Schiphol
Laten we ons wel eens in een ander verplaatsen. Ik stel voor: een bagagemedewerker op Schiphol. ‘Het minimumloon dat ik verdien is lager dan gemiddeld in Europa. Een appartement kun je er niet van huren. Gelukkig heb ik recent gehoord dat de Nederlandse regering het minimumloon structureel gaat verhogen, maar niet naar het niveau dat ‘Europa’ acceptabel vindt. Mijn nieuwe vriendin die ik op Schiphol heb leren kennen – een knappe baliemedewerkster, al zeg ik het zelf – moest zelf haar koffers pakken omdat KLM een miljardenverlies geleden had. Ik strek m’n pijnlijke rug en lees dat haar baas, Ben Smith, een miljoenenbonus krijgt.’
‘Ik mopper over dit alles tegen m’n geleerde buurman, die mij probeert uit te leggen dat Schiphol en KLM verschillende (juridische) entiteiten zijn, dat je contractueel niet onder bonussen uit komt en dat een te hoge stijging van het minimumloon de winstgevendheid en concurrentiepositie van Schiphol zal aantasten. Ik hoor nog veel meer dure woorden, maar die heb ik niet onthouden.’
‘Nou houd ik graag mijn eigen broek op, maar als ik denk aan Europa, aan Ben Smith en aan mijn vriendin, zakt m’n broek toch af. Hoe ben ik hier gekomen en hoe kom ik hier weer weg? Hoe zijn we met z’n allen eigenlijk hier gekomen en hoe komen we hier weer weg?’
‘Niet getreurd. Ik trakteer mijn vriendin op een boterham tevredenheid en schrijf me in voor een cursus deemoedigheid. De eerste opdracht die ik krijg is het schrijven van een verhaal, waarbij ik me moet verplaatsen in Ben Smith. Ok. Ik neem een slok van m’n cocktail en nestel me lekker aan de rand van het zwembad met de Financial Times.’