Koning Willem I College: Je hebt elkaar nodig om iets te bereiken

‘We waren in het verleden niet goed genoeg in samenwerken. Goede initiatieven kwamen daarom moeilijk van de grond.’ Daar kwam verandering in toen het Koning Willem I College en Brabant Water de handen ineen sloegen en de Brabant Water Bedrijfsschool oprichtten. GOA Leiding-techniek kwam er vanuit de aannemerij bij.


Uitgave: Maart-April 2018
Thema’s: Onderwijs Opleiding en coaching Opleidingen

Ruim vijf jaar geleden was het een probleem waar zowel opleidingsinstituten, watermaatschappijen als de aannemerij niet meer omheen konden: in heel Nederland was er geen degelijke opleiding niveau 2 en 3 voor (eerste) monteurs gas-, water- en warmtedistributie (gericht op water). Een paar jaar eerder had de toenmalige minister van Onderwijs een nieuw kwalificatiedossier uitgevaardigd. Maar de vertaalslag van dat dossier naar een concrete opleiding gericht op water gebeurde niet. Althans niet wat betreft de samenstelling van een integraal opleidingspakket voor de ondergrondse infratechniek. De reden? ‘Te weinig leerlingen’. ‘Te duur’. Maar vooral ‘ieder voor zich’.

Kartrekker
Brabant Water was de partij die het voortouw nam. John de Schepper vertelt waarom. ‘We onderkenden het probleem en beseften dat er iets moest gebeuren. We hebben de primaire taak voor goed en veilig drinkwater te zorgen. En zien het werk alleen maar toenemen. Onder meer door het groot aantal saneringsactiviteiten dat is opgestart. Dat laatste maakt de aannemerij een betrokken partij in deze problematiek. Tegelijk zien we een toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Kortom, er was dringend behoefte aan een opleidingstraject dat aansluit op de doelstellingen van Brabant Water. We moeten kunnen vertrouwen op voldoende gekwalificeerde monteurs die competent zijn voor de door ons uit te voeren werkzaamheden. Ze moeten alle veiligheidsvoorschriften kennen en in acht nemen en bovendien het door ons gewenste gedrag vertonen.’

Uithangbord
‘Het gaat immers niet alleen om vakkennis’, legt Antoon van Ballegooij uit. ‘Het gaat ook om hygiënisch en veilig werken langs de weg, want dat is heel vaak het werkterrein van onze monteurs. Maar het gaat ook om klantgerichtheid, computervaardigheden en efficiënt communiceren met de klant. Als we van onze monteurs een goed uithangbord van Brabant Water willen maken, moeten we ze ook soft skills bijbrengen. De gewenste opleiding moest dus al deze modules omvatten. We hadden al goede ervaringen met het KW1C. Ze verzorgen al jaren de scholing van onze medewerkers op niveau 4 (opleiding uitvoerder bouw/infra: Infra (bbl)). Dus hebben we bij hen aangeklopt. Het leidde tot de oprichting van Brabant Water Bedrijfsschool en samen hebben we de opleiding vormgegeven.’

Aan de bron
‘Uniek is dat praktijk en theorie geïntegreerd zijn in de opleiding. Ze sluiten naadloos op elkaar aan. Bij Brabant Water zitten we echt aan de bron’, stelt René van Uden. ‘De klas heeft maximaal dertig studenten’, legt Mark van Esch uit. ‘Elke week krijgen zes studenten praktijkoefeningen in een gesimuleerde omgeving. Die bestaat niet alleen uit de werkplaats, maar omvat ook een buitenterrein dat speciaal voor de studenten is aangelegd. Ze kunnen er oefenen en leren van de fouten die ze mogen maken. Er is een roulerend systeem, zodat elke week zes andere studenten aan de beurt zijn.’

Het type leerling
Welk type student volgt deze opleiding? ‘We hebben een flexibele in- en uitstroom’, antwoordt Mark. ‘We hebben niet alleen 18-jarigen maar vooral ook oudere medewerkers en zij-instroom. Elke student werkt in zijn eigen tempo. Iemand die al ervaren is in de branche werkt sneller dan iemand die net van school komt. Sommige studenten hebben ook meer behoefte aan theorie dan anderen. Voor elke student is er een individueel opleidingstraject. Vaak bundelen we twee of drie studenten die hetzelfde traject ingaan. Maar inderdaad, deze vorm van maatwerk vraagt wel meer van de leraren. Maar dat hebben we er graag voor over.’

BLEI
Iedere partij die te maken heeft met ondergrondse infra, hebben de koppen bij elkaar gestoken. Het resulteerde in stichting BLEI (Branchesamenwerking Leermiddelen en Examenproducten Infratechniek). ‘Brabant Water heeft voor het onderdeel water in de opleiding de voorinvestering gedaan, maar uiteindelijk hebben we het wel breder kunnen trekken’, aldus John. Inmiddels maken ook andere watermaatschappijen gebruik van het aanbod van de bedrijfsschool.’ Is dit niet vissen in dezelfde vijver? ‘Ons plichtsbesef dat we iets voor de sector willen betekenen, is groter dan de provinciegrenzen’, zegt John. René vertelt op zijn beurt dat de opleiding inmiddels naar een landelijk niveau is getild. En dat minstens tien roc’s, verspreid over het land, zijn aangesloten bij stichting BLEI.

Vers van de pers
Zijn er nog ambitieuze plannen? ‘Zeer zeker’, zegt Jacques Doomernik enthousiast. ‘Samen met GOA (Gemeenschappelijke Opleidingsactiviteiten Aannemerij) introduceren we op 12 april een tweejarige opleiding.’ ‘Voor de huidige opleiding moet je 18 jaar zijn. De nieuwe opleiding staat open voor 16-jarigen. Zij doorlopen alle facetten van ondergrondse infra en kunnen vervolgens een keuze maken’, vult Danny Ouwendijk aan. Daarnaast wordt gewerkt aan een niveau 4-opleiding met daarin voldoende aandacht voor water. Want de steeds complexer wordende werkzaamheden vergen ook een hoger opleidingsniveau van de monteurs. Tot slot lijkt ook de installatietechniek voorzichtige interesse te hebben in stichting BLEI. De grote versnippering lijkt dus tot een einde te zijn gekomen.

Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Arnold Reyneveld

< Alle thema's