Technische Unie: Een lekkere Mars toe

Ben jij de roepende in de woestijn? Paul Kleijn lacht om de vraag: ‘Tuurlijk ben ik dat, maar wat maakt dat uit?’ De manager van de Technische Unie in Tilburg weet dat de branche aan de vooravond staat van veel werk. We moeten om, van het gas af. En we moeten anders gaan denken, duurzamer. Paul: ‘In Groningen worden ze elke dag een centimeter lager wakker.’


Uitgave: Nov-Dec 2018
Thema’s: Brabant Bouw Afzetmarkt Logistiek Elektrotechniek

De Technische Unie is de grootste technische groothandel van Nederland. Ze leveren meer dan twee miljoen artikelen van meer dan 700 leveranciers. Installatiematerialen voor de elektrotechniek, licht, gereedschap, sanitair, verwarming en klimaattechniek. De Technische Unie loopt niet alleen voorop in verduurzamen, maar ook in het logistieke werk. Want vaak komen er op een grote bouw meerdere vrachtwagens van verschillende leveranciers, terwijl dat allemaal veel efficiënter kan. En de Technische Unie zou de Technische Unie niet zijn, als ze niet met een antwoord zou komen.

Prettiger werken
Paul: ‘We willen met onze rol in de keten van toegevoegde waarde zijn, door samen te werken met andere partijen. En dat doen we met onze logistiek, niet alleen naar de bouwplaats toe, maar ook op de bouw zelf. Stel je voor, er worden ergens 115 appartementen gebouwd. In elk appartement zitten evenveel schakelaars, hetzelfde groepenkastje, hetzelfde sanitair op dezelfde plek, enzovoort, enzovoort. Dan is het toch niet meer dan logisch dat we de producten op maat aanleveren? Dat we het compleet, genummerd en wel, in het juiste appartement zetten? Zodat de installateur de doos maar hoeft uit te pakken en te installeren. Dat is niet alleen prettiger werken, maar het reduceert de kosten enorm. De installateur hoeft niet 115 keer op en neer te lopen om de benodigde spullen uit een grote container bij elkaar te zoeken. De kraan, het sifon en de slangetjes monteren we op voorhand, hij hoeft het alleen nog maar op de plek uit te pakken, op te hangen en aan te sluiten. En zo nu en dan vindt de monteur een lekkere Mars in zijn pakket. Die stop ik er eigenhandig in, gewoon als verrassing voor de monteurs.’

Slechte afstemming
Maar de Technische Unie gaat veel verder dan dat. Hoge faalkosten in de bouw worden vaak veroorzaakt door slechte afstemming tussen alle betrokken partijen. Dat kun je alleen maar aan de voorkant aanpakken en oplossen. Dat kost extra tijd en energie, maar levert uiteindelijk een forse reductie van de faalkosten op. En dat begint met logistieke oplossingen vanaf de ontwerpfase. De ‘hands-on-tooltime’ oftewel de arbeidsproductiviteit van vakmannen op de bouwplaats is nauwelijks 50 procent. Met hun dienstverlening belooft de Technische Unie een verbetering van 10 tot 15 procent. 

Tel uit je winst
Paul: ‘Om maar even een voorbeeldje te noemen: onze Dolly’s met sanitair erop. Die leveren we bijvoorbeeld drie per dag, zodat ze deze ook die dag kunnen verwerken. De volgende dag komen er weer drie en ga zo maar door. Genummerd en wel zetten we het sanitair op een Dolly. Vanaf ons overslagpunt gaat het op transport naar de locatie. Dat verhoogt de ‘hands-on-tooltime’ met twintig minuten per monteur per dag! Terwijl de kostprijs tussen de 16 en 30 euro per maand ligt. Tel uit je winst. En dat is maar een voorbeeld. We kunnen ook een runner op de bouwplaats neerzetten. Een medewerker die ervoor zorgt dat de juiste spullen naar de juiste vakman worden gebracht. Bespaart 27 euro per monteur per dag.’

Vrouwenhanden
‘We komen handjes te kort in de bouw, we zullen met z’n allen veel efficiënter en duurzamer moeten gaan werken. Wij kunnen ook prefab leveren, het voordeel is dat het ook vaak vrouwenhanden zijn die het in elkaar zetten. Die werken veel secuurder in dit repeterend werk. Mensen die niet in de bouw werken. Dus extra handjes. We willen vanaf de beginfase meedenken en we willen graag samenwerken met andere partijen. Dat is de enige manier om tot een model te komen, waarbij er zo min mogelijk vrachtwagens achter elkaar aan rijden. We moeten processen versimpelen, data gaat daar een grote rol in spelen. We leveren binnen 24 uur waar dan ook in Nederland. De spullen liggen in twee centrale magazijnen, tot acht uur ’s avonds kunnen onze klanten bestellen. ’s Nachts brengen we alles naar de overslagpunten, om een uurtje of vier worden de routes uitgesorteerd. Dat gaat volledig automatisch, het is een immens proces. Vanuit Tilburg beginnen we rond zeven uur zo’n twaalf routes te rijden. Alles is voorgecodeerd, de chauffeur heeft een PDA. 80 procent van de orderregels hoeft de chauffeur niet te controleren, omdat de bakken gewogen worden in ons distributiecentrum, fouten worden er daar al uitgehaald. We hebben het zo landelijk over honderdduizend pickzegels per dag. De  olgende stap is een track & trace systeem. Zodat onze klanten precies kunnen zien waar hun levering blijft. Voor consumenten is dat al heel normaal, grossiers doen dat nog niet veel.’

Tussen de oren
‘Los van het geld dat je kunt verdienen door efficiënter in te richten, is het ook hard nodig om veranderingen door te voeren. Maatwerk is nodig. Bouwprojecten in de binnensteden moeten gewoon heel nauwkeurig logistiek gepland worden, om de simpele reden dat er geen plek is voor tien vrachtwagens. Minder vrachtwagens en een forse reductie in stops levert ook voor ons milieu veel op. En laten we eerlijk zijn, er moet ook gewoon geld verdiend worden, aan het einde van de dag willen we allemaal ons brood gaan kopen. Maar het een sluit het ander niet uit! Onze corebusiness is en blijft de industrie en  installatiebranche, we blijven altijd via de keten leveren. Als ik roep dat we moeten verduurzamen, zullen mensen toch altijd denken dat ik dat als verkoper roep. Als de overheid het roept, vindt iedereen het opgelegd. Maar hoe dan ook, moet het wel tussen de oren komen. Als dat mij een roepende in de woestijn maakt, kan ik daar prima mee leven!’

Tekst: Jenneke de Roij
Fotografie: Kees Bennema

< Alle thema's