Wie regelmatig in de regio tankt, kent ongetwijfeld AVIA. Niet iedereen weet echter dat daar de naam Vollenhoven bij hoort. AVIA Vollenhoven Olie is een familiebedrijf dat onlangs haar 120-jarig bestaan vierde en hard aan de weg timmert. De concurrentie is moordend, maar des te scherper zijn Piet-Hein en Thomas Bogaers.

Met tien tankstations in Tilburg kan het rood witte logo van AVIA menig autobestuurder niet ontgaan zijn. Dit geldt zeker voor de zakelijke rijder die gebruik maakt van de AVIA tankpas. Hiermee kan hij of zij op vele locaties in Brabant en daarbuiten probleemloos tanken. Pashouders kunnen rekenen op een scherpe prijs, tanken op rekening en krijgen een digitale factuur. Daarnaast genieten zij van een flexibel pas-systeem op maat gemaakt en kan het pasje op maar liefst 500 locaties in Nederland gebruikt worden.

Hoog niveau
AVIA Vollenhoven Olie bedrijft twee takken van sport: brandstoffen en smeermiddelen. De onderneming kent de kwetsbare kanten van de oliebranche als geen ander. ‘Olie is een boeiend product, maar het spel wordt op hoog niveau gespeeld’, legt Thomas Bogaers (42) uit. ‘We zijn afhankelijk van olieprijzen en moeten dealen met hoge accijnzen. Een gevolg is dat mensen liever over de grens tanken. Natuurlijk hebben we daar last van. Maar juist daarom moeten we ondernemend en creatief zijn. Op de ontwikkelingen vooruit lopen.’ En dat doet ze, deze vierde generatie. Zo bedachten ze de geavanceerde tankpas, wagen ze zich aan nieuwe overnames en reduceren ze zoveel mogelijk kosten wat helaas ook tot reorganisaties leidt.

Krachten bundelen
‘We zien legio kansen’, onderschrijft Piet-Hein Bogaers (46). ‘Door samen te werken en een vuist te maken tegen de grote jongens. Door krachten te bundelen op het gebied van inkoop, logistiek en marketing en je eigen identiteit te behouden.’ En natuurlijk door het behoud van de binding met Tilburg waar AVIA Vollenhoven Olie als sponsor van Tilburgse sport, cultuur en goede doelen niet alleen nauw bij betrokken is, maar zich vooral thuis voelt. Niet voor niets investeert het op actieve wijze in persoonlijke en duurzame klantenrelaties. ‘We hebben het bedrijf in bruikleen en mogen het aan de volgende generatie doorgeven’, zeggen de neven. ‘Dat willen we zo goed mogelijk doen.’