BOB Debat: Smart Industry: gouden kans of grote bedreiging?

De razendsnelle ontwikkeling van robotica, sensortechnologie en 3D-printen maakt duidelijk dat Smart Industry een feit is. Deze nieuwe productiewijzen bieden mogelijkheden om snel en flexibel te reageren op veranderingen in de markt, zorgen voor een kosteneffectieve productie van kleine oplages en creëren producten geheel naar wens van de klant. Ook vraagt Smart Industry om een verschuiving van de arbeidsmarkt: er zijn immers andere competenties van het personeel nodig. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de business en bedrijfsvoering van ondernemers? Gespreksleider Bert Damen vraagt het de tien deelnemers aan het BOB Debat.


Uitgave: Sept-Okt 2015
Thema’s: Industrie Innovatie Technologie Debat

Het debat vindt plaats op een toepasselijke locatie: de SPARK Campus, kraamkamer voor innovatie voor de gebouwde omgeving. Sinds anderhalf jaar is gastvrouw Cassandra Vugts verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de campus. Ze vertelt
meer over deze proeftuin: ‘SPARK is gevestigd op de werf van initiatiefnemer
Heijmans in Rosmalen. Daarnaast zijn er nog vier andere founding fathers bij ons
innovatiecentrum betrokken: de gemeente ‘s-Hertogenbosch, Provincie Noord-Brabant,
Avans Hogeschool en de TU Eindhoven. We hebben één gezamenlijk doel: een netwerk
en ecosysteem ontwikkelen, waar mensen uit verschillende sectoren en disciplines
elkaar weten te vinden en samen tot vernieuwing komen.’

Co-creatie
Gespreksleider Bert is benieuwd in hoeverre SPARK zich met Smart Industry
bezighoudt. Cassandra antwoordt: ‘In grote mate; de kruisbestuiving tussen hightech
en bouw wordt immers steeds belangrijker. Robotisering is daar een voorbeeld van,
maar ook 3D-printen op grote schaal. De vraag naar nieuwe materialen stijgt hier
door.’ Daarnaast noemt de kwartiermaker nog een belangrijke ontwikkeling: de digitale
wereld die steeds meer de fysieke wereld binnentreedt. ‘Steden worden van
sensoren voorzien die big data gaan genereren. Beide werelden hebben elkaar hard
nodig om tot verandering te komen.’ Volgens Cassandra ontstaat innovatie voornamelijk door co-creatie. Ze haalt het voorbeeld van de glowing lines op de Weg van de Toekomst in Oss aan. Dit project is onderdeel van Smart Highway, een samenwerkingsverband
tussen Heijmans en kunstenaar Daan Roosengaarde. ‘Esthetiek wordt belangrijker. Kunstenaars bieden een vernieuwende blik, die andere oplossingen levert. Er komen steeds eer creatievelingen en uitvinders op ons pad, die we in een labsetting met bedrijven bijeen willen brengen.’ Volgens Gerard de Leede, Chief Technology Officer van Heijmans, past deze stap in de ambitie van het bouwconcern om zich te ontwikkelen tot een kennisbedrijf. ‘Wij zien concrete kansen in het aanbieden van kennis en technologieën. Zo kijken e vanuit onze betrokkenheid bij de utiliteitsbouw naar smart cleaning. Het schoonmaken kan worden verbeterd door sensoren te gebruiken: wanneer is een kamer vuil of moet er een prullenbak worden geleegd? Daarmee zijn veel tijdswinst en kostenbesparingen te behalen.’

