Of ik een pagina op Facebook over krulfriet heb ‘geliked’? Nou nee! Jij? misschien had ik dit wel moeten doen. Want het ‘liken’ van krulfriet op Facebook bepaalt voor 20% of ik intelligent ben. Ik denk: dit gaat nergens over. Maar de keiharde cijfers winnen het van mijn onderbuikgevoel. Kijk maar eens naar het filmpje van Jennifer Golbeck: The curly fry conundrum. Alles wat jij en ik doen op het internet wordt vastgelegd. Facebook telt 1,2 miljard maandelijkse gebruikers. daar kan een gemiddeld steekproefonderzoek van 1500 respondenten niet tegenop. Het internet is dé bron. Big data meet hoe mensen zich online (gaan) gedragen. Vergeet de rest. Big data is BIG!

Grote spelers als Amazon.com vullen met big data het winkelmandje van klanten. Supermarkten zien aan de hand van koopgedrag of jij soms een beetje verliefd bent. Denk eens na over de mogelijkheden als jij beter weet dan je gemiddelde klant wat hij of zij wil?

Terug bij de krulfriet: het op Facebook ‘liken’ van krulfriet betekent niet per se dat iemand intelligent is. Hoe kan het dan toch dat het ‘liken’ van krulfriet dit voor 20% bepaalt? Dat heeft te maken met onderliggende theorieën die aan het ‘liken’ van de krulfriet ten grondslag liggen. Het onderwerp, de krulfriet, is niet eens meer relevant. Snap jij het nog? Wetenschappers leggen met big data ogenschijnlijk onlogische verbanden, waar wij als ondernemer veel aan hebben. Ja, big data lijkt hogere wiskunde. Gelukkig zijn er programma’s waarmee slimme marketeers big data kunnen gebruiken. Voor het maken van pakkende marketingcampagnes bijvoorbeeld. Big data is er niet alleen voor de grote spelers. Voor mkb’ers is big data ook bereikbaar. Zelfs de overheid wil big data onder mkb’ers stimuleren. Ik weet niet welk onderbuikgevoel jij aan deze column overhoudt. Maar laat je overtuigen door de cijfers. Meten = weten.

Reageren? twitter: @mvervoor.