Koning Willem I College: Je best doen vind ik niet goed genoeg

‘Ik leerde Mandarijn, omdat ik merkte dat niemand Engels sprak. Het was 1986 en ik zou twee jaar lesgeven aan de Technische Universiteit van Taiwan. Het zou een levensvormende ervaring worden. Ik besefte dat jezelf aanpassen een vereiste is om ergens te aarden. De taal spreken is de sleutel die toegang geeft tot de samenleving.’


Uitgave: Maart-April 2019
Thema’s: Onderwijs Opleidingen Opleiding en coaching

Gewapend met dit inzicht keerde Yolande Ulenaers eind jaren ‘80 terug naar Europa. Na tien jaar in de internationale handel te hebben gewerkt, werd ze docent in het voortgezet onderwijs. Ze werd achtereenvolgens conrector, rector en bestuursvoorzitter van diverse Nijmeegse scholen. Sinds 1 december 2018 is ze bestuursvoorzitter en algemeen directeur van het Koning Willem I College. ‘Ik was niet op zoek. Voelde me prima op de plek waar ik zat. Maar toen ze me voor deze functie belden, kon ik geen ‘nee’ zeggen.’

Ambitieus
‘Het is een mooie en bruisende omgeving met ontzettend veel opleidingen’, antwoordt ze op de vraag wat Koning Willem I College zo aantrekkelijk maakt. ‘Ambitie, ambiance en aandacht zijn de pijlers van de strategie voor de komende jaren. Dat past goed bij wie ik ben. Zelf ben ik ook ambitieus. Je best doen, vind ik niet goed genoeg. Als je ziek bent, wil je toch ook niet een gemiddelde dokter die ‘zijn best doet’? Je moet elke dag de beste versie van jezelf willen geven en beseffen voor wie je dat doet. Vertaald naar onze school betekent het dat we studenten een leeromgeving moeten bieden die hun succes mogelijk maakt.’

Verbeterpunten
‘Koning Willem I College heeft de basis duidelijk op orde. Dat blijkt ook uit diverse rankings. Ik ben trots op dit college, maar ik zie ook verbeterpunten. Ik beschouw het als mijn taak om de volgende stap te maken. Allereerst moeten we veel meer evolueren van massa naar maatwerk. Dat betekent dat we niet iedere student op hetzelfde moment door dezelfde hoepel laten springen. Maatwerk impliceert ook meer flexibiliteit. Wat dat betreft geef ik toe dat de stringente wet- en regelgeving vaak remmend werkt. Ik pleit dan ook vurig voor meer ruimte in de regels. Minder bureaucratie. Laat ons alleen de échte regels overhouden.’

Levensecht
‘Een andere wens is nog meer levensechte situaties in het onderwijs realiseren. Het blijft een uitdaging om het onderwijs zo te organiseren dat we eigentijds en levensecht opleiden. Dat vraagt om flexibiliteit, zodat we continu aansluiting houden bij de beroepen. Daarbij staat de behoefte van de studenten voorop. Deze middag had ik een lunch met vijftien studenten van verschillende opleidingen. Het ging over de tips en tops. Ze waarderen het dat we al veel moeite doen om de praktijk dichtbij te halen, zoals de inzet van gastdocenten en het werken met multidisciplinaire projecten. Ze gaven echter ook aan dat ze de echte praktijk nóg beter willen voelen.’

Cruciaal
‘Om als college de vereiste volgende stap te zetten, is ook de samenwerking met onze omgeving van cruciaal belang. Wij hebben grote en kleine bedrijven en organisaties hard nodig. Op hun beurt hebben zij er baat bij dat wij toekomstige medewerkers leveren die bij hen passen en met hen meegroeien. Samen met het bedrijfsleven geven we invulling aan het maatschappelijk vraagstuk omtrent een leven lang ontwikkelen. Het zorgt voor medewerkers in bedrijven die kunnen bijdragen aan het opleiden van onze studenten. We leiden vandaag op voor beroepen die misschien binnen tien jaar ophouden te bestaan. Een te smalle opleiding vermindert de kansen van studenten op de arbeidsmarkt. We moeten slimmer leren werken. Beter organiseren. Nieuwe technieken omarmen. Keuzes maken. Focus houden. Dat kan alleen door een methodiek te hanteren die loskomt van oude werkwijzen en door korte slagen te maken.’

Spagaat
‘Ik ben ondernemend, verbindend en gedreven. Ik ga graag nieuwe zaken aan. De spagaat waarin ik soms zit is dat ik tegelijk vernieuwend en zorgvuldig wil zijn. Je hebt immers de toekomst van studenten in handen. De paar jaar die ze hier doorbrengen, zijn bepalend voor hun verdere leven. Naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen is sinds mijn Taiwanese belevenissen de leidraad bij alles wat ik doe. Ik denk dat het vooral in een leeromgeving een onmisbare sterkte is. Als je wilt weten wat jongeren denken en willen, moet je hun taal spreken. Naar hen luisteren. Helder krijgen wat er bij hen leeft. Het betekent loskomen van denkpatronen en traditionele inzichten. Het denken van jongeren is immers anders dan het onze. In zekere zin zijn ze creatiever en vrijer dan onze generatie. Ook als moeder heb ik veel geleerd. Opgroeiende jongeren zorgen vaak voor waardevolle inzichten die je meeneemt in je baan’, glimlacht ze.

Yolande Ulenaers is geboren in het Belgische Bree (1963). Ze studeerde taal en letterkunde in Leuven. Ze is getrouwd en heeft twee zoons van 23 en 21. Haar passie is flamenco dansen. Daarnaast houdt ze van een goed boek, goede gesprekken met vrienden en reizen.

Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Marjo van de Peppel

< Alle thema's