Waar is de nooduitgang? Meer dan vijf jaar geleden waarschuwde ik in mijn paper voor de monetaire dialoog van het Europees Parlement met ECB-president Mario Draghi, dat het op grote schaal bijdrukken van geld (kwantitatieve verruiming) niet zou helpen om de economie uit het slop te halen van de financiële crisis. In dezelfde periode kochten ook centrale banken in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Japan massaal schulden op.
Gratis geld
Heeft het geholpen om de economische groei een stimulans te geven? Ondanks hier en daar incidenteel aardige groeicijfers zie ik weinig structurele verbetering. Te veel geld van centrale banken heeft geleid tot opgeblazen aandelenmarkten, vastgoed, slechte bankleningen, gratis geld voor bedrijven en risicovolle investeringen. Het grote probleem van centrale banken is hoe zij de enorme overvloed aan geld en krediet die zij in omloop hebben gebracht, tot meer acceptabele proporties kunnen terugbrengen zonder het ingezette matige economische herstel te smoren.
Sceptisch
Ik blijf sceptisch. Ik verwacht dat de Europese Centrale Bank en de Fed in de VS de biljoenenschulden die zij hebben opgebouwd niet anders dan moeizaam kunnen afbouwen. Slechts in kleine stapjes en over een langere periode van ten minste drie tot vijf jaar. Markten zijn er ook niet gerust op: de afgelopen maanden zagen we dalende aandelenkoersen, oplopende rentes en sterke valutaschommelingen, nadat Fed-president Janet Yellen en ECB-president Mario Draghi alleen maar hadden gehint op een beperking van de kwantitatieve verruiming.
Enorme luchtballon
Centrale bankiers zijn een ongekend monetair experiment aangegaan, waarvan zij de uitkomsten niet konden voorzien, noch beheersen. De enorme luchtballon van schulden moet toch een keer leeglopen. Dat zal heel geleidelijk gaan en betekent tevens dat voortgaand herstel van de wereldeconomie weinig waarschijnlijk is. We moeten eerder gaan denken aan een afzwakkende groei of zelfs een mogelijke recessie. Voorlopig houd ik mijn Economische Barometer daarom nog even op 6,5.