Wim Nelemans (31), tot voor kort mede-eigenaar van Oosterhouts ICT-bedrijf Resbo, is op het moment van ons telefonisch interview samen met zijn vriendin op Tonga, een klein eiland in de Tasman Baai voor de noordelijke kust van Nieuw-Zeeland. ‘Wanneer we morgen terug zouden gaan hebben we eigenlijk niks meer. Het bedrijf is verkocht en er zitten huurders in ons huis.’
Vanaf de basisschool
‘In groep drie van de basisschool begon ik met ondernemen. Arno Sips-Stawski, mijn latere compagnon, deed mee. Mijn vader had een computer waarop ik bouwpakketten tekende die ik langs de deuren verkocht. Eén pakketje voor 10 cent; een gulden voor een jaarabonnement. Toen ik ouder werd verdiende ik geld met auto’s wassen. Van mijn eerste 400 gulden kocht ik computeronderdelen om een pc te bouwen. Zo kreeg ik de smaak te pakken. Op mijn 14e schreef mijn vader zich in bij de KvK en startte ik onder zijn naam mijn bedrijf.’
Door het vuur
Wim specialiseerde zich in netwerk- en applicatiebeheer. ‘Ik bouwde, samen met Arno, pc’tjes. Klanten kregen we via de website en advertenties op Marktplaats. Onze site was zo professioneel dat mensen verrast waren als ze twee pubers in een garage aantroffen. In 2007 richtten Arno en ik Resbo IT op en huurden we een pand. We richtten ons voornamelijk op systeembeheer omdat de pc-markt een beetje doodgebloed was. Twee jaar later ging het roer echt om toen we onze organisatie besloten te professionaliseren. Vanaf 2011 groeiden we met 30 procent per jaar. Dat was gaaf! Arno en ik gingen voor elkaar door het vuur. Ik haalde klanten binnen en bedacht nieuwe dingen; hij produceerde het.’
Point of no return
‘We namen twee extra mensen aan en met zijn vieren deden we alles. We waren gebonden aan het bedrijf. Dag én nacht, want onderhoud aan servers pleeg je bij voorkeur ’s nachts. Het werk ging dus 24/7 door. Dat hielden we lang vol, maar op den duur werd het te veel. We gingen zo hard en naderden na elf jaar the point of no return. Arno en ik zagen verschillende mogelijkheden: we groeien door en nemen een hoop personeel aan of we worden kleiner en stoten klanten af. Of… we zoeken een kopende partij. We spraken in anderhalf jaar tijd met dertig bedrijven. Veel partijen waren alleen geïnteresseerd in kopen, leegtrekken en verder gaan. Uiteindelijk viel onze keuze op de Bradon groep. Er was een goede klik plus ze wilden de locatie, medewerkers en onze naam behouden.’
Geen shit verkocht
‘Het verkoopproces was heftig. Arno werd in die periode net vader en nam verlof. Ik werkte me te pletter om alle accountants van repliek te dienen, dingen uit te zoeken en de zaak draaiende te houden. Op een dag stortte ik tijdens het hardlopen letterlijk in. Ik heb een paar weken rust genomen en ben er toen weer tegenaan gegaan. Per 1 juli 2017 is de zaak overgenomen. Het bewijs dat ik geen shit heb verkocht? Na de verkoop is de winst verdubbeld. Achteraf hadden we misschien nog even moeten wachten. Ik heb nog een halfjaar meegedraaid en ben daarna gaan reizen. Zo nu en dan is er contact, maar Arno wil me niet te veel meer belasten.’
Redder in nood
‘Ik mag niks zeggen over geld maar pensioen zit er nog niet in. Wel zo’n twee jaar bellenblazen. Ik mis het continu bezig zijn en het voortdurende contact met klanten en leveranciers. Ik moet wennen aan de stilte die tegelijk ook een goed teken is: het kindje is volwassen en kan nu op eigen benen staan. Ik ben op mijn sterkst als alles de pleuris inloopt, dan word ik een soort redder in nood. Ik hou ervan om de rust te bewaken, mensen te verbinden, creatief te zijn en te bouwen. Ik ga sowieso terug naar Nederland maar heb nog geen idee wat ik straks wil doen. Het lijkt me gaaf om een bedrijf nieuw leven in te blazen of om zelf weer iets te starten. Ik ben een druk baasje en hoef nog lang niet achter de geraniums.’
Tekst: Henrike Brouwer