‘De visie die burgemeester Raiffeisen dreef in de negentiende eeuw, drijft zoveel jaar later ook Martin Houben. ‘We willen van betekenis zijn voor klanten en het gebied economisch sterker maken’, zegt de nieuwe directievoorzitter Rabobank ’s-Hertogenbosch en Omstreken.

‘Of ik het verhaal van Raiffeisen ken?’ Wanneer ik het antwoord schuldig blijf, begint Martin enthousiast te vertellen over de Duitse burgemeester die gezien wordt als de grondlegger van de coöperatieve banken. En over hoe diens gedachtegoed hem nog elke dag inspireert.

Arme boeren
‘Raiffeisen zag met lede ogen aan hoe boeren tegen vaak torenhoge rentes geld konden lenen van woekeraars. Aanvankelijk probeerde hij hun nood te lenigen met liefdadigheidswerk. Gaandeweg besefte hij dat er een meer structurele oplossing moest komen. Hij zag in dat je armoede het beste kunt bestrijden door mensen te helpen om zichzelf te helpen. Dus introduceerde hij de kredietcoöperatie. Raiffeisens visie is het fundament van de Rabobank en zijn streven om het gebied economisch sterker te maken, is nog steeds onze drijfveer.’

Warm bad
Sinds 1 februari 2017 is Martins werkgebied ’s-Hertogenbosch en Omstreken. Opnieuw, kun je stellen, want in 2002 was Martin directeur bedrijven en private banking bij dezelfde bank. Voelt zijn terugkeer als een warm bad? ‘Jawel. Hoewel ik er meteen aan toe wil voegen dat ik het in mijn vorige functie, als directievoorzitter Rabobank Hart van Brabant, ook heel fijn heb gehad. Wat me wel opvalt is dat ‘s-Hertogenbosch zich de afgelopen jaren enorm heeft ontwikkeld. Zowel wat bedrijvigheid betreft als op het vlak van speerpunten in het onderwijs. De fusie met Heusden en Vlijmen heeft het werkgebied bovendien flink uitgebreid. Tegelijkertijd is de dynamiek intensiever geworden. Dat zorgt voor nieuwe uitdagingen die ik graag wil oppakken. Bij mijn aantreden heb ik gezegd dat ik van betekenis wil zijn voor de klant en de samenleving. Dat past bij de dieperliggende visie van de bank. Met die uitspraak bedoel ik ook dat ik met deze bank wil bijdragen aan de economische vitaliteit van het gebied. We zijn misschien te lang de bank geweest die alleen maar sociaalmaatschappelijke zaken steunde.’

Vroeger
‘In een samenleving die steeds globaler en virtueler wordt, zie ik een belangrijke rol weggelegd voor netwerken, kleinere samenwerkingsverbanden en coöperaties. De overheid trekt zich steeds meer terug. Dus gaan mensen steeds meer de verbinding opzoeken om zaken te realiseren. Als bank kunnen we hierin een grote rol spelen. We willen namelijk méér dan een bank zijn. Willen een verbinder zijn. Dat past ook bij de coöperatieve gedachte van Rabobank. Wat kredietverlening betreft ben ik bijvoorbeeld van mening dat we ons weer meer moeten richten op hoe het vroeger was. Het zou mooi zijn als we dit konden terugbrengen. Een eigentijds initiatief op dat vlak is Rabo en Co. Het houdt in dat we de financiering beoordelen, ongeveer de helft of iets meer voor onze rekening nemen en tegen een aantal vermogende particulieren zeggen ‘u kunt ook meedoen met deze lening’. Inmiddels zijn al een paar bedrijven op deze manier gefinancierd. Rabo en Co zit nog in de proeffase, maar wellicht wordt het dit jaar al geïmplementeerd.’

Streng op kwaliteit
‘Hoe ik mezelf zou typeren? Ik ben graag onder de mensen. Voel me goed bij verbinden. Verder ben ik erg gedreven. Dat kan soms wat ongeduld met zich meebrengen. Hoewel ik nooit de lange termijn uit het oog verlies.’ Of hij streng is voor zichzelf en anderen? ‘Als bankcoöperatie zijn we eigendom van onze klanten. Ze hebben er recht op dat we optimale kwaliteit leveren. Wat dat betreft ben ik inderdaad streng op wat we doen. Ik kan er niet tegen als mensen er zich met een jantje-van-leiden proberen van af te maken. Aan de andere kant betekent een bank van de klant zijn ook dat je niet klantgezwicht kunt zijn. Zoals in elke goede relatie moet je eerlijk tegengas durven geven. Daar ben je immers partners voor. Onze rol als bankier is niet alleen geld leveren, maar ook klanten proberen verder te helpen. Hen laten groeien in de markt.’

Mooie combi
Wat doet Martin als hij niet werkt? ‘Met vier sportieve kinderen thuis gaat er in het weekend behoorlijk wat tijd zitten in het halen, brengen en coachen. Dat sportieve zit trouwens wel in de genen. Zelf heb ik  ook veel gesport, met name gefietst. Ik ben zelfs met de mountainbike de Pyreneeën overgestoken. Jammer genoeg laat mijn knie het tegenwoordig wat afweten.’ Over de balans tussen werk en gezin is hij duidelijk: ‘Ik heb een druk gezin en een drukke baan. Die combi vind ik erg mooi. Dat ik thuis goed in mijn vel zit, maakt het mogelijk dat ik met veel energie naar het werk ga. Ik ben dus zeker niet de man die op zondag het vlees snijdt’, lacht hij.

Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Arnold Reyneveld