alle ontwikkelingen anderzijds ook weer andere schades in de plaats. ‘Denk aan ongelukken die ontstaan vanwege het appen achter het stuur. Of hagelschade vanwege klimaatverandering.’ Volgens hem is het totale aantal schades minder, maar wel vele malen ingewikkelder. ‘Het materiaal verandert van staal naar bijvoorbeeld aluminium en carbon. Ook de technologie die verwerkt is in de auto ontwikkelt zich razendsnel. Dat maakt dat ik keuzes moet maken welke schades en automerken ik kan aannemen. Daarnaast vraagt het veel meer van mijn personeel; deels leid ik deze nu op in het buitenland, omdat niet alle kennis in ons land beschikbaar is.’ Jan-Hein herkent als BMW- en MINI-dealer zijn verhaal. ‘Personeel dat op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen is lastig te vinden. Wij proberen op de medewerker van de toekomst te anticiperen door nauw samen te werken met het ROC. Studenten van opleidingen als domotica, logistiek en automotive worden breder opgeleid, doordat er kruislings modules kunnen worden gevolgd.’

Hand in eigen boezem
‘Innovaties gaan nooit meer zo langzaam als vandaag, de adoptie van nieuwe technologie gaat steeds sneller’, zo stelt Frank. ‘Maar daar moeten markt, onderwijs, medewerkers én overheid wel klaar voor zijn.’ Dat regelgeving vanuit de EU en landelijke overheid een vertragende factor heeft, beamen de debatdeelnemers. ‘Als Jezus terug op aarde komt, moet hij eerst nog zeven jaar richting Brussel’, grapt Geert-Jan. Ook Segway heeft zes jaar moeten knokken om het eerste elektrisch aangedreven, zelf balancerende persoonsvervoermiddel ter wereld op de Nederlandse weg te krijgen. Pas sinds 2010 is deze personal transporter officieel toegestaan op de Nederlandse openbare weg. Piet licht toe: ‘Dankzij de inzet van ons eigen team is dit bewerkstelligd. Hiervoor was een zeer lange adem nodig: verandering zit niet in het DNA van de Nederlandse overheid. Ik zie graag meer mensen op de barricades om de ontwikkelingen sneller doorgang te laten vinden.'  Toch ziet hij verbeteringen. ‘Gelukkig staat de overheid tegenwoordig wel meer open voor innovaties, waardoor deze sneller worden ingezet dan tien jaar geleden. Maar er is wel degelijk behoefte aan een minister van Innovatie om te helpen regelgeving eerder aan te passen en ontwikkelingen aan te zwengelen.’ Daar kunnen de meeste debatdeelnemers zich in vinden. Bram wil daar nog nadrukkelijk aan toevoegen dat de hand ook in eigen boezem gestoken moet worden. Hij roept op: ‘De overheid bepaalt niet alle zaken. Laten we als automotive branche zelf kansen zoeken, creëren en pakken!’ Volgens Herwin mogen bedrijven zelf veranderingen ook eerder adopteren. ‘Als ik bij een middelgroot productiebedrijf voor het eerst om tafel zit, kan het weleens een jaar duren voordat er een handtekening onder het contract staat.’ Raymond concludeert tot slot dat een overdaad aan verschillende oplossingen en innovaties niet schaadt. ‘Het levert enorm veel nieuwe inzichten vanuit verschillende vakgebieden op. Maar alleen als we deze kennis delen en gaan samenwerken met andere organisaties en instellingen op verschillende niveaus. Pas dan kan er daadwerkelijk vooruitgang ontstaan.’

Tekst: Linda Groothuijse
Fotografie: Linn de Kort

< Alle thema's