Studio Mango floreert. Van studentenbijbaan naar multi-award winning bedrijf. Van zolderkamer naar een prachtig kantoor in een oud klooster. DGA en industrieel ontwerper Paul Hendrikx (39): ‘En het ziet ernaar uit dat we blijven groeien. Waar we over tien jaar staan? Geen idee. Ik las ooit dat mensen overschatten wat ze in een jaar kunnen doen en onderschatten wat ze in tien jaar kunnen bereiken. Dat vind ik een mooie stelling. We hebben een BHAG, een Big Hairy Audacious Goal: over tien jaar willen we voor duurzame en sociale projectontwikkeling het hoogst aangeschreven ontwerp- en ingenieursbureau ter wereld zijn.’

Studio Mango is een fullservice industrieel ontwerp- en werktuigbouwkundig bedrijf. Duurzame ontwerpinnovatie staat hoog in het vaandel. Klinkt goed, maar wat doen ze daar nu precies? Paul: ‘Dat is heel divers en niet onder één noemer te vangen. Grote en kleine bedrijven kloppen bij ons aan voor mooie, onderscheidende en betekenisvolle productontwikkeling. Wij leveren productieklare ontwerpen en ondersteunen met prototyping, certificering, patenten, elektronica, app ontwikkeling, gebruikersonderzoek, openen van mallen en het opzetten van de productie. Voor de ene opdrachtgever werken we een idee van begin tot aan productie toe uit. En voor de ander gaat het alleen om de esthetiek. Ons portfolio bestaat daarom ook uit hele diverse projecten.’

Mooi of lelijk?
Bescheiden én gedreven vertelt Paul over zijn bedrijf, over de slimme en mooie oplossingen die ze ontwikkelen. Die vaak ook nog geld besparen en er beter uitzien. Paul: ‘Omdat wij een uitgebreid netwerk hebben, denken we aan oplossingen, materialen of productietechnieken die misschien niet meteen voor de hand liggen, maar die wel veel logischer en vaak ook voordeliger zijn. En juist omdat we voor zoveel opdrachtgevers in verschillende branches werken, ontstaat er een creatieve kruisbestuiving. We kunnen het gewoonweg niet laten om mee te denken. Wij zien het als een verplichting om onze opdrachtgevers uit te dagen, we proberen doorbraken voor elkaar te krijgen. Vaak is er sprake van onvoldoende kennis en is een product ‘onhandig’ geproduceerd met bijvoorbeeld onnodig dure componenten. Dat kunnen wij goedkoper en gebruiksvriendelijker maken. En als je dan toch bezig bent, waarom zou je het design en een verbeterde user interface dan niet meenemen? Je kunt voor hetzelfde geld ook iets moois maken. Dus waarom zou je dat niet doen? Niet zelden blijkt dat het net zo duur is om lokaal te fabriceren en assembleren. Zeker nu de zeevracht vanuit Azië zo duur is geworden. En dan kan het snel, ook in kleine aantallen, zonder ellendig lange supply chain, geleverd worden. Wij moeten veel opdrachtgevers daarop wijzen. Ze kennen alleen ‘Made in China’, maar wij stellen ons Europese maaknetwerk ook graag open.’

Echt?
Paul benadrukt dat duurzaamheid hoog in het vaandel staat: ‘We willen de mensheid en onze planeet vooruit helpen door problemen op te lossen die er écht toe doen. Dit proberen we zoveel mogelijk na te leven en daar houden we ook altijd rekening mee. Ik wil niet dat mijn dochter, die nu vier is, later tegen mij zegt dat ik me niet druk heb gemaakt over klimaatverandering. Ik hoop bijvoorbeeld dat de volgende generaties zich gaan verbazen over het gebruik van fossiele brandstof. Dat ze een filmpje van een auto met een verbrandingsmotor zien en vragen; ‘Ging dat vroeger écht zo?’. Wij maken de wereld graag een stukje duurzamer. Om een paar projecten te noemen: de eerste elektrische laadpaal van Europa voor Eneco, elektrische vrachtwagens voor DAF en MAN, ‘Tesla’-scooter Etergo, circulaire verpakking voor online supermarkt Pieter Pot en het Orbisk systeem tegen voedselverspilling.’

Tekst: Jenneke de Roij
Fotografie: Kees Bennema