Mens vs robot
‘Maar wat kun je als eigenaar van een schoonmaakbedrijf met deze ontwikkelingen?’,
wil Bert weten. Volgens Maarten van Teeffelen, specialist in 3D-oplossingen en
eigenaar van CNC-Consult & Automation en Brilliant Technology, is stilstaan geen
optie: ‘De technologische verandering is niet te stoppen; daar kun je als ondernemer
niet omheen. Het is eerder de schoonmaker die zich zorgen moet maken over zijn
baan.’ Erik Seijner, product manager bij Isotron, een bedrijf dat elektronische automatiseringscomponenten en -systemen aan de industriële sector verkoopt, reageert:
‘Als iemands baan wordt overgenomen door een robot is die persoon niet echt overbodig;
er komt namelijk dan een persoon vrij die weer iets belangrijkers kan doen.’
Ook volgens Perry Verberne, directeur van Van Beek Schroeftransport, is de menselijke
factor niet zomaar uit te vegen: ‘Automatiseren waar mogelijk, ambachtelijk waar
nodig’, zo luidt het credo van ons bedrijf. Vakkennis blijft naar mijn mening onvervangbaar.’ Bert is benieuwd: vernietigt of biedt Smart Industry juist werkgelegenheid? Manfred reageert: ‘Het valt niet te ontkennen dat door bijvoorbeeld Uber en Airbnb maatschappelijke spanningen ontstaan: deze innovaties hebben voor wereldwijd
ingrijpende gevolgen binnen de taxi- en hotelwereld gezorgd.’ Gerard vult aan:
‘Wat uiteindelijk het netto/brutto verschil zal zijn voor de BV Nederland, durf ik niet
te voorspellen. Maar dat het soort werkgelegenheid gaat veranderen staat vast. Er is
behoefte aan andere skills. Onze medewerkers zullen bijvoorbeeld meer robots gaan
bedienen en servicen in plaats van bouwwerkzaamheden uitvoeren.’ Perry stelt: ‘Het
veranderingsproces is vaak ingewikkelder  dan de software die er voor nodig is.’ Henk
Kiela, lector Engineering Mechatronics and Robotics bij Fontys Hogeschool Eindhoven, 
pleit voor de toepassing van een meer toegankelijke techniek. ‘Het is een keuze in 
de robotindustrie: blijven we zaken ingewikkeld maken en denken dat we hiervoor
een ander soort medewerkers nodig hebben? Of zijn we in staat om een ontwikkeling
vanaf de werkvloer op gang te brengen en de techniek gebruikersvriendelijk te maken
net zoals bij een iPhone?’

Mouwen opstropen
‘Heeft Brabant wel voldoende talent om in te spelen op de nieuwe gevraagde competenties?’, vraagt Bert zich af. Arno van den Akker, eigenaar van Van den Akker
Engineering, maakt zich daar zorgen over. ‘We presteren goed als kenniseconomie.
De TU Eindhoven is bijvoorbeeld wereldkampioen robotvoetbal. Het is jammer om
te zien dat zoveel getalenteerde studenten vanuit ‘de slimste regio’ richting buitenland
vertrekken.’ Hij pleit voor een betere regionale samenwerking. ‘Als we geen
verbindingen gaan leggen, lopen we achter’, aldus Arno. Henk houdt zich onder
meer bezig met de vraag hoe het onderwijs over vijf jaar moet zijn ingericht. ‘We willen
mensen opleiden voor banen van de toekomst, niet voor banen die zijn verdwenen.
Fontys Eindhoven is bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van de tweejarige minor
Robotica. Ik heb de hoop en verwachting dat dit een volledige opleiding gaat worden.’
Berry Hendriks, founder en eigenaar van de start-up CyBe Construction, loopt tegen
de uitdaging aan dat het lastig is om allround medewerkers en stagiair(e)s te
vinden. ‘We worden regelmatig door studenten Bouwkunde, Werktuigbouwkunde
en Robotica voor afstudeerstages benaderd. Maar voor de 3D-betonprinter die we aan
het ontwikkelen zijn, zoeken we vooral naar cross-overs. De printer wordt toegepast
in het bouwproces. Daar heb je een denker én doener nodig.’ Perry sluit zich
daarbij aan: ‘De juiste medewerkers zijn mensen die hun mouwen opstropen en
handen vies durven te maken.’ Cassandra voegt daaraan toe: ‘Smart Industry gaat
verder dan alleen techniek. Economiestudenten kun je bijvoorbeeld betrekken
bij de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen.’ Ook Maarten is er voorstander
van om het bedrijfsleven meer bij het onderwijs te betrekken. ‘De uitwisseling van
kennis en ideeën werkt als een katalysator.’ Henk vertelt: ‘De samenwerking met bedrijven gaat bij ons vaak verder dan een gastcollege. Er zijn clusters van bedrijven die een gedeelte van het onderwijs adopteren. Ze dragen deze gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid.’

