Guido: ’Dat klinkt misschien hard, de soep wordt natuurlijk niet zo heet gegeten, maar wij werken met mensen die zichzelf juist heel graag willen ontwikkelen. Die niet stil blijven staan. Onze mensen mogen cursussen doen, graag zelfs. We zoeken bijvoorbeeld ook geen standaard productie-operators. Omdat ons productieproces vraagt om veel vakmanschap.’ Zijn collega Niek Jansen (manager structural group manufacturing) valt hem bij: ‘Bij ons doe je weinig repeterend werk, sommige producten maken we maar een keer per jaar, of een keer in de twee jaar zelfs. We zoeken dus specialisten die met heel geavanceerde computergestuurde machines aan de slag willen. Die met de lasrobot overweg kunnen, maar ook zelf met de hand kunnen lassen.’ Guido: ‘Eigenlijk zoeken we gewoon vakidioten die genieten van de kwaliteit en intensiteit van ons werk.’
Geen bloed
Eerst even een misverstand uit de weg ruimen. Bij Marel worden geen kippen geslacht, er komt geen spatje bloed vrij. Guido: ‘Dat denken mensen nogal eens, dat we het vlees verwerken. Maar dat is niet zo. We bouwen de machines en de onderdelen voor de machines voor het verwerken van vlees. Dat is toch wel even iets anders.’ Niek: ‘We zijn echt een state-of-the-art productiebedrijf. Vorig jaar hebben we waanzinnig veel geïnvesteerd in het machinepark. Alles is vernieuwd, heel modern. Het pand is oud, dat wel, maar daarom gaan we volgend jaar verhuizen naar onze nieuwbouw hier vlakbij.’ Rond de zomer in 2019 staat de verhuizing binnen Dongen gepland. Naar de overkant van het kanaal. De nieuwe bedrijfsruimte wordt ongeveer 4250 m2 groot. Ook hier worden hoofdzakelijk onderdelen geproduceerd voor de voedselverwerkingssystemen in de pluimveesector. Guido: ‘En weet je wat zo mooi is? Een belangrijke reden waarom Marel graag in Dongen wil blijven, is omdat ze de vakmensen hier aan zich gebonden willen houden. Dat noem ik nou nog eens goed personeelsbeleid en een mooie visie! Net als de visie op het nieuwe pand. Ik durf gerust te zeggen dat daar straks een van de mooiste fabrieken van Brabant staat. Denk ‘the sky is the limit’ en dan nog een meter hoger.’
Mauwen
Dat Marel goed voor haar mensen zorgt, moge duidelijk zijn. En dat dat werkt, is ook duidelijk. Niek: ‘Ik werk hier nu tien jaar en ik kan me nog goed herinneren dat er in de eerste periode heel veel jubilarissen waren. Mensen die 25 jaar in dienst waren. Dat werd, en wordt nog steeds trouwens, uitgebreid gevierd hoor. Een limousine, het gezin van de jubilaris wordt uitgenodigd, de directeur komt speciaal langs, er wordt een erespeldje uitgereikt. Mensen stellen dat op prijs. Als je goed voor ze zorgt, blijven ze ook zitten.’ Guido: ‘En natuurlijk wordt er hier ook zo af en toe gemauwd. Over de koffie enzo. Maar dat hoort erbij. Als het puntje bij paaltje komt, weet iedereen dat ze hier verrekte goed zitten. Om het maar eens op z’n Brabants te zeggen.’
Metaal is mooi
In de hele sector is er een tekort aan personeel. Guido en Niek beamen dat meteen. Ook voor hen is het niet altijd makkelijk om aan mensen te komen. Guido: ‘Gelukkig heb ik de afgelopen maanden veel sollicitatiegesprekken kunnen voeren. Met jonge mannen en vrouwen, maar ook met ouderen. We hebben pas nog een vakman van 57 jaar aangenomen. Daar zijn we hartstikke blij mee.’ Niek: ‘We zitten in een groeimarkt, de consumptie per hoofd van de bevolking stijgt in de bevolking stijgt ook nog eens. Dat merken we natuurlijk.’ Guido: ‘De metaalindustrie is zo mooi! Ik heb even een uitstapje naar kunststof gemaakt, maar ben met piepende banden teruggekomen. Het is allang geen donker, vies, goor werk meer. Zeker hier niet, omdat we alleen maar met RVS werken. Iedereen die bij ons werkt, zal dat beamen. En de verdiensten zijn nog goed ook. Wat wil je og meer?’
Tekst: Jenneke de Roij
Fotografie: Kees Bennema