Jos van den Bersselaar Constructie: Je krijgt maar één keer de kans

‘Tuurlijk wil ik dat alle ondernemers ons artikel straks lezen’, lacht Hans van den Bersselaar (59) van Jos van den Bersselaar Constructie. ‘Misschien denken ze dan: Ik wil óók zo’n zoon!’ Maar even alle gekheid op een stokje: bedrijfsopvolging binnen een familiebedrijf is zo simpel niet. Hans pakt dat weloverwogen aan. Zoon Stijn (29): ‘Ik doe zoveel mogelijk ervaring op, loop stage op alle bedrijfsafdelingen zonder deadline.’


Vr 15 Mei 2020

En die ervaring is superbelangrijk. Want als de opvolging niet goed gaat, heeft de rest ook problemen. ‘Bedrijfsopvolging moet in één keer goed gaan’, zegt Hans van den Bersselaar. ‘De continuïteit van het bedrijf is het allerbelangrijkste en het belang van al die mensen en hun gezinnen die bij ons werken eveneens. Bovendien zijn er talloze voorbeelden waarbij zo’n opvolging niet goed is gegaan. Er zijn familiebedrijven waar vader op zekere dag de sleutel overdraagt aan zijn dochter of zoon. Maar daarvoor hebben wij bewust niet gekozen.’ De weg naar die overdracht geschiedt geleidelijk. Wat Stijn al lerende onder de knie krijgt, draagt Hans aan hem over. Zo deed Hans’ vader dat ook bij hem. De kunst is in die overgangsjaren om de jonge nieuwe energie te koppelen aan de opgebouwde ervaring. Stijn is nu twee jaar werkzaam bij het constructiebedrijf dat speciaal-constructies voor bouw en infrabouw maakt en in 1957 werd opgericht door opa Jos. Zijn werk sluit naadloos aan bij de opleiding technische bedrijfskunde die hij volgde. ‘Je bent natuurlijk nóg meer betrokken omdat het je eigen toko is’, merkt Stijn. ‘Of dat extra druk op me legt? Nee, wél extra motivatie. Want mijn vader opvolgen is een enorme uitdaging.’

Geduld
Hans staat zijn zoon direct bij. Dat doet hij op een rustige manier, subtiel coachend. ‘Je moet het ook in stapjes doen, hè?’, legt hij uit terwijl Stijn aandachtig luistert. ‘Je hebt aan de ene kant het financiële aspect van de overname, dat zijn afspraken die je met elkaar maakt. En je hebt de overname van de directie. Hierbij laat ik steeds een stukje los zodra ik het vertrouwen heb dat jij dat al kunt.’ Hans heeft geen moeite met loslaten, in tegenstelling tot sommige vaders die angstvallig toekijken hoe hun zoon het anders doet dan zijzelf en daardoor geen stap opzij zetten. ‘Dat gaat niet werken’, benadrukt de ondernemer. ‘Iedereen leeft en werkt in zijn eigen tijdperk en de veranderingen gaan snel. Je moet ruimte geven en geduldig zijn. We staan nog aan het begin.’ Stijn werkt nu twee jaar in het bedrijf, nadat hij vier jaar in een hele andere branche werkervaring heeft opgedaan. Dat is dus nog redelijk pril. Hij begint nu pas een beetje een beeld van de organisatie en van de fijne kneepjes van het vak te krijgen. Flink botsen doet het tussen vader en zoon nooit. Als de een de ander niet kan overtuigen, blijft het simpelweg bij het oude: ‘Driftkoppen zijn we gelukkig niet, we lossen het met ons verstand op.’

Met elkaar sparren
Ondanks die prilheid heeft Stijn al een hoop van zijn vader en van zijn collega’s geleerd. Mensenkennis bijvoorbeeld; vertrouw niet zomaar iedereen en blijf scherp. En netwerken. ‘Ik ga al een aantal jaren met mijn vader mee naar verschillende events om de zakelijke sfeer op te snuiven’, zegt hij. ‘Maar het meeste leer ik nu van het Brabantse Familiebedrijven Genootschap.’ De club, opgericht in 2010, bestaat uit eigenaren van ruim 150 Brabantse familiebedrijven met meer dan 100 man in dienst. Zonen en dochters kunnen daar - in een zogenaamde NextGen Club - vrijelijk met elkaar sparren en krijgen interessante businesscases voorgeschoteld door experts. ‘Een geweldig initiatief’, vindt Hans. ‘Een unieke mogelijkheid. Als vader heb je immers twee petten op, die van vader én van manager. Dat is soms best lastig. Je bent sowieso nooit helemaal objectief. Bij het BFBG kan Stijn onbevangen een eigen visie ontwikkelen. Je krijgt maar één keer de kans om het familiebedrijf voort te zetten. Dan kun je maar beter goed voorbereid zijn.’

Spek
Tussen de bedrijven door is er ook nog de crisis waarvan het einde nog niet in zicht is. Hans: ‘Zorg daarom dat je onderneming genoeg spek op de ribben heeft om het tot het einde vol te houden.’ Gelukkig ziet hij ook voordelen: straks zal er minder concurrentie zijn en zullen er mogelijk weer goede mensen beschikbaar komen in de branche. Stijn herinnert zich de economische crisis uit 2009. Hij zat toen nog op school en ervoer de impact die dat op zijn vader had. ‘Ik weet nog dat hij mensen moest ontslaan en het daar best moeilijk mee had’, reageert Stijn. ‘En als ik naar de gevolgen van de huidige crisis kijk, zie ik een planning met gaten erin. We zullen op zoek moeten naar nieuwe projecten, nieuwe klanten en mogelijk nieuwe markten. Maar ik heb alle vertrouwen in ons team, mijn vader en onze commercieel directeur.’

Tekst: Jeanette van Haasen
Fotografie: Kees Bennema

< Alle nieuwsberichten