‘Ik ben lang een twijfelgeval geweest. Ik kom uit een boerengezin, maar wilde geen boer worden’, memoreert Theo Verbruggen. ‘Na mijn studie aan de Sociale Academie ging ik bij de Bossche lokale omroep werken. Na een tijdje stapte ik over naar de lokale omroep van Tilburg omdat ze daar wél betaalden. Zo gebeurde het dat ik op mijn dertigste voor het eerst een betaalde baan had. Maar eerlijk, het was niks voor mij. Ik werd directeur, terwijl ik juist dingen wilde máken. Dat kon wel bij Omroep Brabant en later bij het NOS Journaal.’
NOS en het Koningshuis
‘Voor de NOS reisde ik de hele wereld over. Dat klinkt leuk, maar als je aan het werk bent dan zie je er niet veel van. Nadat ik een tijdje vaste verslaggever was voor het Koningshuis mocht ik me meer concentreren op Brabant. Ik houd van de provincie en van Den Bosch en dat wilde ik uitdragen, maar ik wilde me niet profileren als die Brabander die het toevallig heeft gemaakt in Hilversum. Daarmee zou ik mezelf tekortdoen.’
Televisie-interviews
‘Twee jaar geleden viel het doek voor mij bij de NOS. De omroep wilde meer diversiteit en verbrak de samenwerking. Kort daarna brak corona uit met Brabant als brandhaard. Ik vond het jammer dat ik geen verslag mocht doen vanuit mijn eigen provincie. Veel tijd om daarover te treuren was er niet, want de gemeente Den Bosch vroeg mij en mijn compagnon om dagelijkse uitzendingen te maken over gebeurtenissen in de stad. Tegelijk ging ik me ook weer meer toeleggen op het dagvoorzitterschap, bedrijfsfilms en mediatrainingen. Onlangs zijn daar ook de interviews voor de BOB Borrels bij gekomen. Het is mooi dat daar publiek bij zit. Anders dan bij televisie-interviews hoor ik nu meteen wat zij ervan vinden. Ik vind het belangrijk dat er ook wordt gelachen. Een klik met mijn gast is geen eerste vereiste, maar we moeten er wel allebei zin en lol in hebben. Ik wil de bezoekers iets bijbrengen en ze vermaken. Dat betekent dat ik niet alleen ga vragen naar de successen, maar ook naar de worstelingen.’
TEKST: RAQUEL MOURIK
FOTOGRAFIE: KEES BENNEMA