Te bedenken dat studentaanmeldingen binnen het landelijk mbo alleen maar dalen. Op het KW1C niet dus. Eh, hoe zit dat nou? ‘Wij bevinden ons niet meer in het traditionele onderwijsdomein’, zegt Janet Veenstra, directeur onderwijsafdeling Handel. ‘Daar hébben we het niet meer over. We hebben het met onze studenten over zaken die in de wereld spelen. Zaken waar bedrijven dagelijks mee te maken krijgen. Wij geloven in actueel, authentiek en toekomstgericht onderwijs.’
Revolutionair
Dit is het KW1C ten voeten uit. Altijd vernieuwend en dit keer ook revolutionair. Het traditionele leersysteem achter je laten, toe maar. Daar is niet alleen lef voor nodig, maar ook volharding. Vier jaar lang bouwden de pioniers aan een krachtige visie. De aanleiding? Steeds vaker voorkomende vroegtijdige schoolverlating, lagere rendementen en een ingedut onderwijssysteem. ‘Ook omdat de aansluiting van het traditionele onderwijs op het huidige bedrijfsleven niet meer van deze tijd was’, reageert Suzanne Broeders, onderwijsmanager Handel. ‘Wil je als school ondernemend en toekomstgericht onderwijs bieden, dan moet je de samenwerking met het bedrijfsleven opzoeken. Dat houdt meer in dan een stageplek of projectje tussendoor. Wij betrekken bedrijven bij het ontwikkelen van passend onderwijs; we zien hen echt als strategische partners.’
Geen lesgroepen meer
Het nieuwe onderwijsconcept kent geen lesgroepen, maar stamgroepen van twaalf studenten met eigen docenten die al het onderwijs verzorgen. Er is veel projectonderwijs, er zijn workshops en masterclasses en er wordt volop samenwerking gezocht met het bedrijfsleven in de regio. ‘De student kreeg veel voor zijn kiezen, maar had niet altijd helder waar hij mee bezig was’, legt Rik Turkensteen uit, docent afdeling Handel. ‘Daarom hebben we het onderwijs gemoduliseerd.’ In modules oftewel blokken van een aantal weken, richt de student zich op het beroepsvraagstuk en levert hij uiteindelijk een beroepsproduct op uit het echte bedrijfsleven. Alles in die module sluit direct aan bij het beroepsvraagstuk, zodat ze de relevantie blijven zien. ‘De focus ligt specifiek op de klantreis’, gaat Rik verder, die zelf ook ondernemer is geweest. ‘Om aandacht, aanbod, aankoop en ambassadeurschap. Hij krijgt een opdracht vanuit een winkel of een bedrijf dat B2B handelt. Studenten beginnen hun opleiding in een oriëntatiefase, daarna volgt de basisfase waarin ze een keuzerichting kiezen, gevolgd door de afstudeerfase.’
Ver weg van Magister
Ver weg van het magister-onderwijs krijgt de student nu de ruimte om stapsgewijs eigen regie te pakken en in toenemende mate zelfstandigheid te creëren. Hij leert in het echte leven met een echt bedrijf als opdrachtgever. Leren in modules biedt verder de mogelijkheid tot tussentijdse evaluaties. De student leert binnen dit systeem ook te plannen, een belangrijke vaardigheid binnen een bedrijf. Het onderwijsconcept betreft zes uitstroomrichtingen: retailspecialist, commercieel medewerker, retailmanager, junior accountmanager, e-commerce specialist, ondernemer handel (2 niveau 3- en 4 niveau 4-opleidingen). ‘Doordat we de modules rondom de klantreis hebben gemaakt, kunnen studenten in het eerste jaar in samenwerking met bedrijven van verschillende opleidingen proeven’, zegt Suzanne. ‘Zodra ze de verdieping ingaan, weten ze wat ze willen. Dat levert gedreven en gemotiveerde studenten op die zich kunnen ontplooien tot gedreven en gemotiveerde medewerkers.’
Bedrijfsvraagstukken
Vanaf het prille begin nam het KW1C het bedrijfsleven mee in het onderwijsconcept. Dit deed ze in de vorm van o.a. klankbordsessies met vier á vijf bedrijven. Ondernemers en hun medewerkers dachten mee en droegen waardevolle ideeën aan. ‘Key in het verhaal is dat ze allemaal goede medewerkers zoeken’, stelt Rik. ‘Dit vraagt binnen de samenwerking om de investering van een beetje tijd. Daar krijgen ze medewerkers voor terug die ze persoonlijk kennen, evenals hun kwaliteiten en aan wie ze een goede medewerker hebben, met wie ze een band hebben opgebouwd.’ Janet vult aan: ‘Bedrijven krijgen met deze studenten werknemers die breder hebben leren kijken. Ze zijn bijvoorbeeld niet alleen die retailspecialist, maar ze weten ook hoe de B2B wereld eruit ziet.’ Suzanne: ‘Inderdaad, wij leren studenten om vraagstukken aan te vliegen en strategisch te denken. Skills die in het bedrijfsleven het verschil maken.’
Stagiair nu waardevoller
Afstuderen volgens het nieuwe onderwijsconcept gebeurt in dertig weken en altijd binnen het bedrijf zelf. Die bedrijven hebben er voor langere tijd extra handjes bij, plus een ‘goedkope’ medewerker. De student is geen passant meer, maar kan van duurzame waarde zijn. Het KW1C kijkt zelf ook altijd verder en benadert naast het bedrijfsleven ook winkeliersverenigingen en gemeentes voor een nóg bredere regionale samenwerking. ‘Prachtig dat we ons concept nu eindelijk vorm kunnen gaan geven’, laten de drie enthousiast weten. ‘Daar hebben we het bedrijfsleven heel hard bij nodig. Om met ons mee te denken en studenten de meest kennisrijke workshops, gastlessen en opdrachten te kunnen bieden. Maar vooral om gezamenlijk binnen het regionale werkveld deze nieuwe, veelbelovende weg in te slaan.’
TEKST JEANETTE VAN HAASEN
FOTOGRAFIE JULES VAN IPEREN