Dat ik een vijf geef als rapportcijfer voor de wereldeconomie heeft te maken met de scherpe hoektanden van Italiaans bankier en econoom Mario Draghi (72).
Whatever it takes
Draghi volgde in 2011 Jean-Claude Trichet op als president van de Europese Centrale Bank en bleef dat tot oktober van dit jaar. Hij verraste de markt door grote operaties die in eerste instantie goed leken. Ze namen de onrust op de Europese obligatiemarkten weg en waren bedoeld om het rentepeil in (bedreigde) eurolanden te stabiliseren. In 2012 sprak Draghi de inmiddels historische woorden: ‘The ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro. And believe me, it will be enough.’ Nu Draghi’s functie is overgenomen door Christine Lagarde zullen we: a) zien of zij het roer om zal gooien (wat ik niet verwacht) en b) merken of het inderdaad ‘enough’ was (wat ik evenmin verwacht).
Doorschuiven
In Duitsland spreekt men niet geheel onterecht over Draghi als Graaf Draghila. Toen de economie alweer op volle toeren draaide had hij zijn stoere acties (met name het kunstmatig laaghouden van de rente en het opkopen van staatsobligaties) beter af kunnen bouwen, omdat ze op den lange duur geen effect sorteren. De lage rente zorgt in noordelijke landen al voor problemen, zoals enorm hoge huizenprijzen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden: signore Draghi wilde geen afscheid nemen met een nieuwe recessie en koos ervoor om problemen door te schuiven naar de volgende generatie.
Geen blijvertje
Inmiddels gaat het in ons land alweer een tijd zo goed met de economie dat mensen dat terug willen zien in hun portemonnee. Dus staken de onderwijzers, blokkeren boeren en bouwers de weg en gaan verpleegkundigen naar het Malieveld. Ik gun vooral de docenten en verplegers extra geld, zij hebben lang genoeg op de nullijn gezeten. Tegelijk moeten we er helaas van uitgaan dat deze welvaart geen blijvertje is. De groei is al afgevlakt en volgend jaar of anders het jaar erop, krijgen we een recessie.