Concurreren

Volgens Bert loopt Nederland met een dichtheid van 93 robots per 10.000 productiemedewerkers achter op het aantal robots: in Zuid-Korea is de dichtheid 437 en
Duitsland 282. Arno reageert: ‘Ik zie hier een nieuwe trend ontstaan van tweedehands 
robots, waarin nieuwe software geïmplementeerd wordt.’ Henk vindt de huidige
achterstand niet zo’n groot probleem. ‘Er is in ons land geen sprake van kapitaalvernietiging. Als je nu de draad oppakt en gaat versnellen, heb je zelfs een voorsprong. We hebben meer ruimte om daadkrachtig te handelen.’ Maar moet je als ondernemer wel of niet op de Smart Industry trein springen? Erik noemt robotisering slechts een pleister op de wond. ‘Stijgende energiekosten, strengere wetgevingen, meer moeten produceren, zorgen voor minder uitval, imagoschade voorkomen; laat je hierdoor niet van de kaart brengen!’ Voor Manfred van Kalkeren, DGA van Heurkens & van Veluw Metaalindustrie, zijn automatisering en robotisering essentieel voor de bedrijfsvoering. ‘Wij
zijn als toeleverancier gespecialiseerd in RVS plaat- en constructiewerk. Voor de crisis bestelde een klant bijvoorbeeld 100 frames. Na de crisis zit iedereen op zijn werkkapitaal en krijgen we 10 x 10 orders. Dan is het fijn als je dankzij nieuwe technieken in een korte tijd kleine series kan produceren.’ Enkele jaren geleden startte Manfred een soortgelijk bedrijf in Slowakije met eveneens zo’n 100 medewerkers in dienst. ‘Slowakije werd destijds gezien als een lageloonland. Maar daar is nu ook geen sprake meer van wegens de loonstijgingen. Dus moet je op zoek naar een alternatief.’ Ook Maarten signaleert bij zijn klanten dat er steeds meer werk terugkomt uit lageloonlanden. ‘Dankzij de inzet van robotisering kun je het proces goed inrichten en optimaliseren. Hierdoor kun je concurreren met lageloonlanden.’ 

Plumpudding 
Perry is van mening dat je als ondernemer vooral de kansen van robotica moet zien.
‘Er ontstaan meer mogelijkheden om je bedrijfsproces te verbeteren. Zelf ben ik een gebruiker van robotica; voorop lopen met de laatste trends is geen doel voor mij. Ik probeer onderscheidend te zijn door mijn klanten concurrerende producten te bieden. Daarvoor hoef ik zelf geen 3D-printer uit te vinden. Wel heb ik er eentje aangeschaft,
zodat mijn medewerkers het denkproces achter deze techniek kunnen begrijpen.’
Volgens Alma Krug, Business Development Manager Heijmans Technology, kun je als
bouwbedrijf in ieder geval niet achterblijven: ‘Dat de bouw gaat veranderen is voor mij
geen vraag, maar een gegeven. Het is mijn persoonlijke motivatie om de traditionele
bouw te doorbreken en creatief te zijn. Bijvoorbeeld door nieuwe materialen toe te
passen, waarmee we geld kunnen besparen. Uiteindelijk willen we vernieuwende
producten aan consumenten kunnen leveren. Daarmee kunnen wij ons als bouwconcern
onderscheiden.’ In Nederland is Heijmans het eerste bouwbedrijf dat zich toelegt op
de ontwikkeling van 3D-geprinte gebouwen, waaronder de bouw van het 3D Canal
House in Amsterdam en MX3D: een metalen brug die geprint zal worden en geplaatst
in het centrum van onze hoofdstad. ‘Dankzij ICT en robotica ontstaan nieuwe
mogelijkheden op het gebied van vormgeving, materiaalgebruik, logistiek en veiligheid.
Door te investeren in zulke projecten kunnen we ervaring opdoen én nieuwe business modellen ontwikkelen.’ Volgens Maarten is het creëren van verdienmodellen vaak een groot probleem. ‘Iedereen omarmt het 3D-printen, maar het is moeilijk een winstgevend verdienmodel rond te krijgen.’ Perry Verberne noemt het belangrijk dat innovaties ook vanuit de vraag gecreëerd worden. ‘Anders zakt het als een plumpudding ineen.’ Cassandra geeft een voorbeeld: ‘De ambitie van de Provincie is om de komende tien jaar 100.000 huizen  te laten bouwen. Als ondernemer kun je op deze concrete doelstelling handig inspelen.’ Alma vindt niet dat er altijd eerst een vragende partij moet zijn. ‘Kijk maar naar de iPhone. Deze innovatie is ook niet ontstaan vanuit de vraag van de consument.’

