Michael Luesink, bedenker van BOON, droomt groot. ‘Ik wil de wereld verleiden tot een plantaardig en duurzaam eetpatroon. Deskundigen zijn het er over eens: meer plantaardige eiwitten en minder vlees is beter voor onze gezondheid én onze planeet.’ ‘Michaels visie past perfect bij hoe Rabobank naar de wereld kijkt. Onze slogan is niet voor niets ‘Growing a better world together’. Ook wij streven naar duurzaamheid in de voedselketen,’ stelt Juliette Ruitenbeek, accountmanager mkb, Rabobank ‘s-Hertogenbosch en Omstreken. ‘Rabobank heeft op het vlak van duurzaamheid & food veel expertise in huis. Zowel qua mankracht als kennis. We willen dan ook graag bijdragen aan het waarmaken van Michaels ambities.’
Meer verleiden
Michael vertelt waarom hij voor de boon koos: ‘Ik studeerde Food Innovation aan de HAS. Mijn afstudeerproject ging over hoe we de wereld kunnen verleiden tot een plantaardig eetpatroon. De Nederlander eet namelijk 80 kilo vlees per jaar. In de jaren vijftig was dat 30 kilo. Om verschillende redenen is dit een onhoudbare situatie. Bonen zijn het alternatief. Ze zitten vol eiwitten, zijn minder milieubelastend en hebben een positief effect op het dierenwelzijn. Eerder dan zeewier of insecten, zijn ze een logische optie. Nederland heeft immers een rijke traditie in het telen van bonen. Kapucijners en bruine bonen worden hier al 7000 jaar geteeld. Bovendien kent de consument het product al. Het is dus enkel een kwestie van meer consumenten verleiden.’
Grote aandacht
Michaels afstudeerproject kon op grote aandacht rekenen. ‘Allerlei multinationals wilden plots met mij samenwerken. Ik besloot echter voor mezelf te beginnen. Ik geloof in korte lijnen en duurzame productie. Wilde met Nederlandse boeren samenwerken en mijn eigen plan volgen. Concreet betekende het dat ik Nederland de boon wilde geven die het verdient, namelijk verse producten met bonen. De boon moet uit de kelder en naar de koelkast. Via Rabobank kwam ik in contact met Ondernemerslift+, een samenwerkingsverband dat startende ondernemers de kans geeft hun droom te realiseren. Rabobank maakt er al jaren deel vanuit. Ik moest een pitch houden waarin ik uiteenzette hoe ik de boon in de markt wilde zetten. Een soort Dragon’s Den. Ik vertelde hen over de innovatietijdlijn en hoe de bonenmarkt moet evolueren. Blijkbaar waren mijn visie en enthousiasme overtuigend. BOON kreeg een startkapitaal. Ik kon beginnen met het contacteren van boeren en het opzetten van een productieketen en kwaliteitssysteem.’ Juliette zegt het fantastisch te vinden hoe iemand vanaf zijn afstudeerproject zo sterk opstart. ‘Michael weet mensen te overtuigen om in hem te geloven. Nog sterker, hij streeft het ook nog eens na om dit wereldwijd van de grond te krijgen.’
Albert Heijn
Om echt impact te hebben, moet je in de grote supermarkten te vinden zijn. In amper een jaar tijd slaagde Michael erin Albert Heijn binnen te halen. ‘Daarna is het heel hard gegaan. Je merkt dat bonen sinds 2015, het jaar dat BOON begon, enorm aan het populariseren zijn. De bonenmarkt is volop in beweging. Dat komt deels door de invloed van de Mexicaanse en Syrische keuken, deels door de enorme groei van de vegamarkt met 15 tot 20 procent per jaar. In het kielzog van die markt volgen de bonen. Maar ook al is de boon aan een inhaalslag bezig, het vraagt tijd om het consumentengedrag te veranderen. Om de consument uit de comfortzone van het AVG’tje, aardappelen, vlees, groenten, te laten stappen.’
Wereldmerk
Michael heeft een primeur: ‘Het is de bedoeling dat we volgend jaar internationaal gaan. Op dit moment zijn we volop bezig om naast BOON een tweede merk te ontwikkelen. Dat nieuwe merk is iets meer op fun en de nieuwe wereld gericht, terwijl BOON meer staat voor ‘farm to table’. Onze ambitie is tweeledig: we willen het marktaandeel van BOON in Nederland verstevigen en tegelijk volop inzetten op het nieuwe wereldmerk. Maar als je internationaal wilt gaan, moet je er rekening mee houden dat smaken per land verschillen. Het betekent dat je per land consumenten-, concurrenten- en smaakanalyses moet uitvoeren. Daar zijn we nu volop mee bezig’, vertelt Michael. ‘Het betekent ook dat je nieuwe investeerders nodig hebt.’ ‘En dan komt Rabobank weer in beeld’, zegt Juliette gevat.
Missie
Michael is gepassioneerd door het product en de missie die hij zichzelf stelt. Maar in hoeverre voelt hij zich ook een ondernemer? ‘Het was niet mijn droom om ondernemer te worden’, luidt zijn antwoord. ‘Maar blijkbaar is het ondernemerschap het middel om mijn doel te bereiken. De kennis die ik niet heb, ga ik bij anderen halen. De schakels die nodig zijn om mijn doel te bereiken, heb ik met de juiste partners ingevuld. En dat is eigenlijk op een natuurlijke manier gebeurd.’
Ondernemerstips Michael Luesink:
1. Stap uit je comfortzone.
2. Kom snel met prototypes en vraag klanten om feedback.
3. Denk vanaf het begin in termen van schaalbaarheid.
4. Laat klanten zien waarom je van toegevoegde waarde bent.
5. Verzamel sparringpartners om je heen.
Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Arnold Reyneveld