Het grijpen van kansen en innoveren lopen als een rode draad door de geschiedenis van het bedrijf van achterneven Gijs en Rolf Hoefnagels. Hun overgrootvader startte in 1884 met de productie en verkoop van houten rolluiken. Sinds 1985 ligt de focus op brandveiligheid. ‘We doen alles in eigen beheer, van de ontwikkeling en engineering tot en met de productie, montage en service. Daarin zijn we eigenwijs.’

Aanvankelijk waren ze huiverig over wat er ging komen. ‘We hadden een goed jaar achter de rug en een verhuizing naar Waalwijk in het verschiet. Toen kwam het coronavirus en hoorden we alleen maar verontruste berichten. Ik sprak mijn zorg uit, maar na gesprekken met het personeel werd ik rustiger. Het komt wel goed. En dat is gebleken.’

‘Bedrijven overnemen is een vak, daar ben ik gaandeweg wel achter gekomen. Ik heb heel wat scherven moeten opruimen.’ Directeur Henny de Haas van Hoppenbrouwers Techniek heeft sinds de eerste bedrijfsovername in 2013 veel bijgeleerd. ‘In het begin wilde ik nog compromissen sluiten. Maar ik weet nu dat er maar één model is om een aangekocht bedrijf te integreren in het bestaande: gewoon niet in discussie gaan.’

Directeur Ben van Heemst werd onverwachts voor het interview met onze redacteur weggeroepen: op naar een klant met een storingsmelding. Maar zijn collega’s Thijs Verwijmeren en Giel van Beek staan meteen klaar om in te vallen voor Ben. En daarmee zie je meteen hoe D&F Techniek in Rijen werkt. Collega’s staan voor elkaar klaar. Als je elkaar kunt helpen, doe je dat gewoon. En dát geldt ook voor de klanten natuurlijk.

Zet ze beide aan tafel en er valt geen speld meer tussen te krijgen. Al snel wordt duidelijk wat de twee verbindt: de interesse voor techniek en technische ontwikkelingen. ‘Ledverlichting is de lichtbron van de toekomst’, zegt Jos Spapens van Lightronics. ‘Ook onze straatverlichting zoals lantaarnpalen, zijn allemaal voorzien van led.’ ‘Fascinerend dat de traditionele lantaarnpaal straks richting een multifunctionele alleskunner gaat’, vindt Ronald Bakker. ‘Dat kun je je nu nog nauwelijks voorstellen.’