Het ene moment komt dochterlief iets vragen, het andere moment hun jongste zoon. De tieners doen vakantiewerk bij hun ouders in het bedrijf. Zo groeide Niels zelf ook op bij zijn ouders Jan en Toos Koenen. ‘Mijn moeder leeft nog, maar helaas moeten we zonder mijn vader verder’, vertelt Niels. ‘Hij is de oprichter van dit familiebedrijf uit 1963 dat is uitgegroeid tot een stabiele onderneming met een modern machinepark. We zijn trots op de goede reputatie die hij in al die jaren samen met moeder Toos heeft opgebouwd.’ Van kleinere winkeliers tot aan groothandelaren: de bonbons van Koenen Chocolate by Cerisette vinden overal gretig aftrek.
Verantwoorde chocola
Terwijl we langs machines, haarnetjes en productielijnen lopen, spuiten medewerkers met de hand sierlijntjes van witte chocola op de bonbons. Het ambacht is hier nog niet verloren. Desalniettemin staat Koenen aan de vooravond van automatisering. ‘Het is tijd voor innovatie’, legt Lian uit. ‘De robotisering zal ook hier haar intrede doen met een effi ciëntere productie als gevolg. Wij leveren namelijk ook grote volumes. Qua maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen hebben we overigens al eerder keuzes gemaakt. Wij vinden dat je in deze tijd een steentje moet bijdragen aan een betere wereld.’ Met vijfentwintig medewerkers produceert Koenen palmolie-vrij en is ze aangesloten bij Cocoa Horizons Foundation, een duurzaamheidsinitiatief van Callebaut dat de leefomstandigheden van cacaoboeren wil verbeteren.
Engelse warenhuizen
In maatwerk en creatief meedenken is Koenen virtuoos. Dat weet men ook in het buitenland. Zo behoort de Engelse keten van warenhuizen John Lewis tot een van hun vaste klanten. Wel honderd verschillende soorten biedt het standaard bonbonassortiment, maar het is al lastig kiezen vanaf een schaaltje. ‘De pistache-frambozentruffel is mijn favoriet’, glimlacht Niels. Lian: ‘Voor mij is dat het Stadswapen met verse slagroom en karamel.’ Ik ben blij dat ik een doosje mee naar huis mag nemen. Kan ik zelf proeven waar ze míj voor wakker mogen maken.
Tekst: Jeanette van Haasen
Fotografie: Kees Bennema