Wanneer je lekker ouderwets een lange vinger in een kopje thee sopt, is de kans groot dat dit koekje afkomstig is uit Jeurgens Biscuitfabriek. Deze fabrikant is namelijk de enige producent van de befaamde lange vingers in de Benelux. Daarnaast staat het familiebedrijf ook bekend om zijn kokosmakronen, bokkenpoten en de steeds populairder wordende meringues. Op de buitenkant van de fabriek in Beek en Donk pronkt groot het logo ‘Jeurgens 1923’. Recentelijk werd echter ontdekt dat dit jaartal niet helemaal klopt. Frank vertelt: ‘Mijn opa was een moderne man, die niet bang was om te ondernemen. Uit de Kamer van Koophandel-gegevens blijkt dat hij eigenlijk al op zijn negentiende het bedrijf was begonnen. Alleen mocht dat destijds officieel pas toen je de volwassen leeftijd van 21 jaar had bereikt. Onze geschiedenis is dus twee jaar eerder begonnen. We moeten ons logo daarom gaan aanpassen.’
Team van experts
Trots leidt de ondernemer Jorn van Hooijdonk, accountmanager Grootzakelijk van Rabobank ‘s-Hertogenbosch en Omstreken, door het bedrijf waar hij inmiddels twintig jaar werkt. Sinds vorig jaar doet de directeur zaken met Rabobank. ‘Het investeren in een nieuw groot pand of project is voor een ondernemer een goede aanleiding om je financiële dienstverlener opnieuw tegen het licht te houden. Past jouw bank nog bij jouw visie, doelstellingen en ambities?’, aldus Jorn. Ook Frank stelde zichzelf deze vragen. ‘Ik kwam tot de conclusie dat ik een andere partner zocht, die beter bij mijn strategie en de ontwikkelingen van mijn organisatie past. Zo is onze focus de afgelopen jaren verschoven van groothandel naar retailer en van binnennaar buitenland.’ Aangezien Jeurgens een gezond bedrijf is dat een sterke omzetgroei doormaakt, klopten meerdere banken bij Frank aan. Wat waren zijn belangrijkste afwegingen om naar Rabobank over te stappen? ‘Mijn accountant wees mij op de vele mogelijkheden en brede dienstverlening van Rabobank. Doorslaggevend was het feit dat we graag zaken willen doen met een bank die enerzijds zelf de goede vragen stelt en anderzijds ook met antwoorden op onze lastige vragen komt. Daarnaast vind ik het prettig om, naast Jorn als mijn vaste aanspreekpunt, te putten uit een heel team van experts. Zo is het bijvoorbeeld fijn om te sparren met een sectorspecialist die kennis heeft van de agrarische markt; we werken immers met bestanddelen als suiker, eieren en meel.’ Jorn vult aan: ‘Rabobank probeert altijd vanuit zijn lokale kracht bij te dragen. Waar nodig maken we gebruik van andere specialisten die werkzaam zijn binnen onze organisatie. Zo hebben we voor het team van Jeurgens, collega’s met expertises zoals Corporate Insurance en Treasury uit Eindhoven en Utrecht betrokken.’ Frank: ‘Ook Jeurgens werkt sterk vanuit een teamgedachte: samen met onze sales manager Simon van der Gun en plant manager Madelon Hermes en de rest van ons team tillen we het bedrijf naar een hoger niveau.’
Innovatieve producten
Na een kort bezoek aan de huidige fabriek bezichtigen de twee heren de bouwplaats in Beek en Donk, waar het nieuwe pand van Jeurgens binnenkort zal verrijzen. Vanaf juli biedt de fabriek plaats aan zo’n 70 medewerkers. Frank: ‘De keuze voor een nieuw groot pand heeft meerdere redenen: zo willen wij verder inspelen op marktontwikkelingen en voldoen aan de steeds strengere eisen op het gebied van kwaliteit, wetgeving en duurzaamheid. Ook is het vanuit één locatie praktischer managen. En door meer ruimte te creëren kunnen nieuwe technieken worden toegepast, waardoor er nieuwe innovatieve producten ontstaan. Daarnaast zal vanwege toekomstige infrastructuurwijzigingen aan de N279 de logistieke bereikbaarheid verbeteren. Ook verwachten we dat het werkklimaat verbetert, waardoor het team als geheel groeit. Kortom: met het nieuwe pand zijn we klaar voor de toekomst.’ Rabobank heeft niet alleen de financiering verstrekt, maar zich ook intensief gebogen over de uitbreidingsplannen. ‘Naast het toetsen van de haalbaarheid kijken we ook als strategische partner mee. Samen met onze sectorspecialisten volgen we de ontwikkelingen in de branche en de concurrentie op de voet’, aldus Jorn