Van de 25 advocaten bij De Voort zijn er zes partner, onder wie Tim Delmée (36) en Thijs Schraven (44). Beiden woonachtig in Tilburg, zeer gedreven in hun werk én vader van een jong gezin. Daarnaast delen ze een grote liefde voor sport; ze speelden hockey op het hoogste clubniveau. ‘De hoofdklasse. In de eredivisie zeg maar’, verduidelijkt Tim voor de hockey-leken onder ons. ‘Thijs voor Tilburg en ik voor Den Bosch.’
Tilburg tegen Den Bosch
‘We speelden tegen elkaar, maar spraken elkaar nooit.’ Thijs kende al wel Tims neef; tophockeyer en Olympisch kampioen Jeroen Delmée. ‘Hij is meer van mijn generatie. Wij waren in Tilburg altijd sterker dan Den Bosch, totdat Jeroen als speler de overstap maakte van ons naar Den Bosch, en Den Bosch de bovenliggende partij werd. Pas toen Tim en ik beide als veteraan in Tilburg gingen hockeyen, hebben we een praatje gemaakt tijdens het inlopen. Dat was eind 2015. Het bleek meteen de opmaat voor de overstap van Tim naar ons kantoor.’
Best een biertje
Tim studeerde Nederlands Recht aan de universiteit van Tilburg, Thijs begon zijn rechtenstudie in Amsterdam, maar vervolgde die ook in Tilburg zodat hij het gemakkelijker met hockey kon combineren. ‘Bovendien speelde ik trompet in Ekiepaniek, een Tilburgs bandje.’ Hoe gedisciplineerd moet je zijn om een universitaire studie met topsport te verenigen? Tim: ‘Van dinsdag- tot en met vrijdagavond trainden we, op zondag speelden we een wedstrijd. Op zaterdagavond werd er daarom niet gedronken, maar na de training namen we best een biertje, hoor. Overdag was het studeren geblazen. Eigenlijk werkte die combinatie juist goed, we zaten in een vast ritme.’
Fanatisme
Thijs: ‘Daar plukken we nu de vruchten van. We hebben een plezierig soort drive die we doortrekken in ons werk. Bovendien hebben we een enorm netwerk op kunnen bouwen.’ Tim en Thijs trainen tegenwoordig alleen nog op donderdag en spelen ’s zondags een wedstrijd, maar het ritme zit er nog steeds in. Thijs: ‘Doordeweeks proberen we thuis te zijn om met ons gezin te eten en de kinderen naar bed te brengen. Daarna gaat de laptop vaak nog open, thuis of op kantoor. We werken hard; je kunt dit werk niet een beetje doen. Onze cliënten zijn ondernemers. Als ze een kans zien, moeten ze die nemen en niet afwachten. Wij hebben hetzelfde fanatisme als onze cliënten.’
Geen geklets
‘Hoewel Tim en ik het goed samen kunnen vinden en ook een box delen in het Willem II stadion, is er weinig tijd voor kletspraatjes. We namen ons anderhalf jaar geleden voor om een keer uit eten te gaan. Dat is er nog niet van gekomen. En ik moet nog steeds op kraambezoek bij Tims dochtertje Olivia. Ze is inmiddels een half jaar.’ Op het hockeyveld praten ze alleen tijdens het inlopen. Tim: ‘Onze kinderen nemen we mee naar de wedstrijden. Ze letten op elkaar, dat is heel leuk en handig. Thijs traint en coacht zijn kinderen.’ Tim gaat vanaf komend seizoen zijn zoon coachen. Beiden proberen hun plezierige drive op hun kinderen over te brengen.
Down to earth
De diepgang en vertrouwensrelatie met hun cliënten, vinden de heren het mooiste van dit werk. Hebben ze als ex-topsporters en succesvolle advocaten een soort super status? De heren schudden hard met hun hoofd. Tim: ‘Nee, we zijn erg down to earth.’ Thijs: ‘Toen ik net in de advocatuur zat en iemand in de kroeg vroeg wat ik deed, zei ik alleen: ‘Ik werk al’. Het woord ‘advocaat’ ontketent vaak een soort ontzagvolle reactie, waar ik niet van houd.’
Tekst: Henrike Brouwer
Fotografie: Kees Bennema