Financiering
Bert kaart een ander onderwerp aan: geld. ‘Hoe lastig is het om goede financiering
te krijgen?’ Berry antwoordt: ‘We zijn er in geslaagd een 3D-printsysteem te ontwikkelen,
bestaande uit materiaal, hardware en software, waarmee betonnen elementen te printen zijn. De doorontwikkeling van deze techniek wordt onder anderebekostigd middels subsidies. Daarnaast zijn we bezig met het bouwen van een goede businesscase. We hebben ervoor gekozen ons te richten op de bouw van printers, naast de techniek zelf toe te passen voor het vervaardigen van producten.’ Manfred vult aan: ‘Een bestaande machine aanschaffen is meestal geen probleem. Maar een investering bij de bank loskrijgen om een nieuw apparaat te ontwikkelen is lastiger.’ Gerard brengt tot slot nog een ander euvel ter sprake: de wettelijke regelgeving. ‘Na de ontwikkeling van het idee, de sociale acceptatie van burgers en het regelen van de financiering volgt aan het einde van de rit nog de politiek.’ Heijmans liep bijvoorbeeld tegen het probleem aan dat toen ze een verplaatsbare woning hadden bedacht, er nog geen bestaande regelgeving voor mobiel onroerend goed was. ‘De regelgever moet inzien dat hij vooruitschrijdende technologie moet adapteren om voorop te kunnen lopen in de economie. Dat betekent ruimte geven aan proeftuinen, waar innovaties kunnen worden gedaan die regeltechnisch nog niet helemaal rond zijn. Zowel voor ondernemers als overheid geldt: the most adaptive mind will survive.’ 

Adviezen van de deelnemers:
Gerard de Leede: ‘Geef ruimte aan living labs om nieuwe mogelijkheden te onderzoeken.’
Maarten van Teeffelen: ‘Smart Industry is een middel en geen doel. Grijp je kans om daarmee je bedrijf opnieuw in te richten.’ 
Perry Verberne: ‘Robotisering is een middel om je productie efficiënt te vergroten, maar je hebt ook mensen met vakkennis en ambachtelijkheid nodig.’
Berry Hendriks: ‘Keep it simple. Pluk het laag hangende fruit.’
Alma Krug: ‘Een droom begint met een stip aan de horizon. Zet kleine stapjes, die je kan bereiken door lef te tonen.’
Henk Kiela: ‘Je hebt andere partijen nodig om maatschappelijke en technologische uitdagingen aan te gaan.’
Manfred van Kalkeren: ‘Zorg dat je je bedrijf wendbaar en flexibel inricht, zodat je kan inspelen op de snelle veranderingen in de markt.’
Arno van den Akker: ‘Er is behoefte aan een soepelere regelgeving om innovaties van de grond te krijgen.’
Erik Seijner: ‘Speel in op de trends van vandaag de dag, maar durf ook een visie te hebben. Werk slimmer, niet harder!’
Cassandra Vugts: ‘Kennis en ervaring uitwisselen is nuttig. Maar om concrete stappen te maken moet je niet alleen praten, maar vooral ook doen!’

Tekst: Linda Groothuijse 
Fotografie: Marjo van de Peppel

< Alle thema's