De belastingrente is echter te voorkomen wanneer je tijdig aangifte doet. Je betaalt namelijk geen belastingrente als je vóór 1 april, volgend op het belastingjaar, aangifte doet en de Belastingdienst de gegevens uit jouw aangifte ongewijzigd overneemt.
Wanneer de aangifte niet voor 1 april kan worden ingediend, kun je ook een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting aanvragen voor 1 mei, volgend op het belastingjaar. Ook dan betaal je geen belastingrente wanneer de Belastingdienst de voorlopige aanslag oplegt zoals gevraagd.
De periode die gehanteerd wordt voor de berekening van de belastingrente loopt van 1 juli, volgend op het belastingjaar, tot zes weken na de dagtekening op de aanslag. De termijn van zes weken heeft te maken met de tijd na dagtekening die je krijgt om de aanslag te betalen.
Doorgaans ontvang je automatisch een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting voor het nieuwe jaar wanneer je die in voorgaande jaren ook hebt ontvangen. Het bedrag van de voorlopige aanslag is dan gebaseerd op de hoogte van de aanslag van het jaar vooraf. Heb je over 2018 naar verwachting een hoger resultaat behaald dan waar rekening mee is gehouden in de voorlopige aanslag, verzoek dan voor 1 mei om een nadere voorlopige aanslag.
Controleer ook de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting over 2019 die je onlangs hebt ontvangen goed. Hoewel daar de belastingrente pas volgend jaar gaat lopen, is het wat Van Luxemborg & De Kok betreft raadzaam om gedurende het jaar al wat hogere voorschotten te betalen zodat je een hoge afrekening achteraf voorkomt. Die komen doorgaans nooit gelegen.
Heb je vragen over je (voorlopige) aanslag vennootschapsbelasting en/of wil je deze laten aanpassen ter voorkoming van belastingrente, neem dan contact met Van Luxemborg & De Kok op.