Henneke (51) en Geert (54) Bastiaansen zijn, naast ouders van vier, de buitengewone eigenaars van Bastiaansen Modestad in Bavel. ‘Zo benoemden we tijdens de verbouwing wekelijks een bouwvakker van de week, wat we vierden met koffie en gebak. We deelden fluitjes uit waarmee de klanten naar bouwvakkers konden fluiten, hadden een muur waarop iedereen suggesties mocht schrijven en stonden zelf op levensgrote borden als bouwvakker afgebeeld met de tekst ‘wegens verbouwing geopend’,’ vertelt Henneke.
Bananensnoepjes
Sinds maart 2017 is de vernieuwde modestad een feit. In totaal 2250 m2 oppervlakte met fashion, schoenen, (woon)accessoires, cosmetica en, centraal in de winkel, lunchcafé ’t Stadshart. Wat vanaf de allereerste opening van het familiebedrijf in 1965 hetzelfde is gebleven, is het schaaltje met bananensnoepjes bij de kassa. ‘Dat is traditie. Mijn ouders hadden een textielbedrijf waar ze ook kleding en later meubels verkochten. Mijn broer Peter heeft de meubeltak overgenomen, ik had meer belangstelling voor mode. Vroeger bestond de winkel uit een woonhuisje met een aanbouw. Dit stuk was toen nog moestuin’, vertelt Geert. ‘Ik ben hier vlakbij in de Kerkstraat verwekt, geboren en heb er mijn vrouw leren kennen op een dorpsfeest. Nu wonen we zelfs tegenover de kerk.’
Goed gevoel
Geert: ‘De verbouwing hebben we zelf gedaan. Alleen voor zaken als de routing zijn experts ingeschakeld. Van behang tot vloeren; alles is dus onze smaak. Het is een heel persoonlijke winkel. We verkopen eigenlijk geen kleding, maar een goed gevoel. Als klanten vertrekken zonder iets gekocht te hebben, wil ik dat ze desalniettemin blij zijn.’ Is er nooit ruzie, wanneer je als echtpaar zo nauw samenwerkt? ‘Over het werk nooit. Als we weleens kibbelen, is het over die ‘rotjong’ van ons’, lacht Geert. ‘Monique, Jasper, Rogier en Boris studeren alle vier in Amsterdam.’
Handpalm vol ideeën
Henneke: ‘’s Nachts krijg ik vaak ideeën en dan schrijf ik mijn hele handpalm vol, om ze niet te vergeten. Het allerleukste van ons vak is dat we nooit uitgeleerd zijn. We maken ook fouten. Gemiddeld 10 procent van wat ik inkoop is niet goed. Op jaarbasis beslaat de inkoop duizenden stuks. Uiteindelijk zie je de kwaliteit pas echt, wanneer je het uitpakt. Geert draagt zorg voor de bedrijfscultuur en marketing, ik doe de inkoop en P&O. We hebben nu 53 medewerkers en moesten de taken verdelen. Vroeger deden we alles met zijn tweeën, dat mis ik soms nog wel. Maar de herenmode delen we nog en we gaan samen, ter oriëntatie, naar fashionbeurzen in Florence, Berlijn, Parijs en Kopenhagen. We kopen nu al in voor de zomer van volgend jaar. We willen echte mode verkopen en vernieuwing brengen.’
Tops van een tientje
‘We staan bekend als mooi, duur en exclusief. Maar trouwe klanten weten dat we ook goedkopere merken verkopen, zoals van het label Only. Daar heb je al tops bij van een tientje. We zoeken naar balans’, zegt Geert. ‘Eens per jaar organiseren we een platform waarop jonge kunstenaars zich mogen presenteren; de Young Talent Weeks. Daar zijn al mooie talenten uit voortgekomen, zoals Swinda van Dijk en Søster.’
Onafhankelijk
‘We behoren tot de zogenaamde weidewinkels en hebben goed contact met zaken zoals de onze. Klanten uit het dorp beslaan ongeveer 10 procent van onze totale clientèle. Mensen komen echt van ver om bij ons te shoppen. We zijn daarom niet afhankelijk van onze omgeving en maken geen deel uit van een keten. Bastiaansen is Bastiaansen, daarvan tref je geen tweede.’
Tekst: Henrike Brouwer
Fotografie: Kees Bennema